20. Robbin & Simon

2.3K 23 8
                                    

'Hey.' zei hij glimlchend.

'Eh...hoi?' zei ik aarzelend.

Robbin keek gekweld naar Simon, maar hij schudde zijn hoofd. Ik keek verward van Simon naar Robbin, maar geen van beide zei iets. Ik haalde mijn schouders op, het zal wel zo'n vader-zoon dingetje zijn.

'Dus...' zei Simon, waarschijnlijk om de stilte te verbreken. 'Wie wil er wat eten?'

Ik begreep dat ze toch niets meer wilde zeggen en ik had nog niets gegeten. Ik keek op de klok en ik zag dat het al bijna twaalf uur was, dus het was niet zo raar dat ik wel trek had. Ook Vera en Robbin knikten.

Na een paar minuten kwam Alberto binnen en hij ging zuchtend zitten. Hij staarde een tijdje voor zich uit. 'Het spijt me.' zei hij. 'Ik had je moeten geloven.' Ik zei niets terug. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik vond het belachelijk dat hij me eerst niet geloofde, maar het was wel fijn dat hij zijn excuses aanbood.

'Het is al goed.' zei ik. 'Jij kon het ook niet weten.' Alberto staarde nog steeds somber voor zich uit. Vera stond op en nam Alberto mee de keuken uit. Ook ik werd er niet heel vrolijk van.

'Ik weet niet precies wat er gebeurd is,' zei Robbin. 'maar het komt vast wel weer goed.'

Ik glimlachte naar hem. 'Dankje.' zei ik.

'Zal ik je nog een rondleiding geven?' vroeg hij enthousiast.

'Ja is goed.' zei ik. We stonden op en ik pakte nog snel even een broodje mee. Samen liepen we een lange gang door. Hij wees allerlei dingen aan en vertelde wat er gebeurde of waar het voor was. Na een tijdje kwamen we uit bij de grote woonkamer en we gingen even zitten.

'Wil je vertellen wat er gebeurd is?' vroeg hij. Ik dacht even na, wilde ikhet eigenlijk wel vertellen? Ik had het al vaak genoeg verteld vond ik, maar aan de andere kant; ik voelde me op mijn gemak bij Robbin, het voelde alsof ik hem al heel lang kende.

'Oké.' zei ik en ik vertelde het hele verhaal. Toen ik klaar was keek hij me verbijsterd aan. 'Dit meen je toch niet echt, hé?' zei hij bijna boos. 'Wat denken ze wel niet?! En die Arnoud, hoorde hij echt bij die anderen? HIj leek me wel aardig.'

'Ja...' zei ik. We waren even stil.

'Waar is je familie eigenlijk?' vroeg hij.

'Nou, mijn moeder is... een beetje raar.' zei ik.

'En je vader?' vroeg hij.

'Ik heb mijn vader nog nooit ontmoet.' zei ik.

'Oh.' zei hij, waarschijnlijk wist hij niet iets anders te zeggen. Ik keek naar hem en hij keek licht glimlachend voor zich uit.

'Waar is jouw moeder?' vroeg ik voorzichtig.

'Ik heb mijn moeder ook nooit ontmoet.' zei hij en hij keek me aan alsof hij wat wilde zeggen.

'Wat is er?' vroeg hij.

Hij zuchtte. 'Niks.' zei hij.

'Er is wel iets, zonet met je vader ook al!' riep ik gefrustreerd.

Hij zuchtte nog een keer. 'Emma, denk even logisch na. Jij kent je vader niet, ik mijn moeder niet.' zei hij. Oh nee, dit meende hij toch niet?

'Bedoel je... Bedoel je dat jij mijn broer bent?' stotterde ik.

'Emma, ik ben je tweelingbroer.' zei hij liefdevol.

Ik sprong verward op. 'Sorry, ik moet...ik moet.' ik maakt mijn zin niet af, maar rende weg. Ik rende zo hard als ik kon, niet lettend op alle mensen die me nakeken, naar mijn kamer. Ik plofte neer op mijn bed en staarde zonder wat te zien naar het plafond. Ik had gewoon ineens een vader en een broer, een tweelingbroer! Maar wat moest ik nu? Moest ik nu bij hen blijven? Ik wist het allemaal niet meer. Ik moest aan Kim en Eline denken, zij zaten daar allebei nog vast. Het leek wel alsof alles steeds erger wrd. Ik wilde ten minste Kim redden, maar ja, hoe moest ik dat nou weer doen? Ik kon ook gewoon wachten totdat we weer werden achtervolgd en dan me expres laten pakken. Als ik Kim wilde redden, dan was dit misschien wel de enige optie. Ik zuchtte. Na een tijdje werd er zachtjes op de deur geklopt.

'Emma?' hoorde ik Simon zeggen.

'Ja, kom maar binnen.' zei ik. Simon liep de kamer in en ging op het bed tegenover mij zitten. Ik ging rechtop zitten en keek hem vragend aan.

'Hoe voel je je?' vroeg hij.

'Ik weet het eigenlijk niet.' zei ik. 'Het is allemaal zo  veel in één keer.'

'Ja, dat snap ik.' zei hij.

'Waarom ben je weggegaan en heb je mij daar achtergelaten, bij mijn moeder?' vroeg ik, ik was eigenlijk een beetje gekwetst.'

'Emma, ik hou van je en dat meen ik.' zei hij. 'Maar toen jullie net een paar maanden oud waren, was je moeder nog niet zoals ze nu is. Als ik dat had geweten had ik er veel eerder iets aan gedaan.

'Wanneer kwam je erachter?' vroeg ik.

'Gisteren, ik had met Vera en Jasper gepraat.' antwoordde hij.

'Iedereen wist het al?' vroeg ik verontwaardigd.

'Ik wist niet hoe je zou reageren.' gaf hij toe.

'Oh.' zei ik alleen.

'Emma, jij bent gewoon mijn dochter, het maakt niet uit wat er gebeurd.' zei hij en ik zag dat hij het echt meende.

'Dankje.' zei ik fluisterend.

'Ga je mee naar de anderen?' vroeg hij. Ik knikte en we liepen de kamer uit. Onderweg sloeg hij zijn arm om me heen en trok me even tegen zich aan. Toen wist ik dat hij echt van me hield

vanaf vandaagWhere stories live. Discover now