Hoofdstuk 20

755 27 4
                                    

Tov Koen

We hoorden iemand aankomen. Tineke ging snel op haar stoel zitten. Het was de commissaris. 'Goed bezig manne' zei hij tegen ons. 'Danku chef' antwoorde Tineke blij. We werkten voort. Na een uur kwam de chef terug: 'Als jullie willen mogen jullie gaan rijden' dat moest hij geen twee keer zeggen. We pakten onze jas en vertrokken. Ik zat goed. Deze keer reed Tineke eens. 'Nu gaan we zien hoe goed een vrouw kan rijden' zei ik lachend. 'We zullen nog wel zien' zei ze en ze gaf extra gas. We reden op kleine weggetjes. Ik zette de radio luider en we begonnen alle twee luid mee te zingen... Het was nu al twee uur karaoke bar in onze auto en we hadden nog geen opdracht gehad. Het nieuws van vier uur begon. Tineke zette de radio maar af. We hadden al genoeg problemen in ons werk, ik moest echt niet weten waar er nog problemen waren in de wereld. 'Hoe zou het met Brigitte en Eric gaan?' vroeg Tineke stil. Ik reallisseerde mij dat ze nu de jongen aan het ondervragen waren. 'Ik weet het niet' antwoorde ik. 'Koen ik heb eens een vraagje' 'zeg maar' zei ik vriendelijk. 'Heb jij ooit eeb boeket prachtige rode rozen aan mijn deur gelegd?' vroeg ze voorzichtig. Ik voelde me rood worden. 'Dat was ik' en ik keek verlegen naar mijn schoenen. 'Ze waren prachtig' antwoorde Tineke.

'Dispatch voor bravo 210, flash flash flash, er zou iemand op de brug staan en willen springen, over' hoorde we. Ik zette de sirene aan en Tineke gaf onmiddelijk gas bij. 'Oke we gaan ter plaatsen out' we waren er bijna. Er was aleen gugantisch lange file. We reden dichterbij. Ik stapte onmiddelijk uit. Ik zag dat Tineke naar me keek en ik zag dat ze hetzelfde dacht.

Zeggen of Zwijgen?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu