12. het ziekenhuis

3.3K 13 3
                                    

Ik zag niemand lopen, alleen een vreemde man met een speelgoed hondje. Ik haalde even een kopje koffie uit de uitomaat, want ik ben doodmoe. Ik ging weer op het stoeltje zitten, pakte een oud tijdschrift en begon te bladeren. Na een tijdje hoorde ik geschreeuw uit de gang waar de Utrechtse agenten stonden. Ik stond op en liep snel de hoek om. Ik zag dat de politieagente iemand probeerden tegen te houden. Ik liep er snel heen en haalde opgelucht adem, het was Alberto.

‘Het is oké.’ Zei ik tegen de agenten. Ze knikten en lieten Alberto erlangs. ‘Sorry.’ Zei ik tegen Alberto. ‘Het geeft niet, ze heeft in ieder geval bescherming.’ Zei hij. ‘Hoe is het met haar?’ hij pakte het kopje koffie uit mijn handen en nam een slok.

‘Nou…’ aarzelde ik. Alberto keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘ze heeft een beetje een hartstilstand gehad.’ Alberto verslikte zich in zijn koffie en begon hard te hoesten. Nadat hij weer een beetje uitgehoest was riep hij: ‘Wat?! Wat is er gebeurd? En waarom hebje het niet gemeld?' 

'Nou, je was al zo ongerust, dus ik dacht..' ik viel stil. 'Laat het denken maar aan mij over, Jasper!' riep hij kwaad. Ik zag dat Vera aan kwam lopen en ze ging met een bezorgd gezicht naast Alberto staan. 'Hoe is het met haar?' vroeg ze. 

'Nou, deze meneer hier,' zei Alberto kwaad. 'Is vergeten te vertellen  dat ze een hartstilstand had gehad.' Vera trok wit weg en Alberto sloeg meteen schuldbewust een arm om haar heen. 'Sorry, ik bedoelde het niet zo.' zei hij tegen mij. 'Maar ze komt er wel bovenop toch?'

Ik knikte. 'Ja, de dokter zei dat het wel een tijdje ging duren, maar het komt wel weer goed.' Ik hoorde Vera opgelucht adem halen. 'We moesten in de wachtkamer wachten totdat de dokters klaar waren.' zei ik en ik draaide me weer om en liep naar de wachtkamer. Ik zakte op het plastic stoeltje en pakte het tijdschrift weer. Ik kon me niet koncentreren op het tijdschrift, dus ik bladerde er maar wat doorheen. Daarna legde ik het weer aan de kant. Ik was zo moe, ik dacht dat ik wel even mijn ogen dicht kon doen, want Vera en Alberto waren er.

Emma:

Ik ontwaakte uit een soort zwart gat, ik probeerde uit volle macht mijn ogen te openen. Toen me dat eindelijk was gelukt kwam ik tot de conclusie dat ik in het ziekenhuis lag. Het was schemerig in de kamer en naast mijn bed stonden twee stoelen, en op het kastje stonden een paar lege koffiemokken. Ik zag een vrouw zitten, ik herkende haar vaag, maar ik kon er niet op komen. Ik kon mijn ogen niet langer open houden in ik gleed weer terug in het zwarte gat.

Jasper:

'Jasper!' riep Alberto. 'Wakker worden. Emma was zonet eventjes wakker.' 

'Huh.' zei ik nog een beetje suffig. 'Vera, ga jij het eens aan hem uitleggen.' riep Alberto naar Vera. Eindelijk kreeg ik een beetje door wat er aan de hand was en ik stond meteen op, maar dat was niet zo'n goed idee, want ik werd duizelig en viel weer terug in mijn stoel. Alberto kwam al met een rolstoel aanzetten, want hij wilde zo snel mogelijk naar Emma toe. Ik werd met een noodvaart het halve ziekenhuis door gereden en toen kwamen we bij de intensive care. Daar schrok ik best wel van, ik wist wel dat ze er lag, maar nu ik het zag werd het toch zo echt. De afdeling zelf was een beetje schemerig en we reden door tot de derde kamer aan de linkerkant van de gang. ik kon haar bed zien door het raampje van de deur. Alberto opende de deur en pakeerde mijn rolstoel naast het bed. Ze zag er zo anders uit dan toen ik haar leerde kennen, nog kwetsbaarder en zo onschuldig.  'Het is mijn schuld dat ze hier nu zo ligt.' zei Alberto overstuur. Vera, die de hele tijd in de deuropening was blijven staan kwam de kamer binnen en keek Alberto aan. 'Het is niet jouw schuld, jij had dit niet kunnen voorkomen.' zei ze kalm. 

'Ik had het wel kunnen voorkomen, als ik niet te laat was geweest, had ze hier nu niet gelegen.' protesteerde Alberto.

Even wist Vera niets meer te zeggen omdat ze wist dat hij gelijk had. Uiteindelijk zei ze; 'We moeten nu vooruit kijken en hopen dat ze snel weer beter word.' Vera nam Alberto mee de kamer uit, en ik bleef alleen achter met Emma. Ik hoopte dat ze opnieuw even wakker zou worden zodat ik haar kon vertellen dat het allemaal goed kwam. Het was inmiddels al 8 uur in de morgen en ik was heel moe omdat ik vannacht bijna niet had geslapen. Ik stond op uit de rolstoel en ging in het bed naast die van Emma liggen en binnen vijf minuten viel ik in slaap. Vijf uren later werd ik weer wakker, er was iemand bij me geweest want er lag een deken over me heen. Ik stond op en ging op zoek naar iemand die de situatie van Emma kon toelichten. Ik liep naar het begin van de gang waar twee verpleegkundigen stonden te praten. 'Uhm, mag ik even wat vragen?' vroeg ik onzeker. ze keken me vriendelijk aan en één van de verpleegster zei: 'Tuurlijk, wat wil je weten?'

'Mijn vriendin Emma Kruisland ligt hier, en ik wilde eigenljk wel iets meer weten over haar situatie.' Emma's achternaam was nep, maar ze moest natuurlijk zo goed mogelijk beschermd worden.  De verpleegster liep voor me uit naar een kantoortje. Nu werd ik wel een beetje zenuwachtig, waarom moest het hier? Het leek zo zenuwachtig. Ik ging op een stoel zitten en de verpleegster begon haar verhaal. 'Emma heeft een hartstilstand gehad, zoals je al wist, maar er bestaat een mogelijkheid dat ze daarbij een hersenletsel heeft opgelopen. We waren er snel bij, maar er is altijd een kleine kans en we willen het niet uitsluiten voor we zeker weten dat het niet het geval is.' Dit kwam hard aan, dus ik vroeg; 'als het zo is, wat kan het gevolg dan zijn?' 

'Dat kan van alles zijn, bekende voorbeelden zijn, spraakgebrek, of dat ze niet meer kan lopen, maar nogmaals, we gaan daar niet vanuit omdat we er zo snel bij waren.'

Ik staarde haar alleen maar aan en hing vermoeid in de stoel.

'Kom, dan breng ik je terug naar de wachtkamer.' zei de verpleegster en ze liep voor me uit. Eenmaal in de wachtkamer liet ik me in een stoel zakken en ik pakte een krant. 

vanaf vandaagTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang