hoofdstuk 24

2K 18 5
                                    

Met een klap ging de deur open. Simon stond in de deuropening en hij had Robbin vast in zijn kraag. Ruw duwt hij hem de kamer in. Simon kijkt hem betekenisvol aan. ‘Zeg het.’ Sist hij.

‘Sorry  dat ik zo agressief was.’ Mompelt Robbin. Ik gaf hem een knikje dat het goed was. Robbin draaide zich om en liep de kamer uit, met een klap viel de deur dicht.

‘Robbin is een kickboxer.’ Zei Simon. ‘Hij lost altijd alles op door de vechten.’

‘Ik was ook fout.’ Zei ik. ‘Maar het maakt niet uit, we moeten nu eerst Emma vinden.’

Simon knikte. ‘Wie weet wat er nu met haar gebeurd.’

‘Ik ga eerst even naar Nederland bellen, want dit redden we niet meer alleen.’ Zei Alberto en hij liep de kamer uit. Ik ging naar de beveiliging om de camerabeelden te bekijken. Ik liep de beveiligingskamer binnen en zag een dikke man zitten.

‘Meneer?’ vroeg ik en ik zag dat de man zijn ogen dicht had.

‘Meneer!’ Hij reageerde nog steeds niet, dus ik tikte hem op zijn schouder. Hij schrok wakker. ‘Hé? Wat?’

‘Ik wilde graag de camerabeelden van vanmiddag bekijken.’ Zei ik terwijl ik probeerde om niet in lachen uit te barsten.

‘Ach ja, dat arme meisje.’ Zei hij vol medeleven. ‘Ik zal de beelden er gelijk even bijpakken.’

Al snel had hij de juiste beelden gevonden en na 10 minuten hadden we het kenteken van de auto te pakken.

‘Wil je dit verspreiden onder de Nederlandse, Belgische en Franse politie?’ vroeg ik.

De man knikte. ‘Ik zal het gelijk even doen.’

Ik bedankte hem en liep de kamer uit. Ik liep naar de keuken en trof iedereen daar aan. ‘Het kenteken van de auto is verspreid onder de politie.’ Meldde ik.

Alberto knikte. ‘Ik vrees dat we nu alleen nog maar kunnen wachten.’

Ik plofte op een stoel neer en liet mijn hoofd in mijn handen vallen. Wat nou als er iets erg gebeurd is? Wat nou als ze ontsnappen en we Emma nooit meer terug zien? Allemaal vragen stormden door mijn hoofd. Ik sloot mijn ogen en zuchtte.

‘Hé Jasper!’ hoorde ik iemand zeggen en hij schudde aan mijn schouder. Ik opende één oog. ‘Ga weg.’ Zei ik chagrijnig.

‘Jasper, ze hebben de auto gesignaleerd.’ Zei Alberto. Ik knipperde met mijn ogen en rekte me uit. Welke auto? Na tien seconden sprong ik geschrokken op.

‘Hé hé, ook weer wakker?’ vroeg Alberto lachend.

Ik negeerde zijn opmerking. ‘Waar?’ vroeg ik.

‘Ze zijn gezien bij de grens van Luxemburg. Er staat een helikopter voor ons klaar op het dak.’ Antwoordde Alberto. Ik knikte en we liepen het dak op. We stapten in en zette een koptelefoon op. We werden steeds geïnformeerd over de plaats waar de auto zich bevond en eindelijk, na twee uur, waren we nog maar een paar kilometer van de auto verwijderd. Er werden nu ook politievoertuigen ingezet. Ik pakte een verrekijker en volgde de achtervolging beneden me. Na een half uur was de auto nog steeds niet gestopt en er werden nog meer politievoertuigen ingezet. Een kwartier lang gebeurde er niets. En toen ineens haalde een politievoertuig de auto in en zette hem klem. De helikopter zette de landing in op een grasveld naast de snelweg en al snel stonden we op de grond. De mannen waren ondertussen uit de auto gehaald en gearresteerd. En Emma werd op een brancard gelegd. Ze had haar ogen alweer open en keek verdwaasd om zich heen.

‘Ze is waarschijnlijk verdoofd.’ Zei de arts tegen mij. ‘Maar het is niets ernstigs, maar het moet alleen even uitwerken.’ Ik knikte en liep naar haar toe. ‘Hoe voel je je?’ vroeg ik.

‘Alsof ik drie dagen heb geslapen.’ Zei ze en ze glimlachte half. ‘Wat gaan we nu doen?’

‘Ik weet het niet.’ Zei ik, ‘ik zal het even met Alberto gaan overleggen.’

Ik liep naar Alberto toe en zag dat hij in gesprek was met een andere politieagent. Hij legde in het Engels uit dat er dingen in de auto waren gevonden die konden helpen bij het internationale onderzoek.

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu