hoofdstuk 4: Verschrikkelijk

1.1K 31 3
                                    

Tov Tineke

Ik zat gespannen naast Koen. Die oproep was verschrikkelijk. Zoiets doe je toch niet. Ik voelde dat Koen het zelfde dacht. We hadden alle twee veel stress. Dit kon gewoon niet. Wie haalt het in zijn hoofd. Ik keek recht in Koen zijn ogen, en niet te geloven, ik zag een traan in zijn oog. Ik wist dat Koen een zwak had voor kinderen. Als een oudere man nog maar naar een kind keek vond hij het al verdacht. Ik vond het zo schattig. De stoere Koen heeft een gouden hartje. 'Gaat het' vroeg ik. En zoals altijd antwoorde hij stoer: 'ja, hoor het gaat' We waren er bijna nog één straat en dan nog een stukje bos. Ik denk dat we nog nooit zo snel hadden gereden. Mijn hart klopte echt hard. Ik hoorde de muziek al.

 'PANG' gevolgd door een verschrikkelijke gil. Dit was dus duidelijk niet van de muziek. 'Bravo 210, kunnen jullie asap versterking en een ziekenwagen sturen naar het gekende adres, out' We waren er, we sprongen direct uit de auto. Hielden ons pistool klaar en liepen naar een groep mensen. 'Wees voorzichtig' riep ik nog tegen Koen. 'jij ook' riep hij terug. Toen we aan de groep aankwamen. Zagen we het. Er lag een meisje met een kogel in haar arm. Ik riep: 'Iedereen opzij' en we liepen naar het meisje. Het was een lelijke wonde. Ik begon er tegen te praten: 'rustig, rustig. De ziekenwagen is onderweg.' Er kwam een meisje op mij af en zei: 'Mevrouw kan ik helpen, het is mijn beste vriendin' Ik nam mijn zakdoek legde het op de wonde en zei: 'blijven drukke op de wonde tot de ziekenwagen hier is. Het gaat pijn doe bij haar maar gewoon blijven drukken' Ze antwoordde: 'oké, de dader zit nog binnen daar' Ik keek naar de tent. Er zat nog redelijk veel volk binnen en daar moest ergens de dader tussen lopen. Ik zocht Koen tussen het volk. Daar stond hij bij nog een slachtoffer. Geen schot wonde maar die was hard gevallen. Ik liep naar hem toe. 'Koen, de dader zit nog binnen, wat gaan we doen?' 'We gaan hem niet laten gaan' antwoordde hij. 'We gaan naar binnen en we nemen ieders een kant. En dan pakken we hem' ik vond het een beetje gevaarlijk, maar deed mee. We stapten de tent binnen met ons pistool in ons hand. En daar stond hij dan, een jongen, aan de grote kant, een muts over zijn hoofd en een jeans aan. Ik knikte naar Koen. We gingen voorzichtig er naar toe. Plots schoot de jongen weer: recht in de elektriciteitskast. De stroom viel onmiddellijk uit. We pakten direct onze zaklampen en gingen op de dader af maar hij had het gezien, draaide zich om en schoot. 'Neee' riep ik. Ik zag Koen liggen op de grond. Ik voelde de tranen in mijn ogen en liep achter de jongen aan. Gelukkig was de versterking er. Ik zag dat Roland hem had. Ik draaide onmiddellijk om en liep naar Koen.

Zeggen of Zwijgen?Where stories live. Discover now