Hoofdstuk 21.

2.1K 16 3
                                    

Samen liepen ze zo de keuken binnen, daar zaten Vera en Alberto en ze waren druk met elkaar in gesprek. Toen ze zagen dat Simon en ik het waren vroegen ze of we erbij kwamen zitten. Ze keken me ernstig aan. ‘Wat we je nu gaan vragen is niet niks en we willen dat je er heel goed over nadenkt.’ Zei Alberto. Ik had geen idee wat het zou zijn dus ik keek hem vragend aan.

‘Zou jij je vrijwillig willen laten pakken,’ zei hij, ‘zodat we de organisatie op kunnen rollen?’

Ik moest meteen aan Kim denken en ik knikte. ‘Ja.’ Zei ik vastberaden.

‘Ik wil dat je er nog eens goed over nadenkt.’ Zei Alberto.

Ik knikte. ‘Maar hoe gaan we dat dan doen?’ vroeg ik. Ik zag Jasper ook aankomen.

‘We hebben het er straks wel even over.’ Zei Alberto.

‘Wat is er?’ vroeg Jasper die er ook bij ging zitten.

‘Niks.’ Zei Alberto. Ik keek hem vragend aan. Waarom mocht Jasper het niet weten?

‘Kom je even mee?’ vroeg Vera aan mij. Ik stond op en liep achter Vera aan de keuken uit. We liepen naar onze kamer en ik ging languit op mijn bed liggen.

‘Emma, je moet er écht goed over nadenken.’ Zei Vera. ‘Ik heb liever dat je niet gaat. Alberto trouwens ook niet, maar hij was verplicht om dat te zeggen.’

‘Ik wil Kim redden.’ Zei ik zacht.

Vera gaf me een knuffel. ‘Oké, ik zal het tegen Alberto zeggen.’ Zei ze en ze liep de kamer uit. Al na een paar minuten kwamen er twee mannen binnen.

‘Hallo Emma,’ zei de ene. ‘wij komen je even iets uitleggen.’

‘Waarom doet Alberto dat niet?’ vroeg ik.

‘Hij wilde het niet.’ Zei de andere man.

‘oh.’ Was het enige wat ik zei.

‘Maar in ieder geval,’ ging de andere man weer verder. ‘Het plan:’

Voor mijn gevoel was het uren later toen ze alles hadden uitgelegd. Ik snapte alles, maar ik was ineens wel heel nerveus geworden. Alle dingen waar ik op moest letten en alle dingen die zo makkelijk fout konden gaan. Het was de bedoeling dat het plan morgen werd uitgevoerd, dus er was niet veel tijd meer. Het was ondertussen al bijna zes uur en ik besloot om naar de keuken te gaan. In de keuken waren Simon en Robbin diep in gesprek.

‘Stoor ik?’ vroeg ik.

‘Nee, nee kom binnen.’ Zei Simon en hij liep naar het aanrecht. ‘Ik heb lasagne gemaakt’ zei hij, ‘Wil je ook?’

Ik knikte en ging naast Robbin zitten. Dit was mijn laatste avond en ik moest genieten van de tijd die ik nog met ze had. Simon kwam aanlopen met drie borden lasagne.

‘Het ziet er heerlijk uit.’ Zei ik.

‘Het is mijn specialiteit.’ Zei hij.

‘Het is echt het allerlekkerste wat je ooit gegeten hebt.’ Zei Robbin grijnzend. Ik nam een hap en moest Robbin gelijk geven, dit was echt verukkelijk!

‘En is het lekker?’ vroeg Simon. Ik knikte. Simon kwam er ook bij zitten. ‘Ik wilde het even hebben over het plan.’ Zei hij toen serieus. ‘Ik wil niet dat je gaat.’ Zei hij.

Wat? ‘Ik ga wel.’ Zei ik vastberaden.

‘Geen sprake van.’ Zei Simon.

Ik werd ineens boos. ‘Zeg, wie denk je wel niet wie je bent.’ Zei ik. ‘Je bent er nooit voor me geweest en nu denk je dat je je ineens overal mee kunt bemoeien?’ Ik dacht het niet, ik ga morgen gewoon weg! Ik liep voor het eerst sinds een paar dagen naar buiten. Het miezerde een beetje, maar daar had ik geen problemen mee. Ik zag dat naast de ambassade een bos was. Ik voelde me opeens heel erg opgesloten, ik kon gewoon niet buiten deze muren komen. Ik wilde zo graag even het bos in, ik voelde me daar altijd op m’n gemak, tussen de bomen en planten. Ik besloot een gokje te wagen en ik liep naar de uitgang. Er kwam een bewaker aanlopen.

‘Wat is je naam?’ vroeg hij.

‘Emma LaFleur.’ Zei ik. ‘Ik wil graag even naar buiten.’ Ik wees naar het bos.

‘Ik weet het niet.’ zei hij twijfelend. ‘Ik moet het eerst even met iemand overleggen.’

‘Alsjeblieft? Heel eventjes maar.’ Smeekte ik.

Uiteindelijk gaf hij toe. ‘Heel eventjes dan.’

Ik liep blij langs hem heen naar buiten. Ik liep regelrecht naar het bos en ik snoof de heerlijke geur op. Ik had alleen niet door dat iemand me volgde. 

vanaf vandaagWhere stories live. Discover now