Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 3

Start from the beginning
                                    

Al mijn angst maakt plaats voor boosheid. Het zijn mijn vrienden die voor de deur staan en geen moordenaars. Ik was zo bang om dood te gaan. Hoe kunnen ze dit nu bij me doen?! Eerst wil ik niet antwoorden, omdat ik zeker weet dat ze mijn stem kunnen horen trillen, maar juist na wat er gebeurd is, wil ik niet alleen zijn. Daarom besluit ik antwoord te geven. Ik schakel de microfoon van mijn kant in en zeg: 'Eikels, ik schrok me rot.'

Vanessa en Sean beginnen te lachen, maar ik kan niet met ze meedoen. Hoewel ik niet weet of ik deze schok snel zou kunnen verwerken, besluit ik na een snelle inspectie om ze toch binnen te laten. Ik laat de rolluiken omhoog halen en sluit ze meteen weer zodra het tweetal binnen is.

'Jeetje, El, je ziet lijkbleek,' mompelt Vanessa terwijl ze naar mijn gezicht kijkt. Ik veeg wat zweet van mijn voorhoofd weg en kijk haar boos aan. 'Wat dacht jij dan?! Dat ik het leuk zou vinden dat twee gestaltes zo dreigend voor mijn deur staan?!'

'Sorry, El, we wilden alleen maar een geintje uithalen,' antwoordt ze. 'Vond je dat écht een goed idee?! Na wat er vorige week gebeurd is?' spuw ik naar haar uit. Sean lijkt duidelijk niet te weten waar het over gaat. 'Je hebt gelijk,' zegt Vanessa geschrokken, 'het spijt me. Ik had er niet meer over nagedacht, omdat ik er vanuit was gegaan dat het maar een zieke grap was. Ik wist niet dat je er nog zo mee zat.'

'Nou, sorry dat ik iemand ben die doodsbedreigingen uiterst serieus neemt. Heb jij dat briefje soms in mijn kluisje gestopt als grap? Net als dat dit een grap was?'

'Wat? Dat meen je niet serieus, toch?' vraagt ze verbaasd. Ik haal mijn schouders op. Ik weet niet of ik het meende. 'Het spijt me, Eleonora, ik wilde je niet laten schrikken.' Ze lijkt echt geschrokken te zijn. Ik ben nog steeds boos, maar ook opgelucht omdat het loos alarm bleek te zijn. De spanning begint langzaam weg te ebben en ik besluit haar knuffel te accepteren. 'Sorry,' mompel ik dan, 'ik was gewoon zo geschrokken..'

'Dat begrijp ik. Ik zal het niet meer doen, beloofd.' Ik leun achteruit en kan in haar ogen zien dat ze het echt meent. Dan bedenk ik me iets. 'Wat doen jullie eigenlijk op straat? Hadden jullie geen feestje?' Sean zucht geërgerd. 'Dat was de bedoeling ja,' antwoordt hij, 'maar die trut van een Amber heeft besloten ook een feestje te geven en natuurlijk gaat iedereen daarheen.'

'Iedereen? Ook Craig en Nathan?' vraag ik. Het lijkt me niets voor hen om onze vriendengroep te belazeren door naar het feestje van iemand anders te gaan. Ik had geen toestemming van mijn moeder, waardoor ik bedacht had om misschien stiekem naar Vanessa toe te gaan, maar na het briefje in mijn kluisje was ik daar vanaf gestapt. Ik ben opgelucht dat ze nog niet hebben opgemerkt dat mijn moeder niet thuis is.

'Nee,' antwoordt Sean op mijn vraag, 'zij zijn hier ook. Ze wachten buiten. Jij bent de enige die ontbrak, dus we wilden je gaan halen.' Fronsend kijk ik op. 'Ze wachten buiten?!' roep ik uit. Beseft dan niemand wat voor avond dit is en wat er allemaal kan gebeuren? 'Ja,' mompelt Sean schouderophalend, 'ze wilden niet meedoen met onze grap.' Buiten dat de "grap" me nog steeds onrustig laat voelen, heb ik er weer nieuwe zorgen bij. 'Ze moeten zo snel mogelijk naar binnen komen,' zeg ik terwijl ik mijn hand naar het beeldscherm breng en de rolluiken weer omhoog laat komen. 'Waar zijn ze?!'

