Hoofdstuk 34.

1.1K 41 28
                                    

Emma:

Langzaam werd ik wakker, ik voelde gelijk Jaspers sterke armen om me heen. Ik knipperde met mijn ogen en keek recht in Jaspers ogen.

‘Goeiemorgen.’ Zei hij glimlachend en hij gaf me een klein kusje. Ik voelde gelijk het gelukzalige gevoel van afgelopen nacht terugkomen.

‘Hey.’ Zei ik met een grote grijns.

‘Lekker geslapen?’ vroeg hij.

‘Ja, eigenlijk ben ik helemaal uitgerust.’

‘Dat mag ook wel!’ lacht Jasper.

Ik kijk hem vreemd aan. ‘Hoezo?’ Hij pakte zijn telefoon en draait het scherm naar me toe.

‘Wow, het is al half een! Waarom heb je me niet wakker gemaakt?’ vroeg ik.

Jasper haalde zijn schouders op. ‘Ik dacht dat je wel wat slaap kon gebruiken.’

‘Hoelang was je al wakker?’ vroeg ik, hij had toch niet de hele tijd gekeken hoe ik lag te slapen?

‘Ik was pas twee uurtjes wakker.’ Grijnsde hij.

Ik fronste. ‘Waarom kijk je naar me als ik slaap?’

‘Je zag er lief uit.’ Zei hij en ik voelde dat mijn wangen rood werden. Jasper boog een stukje naar voren en zijn zachte lippen maakte contact met de mijne. Opeens begon mijn maag te grommen.

‘Kom, we gaan eten.’ Zei Jasper lachend.

‘Waar gaan we heen?’ vroeg ik.

‘Nergens. Ik had de roomservice gebeld, dus ze hebben het al gebracht.’ Hij gebaarde naar het kleine tafeltje in de hoek. En inderdaad, er stond een dienblad met heerlijk uitziende croissantjes, verse jus en allemaal soorten broodbeleg. Snel pakte ik mijn ondergoed en een badjas en ging snel op een stoel zitten. Ook Jasper kwam, nog steeds glimlachend, aan tafel zitten. Ik pakte een croissantje, smeerde er snel jam op en schonk een glas jus in. Net toen ik mijn hand uitstak om mijn broodje weer te pakken, griste Jasper hem van mijn bord.

‘Hé,’ zei ik verontwaardigd. ‘Geef terug!’

‘Wat krijg ik daarvoor?’ zei hij plagerig. Ik rolde met mijn ogen toen ik snapte wat hij bedoelde.

‘Best, maar ik wil eerst mijn broodje.’

‘Nee.’ Jasper grijnsde triomfantelijk.

‘Best.’ Gromde ik. Ik pakte zijn hand en gaf er een kus op. Jasper keek me verbaasd aan en dat gebruikte ik om snel mijn croissant te pakken.

‘Dat is niet eerlijk!’ zei Jasper.

‘Jammer dan.’ Ik stopte snel de croissant in mijn mond. ‘Wat gaan we vandaag eigenlijk doen?’

Jasper haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het niet, ik had  eigenlijk verwacht dat we vandaag daar bij die man terecht konden, voor de training, maar het is nog een week uitgesteld.’

‘We kunnen wel even rondkijken of er nog wat te beleven is, maar ik wilde eerst eigenlijk even met Alberto bellen.’ Zei ik.

‘Ja dat is goed. Ik moet eigenlijk ook nog wat dingetjes regelen hier op het politiebureau, maar dan ben ik aan het eind van de middag wel weer terug. Dan kunnen we vanavond wel even wat leuks doen, ik hoorde dat er ook een of ander concert is, misschien is dat wel leuk.’ Zei Jasper.

‘Is goed, dan zien we vanavond wel even wat we doen. Misschien ga ik straks nog even winkelen, ik denk dat ik dat toch beter alleen kan doen, of niet?’

‘Ja, dat lijkt me een goed idee.’ Zei Jasper. Ik  moest lachen om zijn gezicht, die duidelijk aangaf dat hij niet zo van winkelen hield. ‘Nou, dan ga ik nu wel, des te sneller ben ik weer terug.’ Hij kleedde zich snel om, pakte nog even een broodje en gaf mij toen een kus. ‘Tot straks.’ Zei hij glimlachend.

vanaf vandaagWhere stories live. Discover now