'Doe eens rustig.' Vanessa en Sean begrijpen duidelijk niet waarom ik zo aan het flippen ben, maar ik wil dat mijn vrienden zo snel mogelijk veilig zijn. 'Oké, oké,' zegt Sean terwijl hij met zijn ogen rolt. Hij verplaatst zichzelf naar buiten en gaat op het pad in de voortuin staan om naar de anderen te seinen. Schuchter zet ik een paar stappen buiten de voordeur om de rest van de straat in de gaten te houden, maar het lijkt verder stil te zijn.

Craig en Nathan lopen in hun normale kleding en zonder maskers rond. Haastig gebaar ik dat ze mee naar binnen moeten komen, voordat ik de rolluiken uiteindelijk weer naar beneden haal. Ik neem een moment om op mijn ademhaling te letten voordat ik me tot mijn vriendengroep wend. 'Zijn jullie gek geworden?!' roep ik dan uit. Craig kijkt geërgerd naar Vanessa en Sean. 'Ik zei toch dat het geen goed idee was om haar te laten schrikken,' zegt hij. 'Ik doelde op het feit dat jullie überhaupt naar buiten zijn gegaan!' antwoord ik. 'Weten jullie niet wat er allemaal had kunnen gebeuren?!' Mijn gedachten gaan uit naar het beveiligingssysteem. 'We moeten het huis controleren,' zeg ik dan. 'De mogelijkheid bestaat dat iemand heeft zitten loeren en snel heeft ingebroken in de tijd dat de rolluiken omhoog waren.'

'Eleonora, doe eens niet zo paranoia,' brengt Sean in. 'Er is toch niets gebeurd? Kijk, we leven allemaal nog.' Ik kijk hem ongelovig aan. Ik begrijp niet hoe hij hier zo laconiek over kan doen. Ze hebben mij zojuist de schrik van mijn leven gegeven door me zo te laten schrikken en het lijkt ze niet eens iets te kunnen schelen.

'Nu we allemaal bij elkaar zijn,' zegt Vanessa terwijl ze doorloopt naar de woonkamer, 'kunnen we het hebben over hoe we het feestje van die bitch gaan verstoren.' Wat? Ze denkt toch niet dat ik de straat op ga? Sean en Craig lopen met haar mee, maar Nathan blijft een beetje onwennig in de gang staan. Hij kijkt me aan met een trieste glimlach op zijn gezicht, alsof hij zijn medeleven aan me wil tonen. 'Het spijt me,' mompelt hij dan. Ik reageer niet.

Mijn oog valt op het mes dat ik bang op de grond heb laten vallen toen ik een paniekaanval kreeg. Nathan bukt en raapt het op. 'Hier,' zegt hij terwijl hij het met de onscherpe kant naar mij toe uitreikt. Ik neem het van hem aan en verwacht dat hij het loslaat, maar dan plaatst hij zijn andere hand op de mijne. Ondanks dat hij net van buiten komt, voelt zijn hand warm aan. Ik weet niet of ik hem van me af moet schudden, maar omdat het me begint me te kalmeren, laat ik het zo. Het laatste beetje angst dat ik voelde begint nu ook langzaam weg te ebben.

'Waar is je moeder?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op als antwoord, waarnaar de greep van zijn hand iets sterker wordt. 'Kom,' zegt hij dan, 'ik help je met de inspectie van het huis.' Uit zijn stem kan ik niet zo goed opmaken of Nathan vindt dat ik me aanstel, maar ik ben blij dat hij het voorstelt. Ik kijk hem dankbaar aan en knik.

Hoewel de angst die ik net had gevoeld verdwenen is, blijft mijn lichaam toch gespannen. De avond is nog maar net begonnen, maar wie weet wat ons nog te wachten staat?

Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now