Hoofdstuk 21

61 5 0
                                    

Terwijl ik mijn ontbijt aan het eten was kwam Hester naast me zitten.
'Komen jullie wel weer terug?' vroeg ze ongerust. 'Natuurlijk komen we terug,' antwoordde ik. 'Bedankt voor het vertrouwen,' voegde ik sarcastisch toe. Hester lachte.
Joselien kwam naast ons zitten. 'Ik moest van Thomas mededelen dat hij van Isa moest zeggen dat Nathaniel zei dat James vertelde dat we ons klaar moeten maken om te gaan,' zei ze.
We schoten alle drie in de lach.
'Lady's, laat me gezellig met jullie meelachen,' zei Wouter en hij kwam zitten. Ik keek hem verbaasd aan.
'Wat is er? Zit er wat op m'n gezicht?' grapte Wouter.
'Waarom ben je zo vrolijk?' vroeg ik argwanend. 'Mag dat dan niet?' vroeg Wouter. 'Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel, je was gisteren zo chagrijnig dat ik dacht dat je vandaag een extreem ochtendhumeur zou hebben,' zei ik.
Wouter begon te lachen. 'Nee, je zou eerder kunnen zeggen dat ik een namiddag- en avondhumeur heb, maar 's ochtends heb ik altijd een goed humeur. Wen d'r maar aan, je zult me de komende tijd nog wel aan moeten zien met een vrolijk gezicht,' zei Wouter en hij begon ook te eten.
'Hester, moet je dit eens zien!' riep Isa, die bij het raam stond. Hester stond op. 'Ik kom je straks nog wel even gedag zeggen,' zei Hester en ze liep naar Isa toe.
Thomas, Ella en Cassandra kwamen aangelopen en kwamen bij ons zitten.
'Goedemorgen,' zei Ella en ze kreeg een bord eten toegereikt. 'Goedemorgen,' zeiden Cassandra en Thomas ook in koor en Anna gaf hen ook een bord met eten.
'Zijn jullie al zenuwachtig voor de voedselrun van straks?' vroeg Cassandra.
'O, asjeblieft, ik wil het woord "voedselrun" niet meer horen,' zei Joselien en we moesten alle zes lachen.
'Nee, maar serieus. Doen jullie wel voorzichtig?' vroeg Ella. 'El, je kent mij al bijna zes jaar en de anderen net een dag. Natuurlijk doen wij niet voorzichtig," zei Thomas en we schoten weer in de lach.
James kwam aangelopen. 'Voor de mensen die meegaan, we vertrekken in vijf minuten,' zei James en hij liep weer weg.
Ik zuchtte diep. 'Ik ben zo terug,' zei ik en ik stond op.
Ik liep naar Isa en Hester die bij het raam stonden. Ze wezen naar buiten en hadden de slappe lach.
Ik glimlachte en keek van een afstandje toe. Ik was blij dat Hester weer een beetje kon lachen nadat we gisteren onze ouders en ons zusje hadden gezien.
'Je weet dat mensen bespioneren niet heel netjes is?' haalde de stem van Nathaniel me uit mijn gedachten.
'Nathaniel, ik schrok me een ongeluk,' grinnikte ik. 'Sorry,' grijnsde hij.
'Ben je klaar voor de voedselrun?' vroeg hij. Ik zuchtte en schudde mijn hoofd. 'Totaal niet, maar we zijn bijna door onze etensvoorraad heen en we hebben echt nieuwe kleren nodig. Ben jij d'r klaar voor?' zei ik.
Nathaniel haalde zijn schouders op. 'Ik heb hier niet zoveel te doen. Normaal ben ik de hele dag buiten in het bos of help ik op de boerderij van mijn oom en tante. Als ik niet mee zou gaan op voedselrun zou ik hier maar binnen zitten tussen de bloednerveuze mensen die zich alleen maar afvragen of de mensen die wel op voedselrun zijn wel weer veilig terugkomen,' vertelde Nathaniel.
Ik lachte. 'Tja, maar je leven riskeren is ook geen pretje,' zei ik.
Nathaniel haalde weer zijn schouders op. 'Maar stel dat dit nou geweldig uitpakt en we nog meer overlevenden vinden en super veel eten en drinken meenemen, dan mochten wij daar getuige van zijn! Hoe geweldig zou dat zijn?' zei Nathaniel enthousiast en hij grijnsde in gedachten verzonken.
Thomas kwam aangelopen. 'Nathaniel, Inez, we moeten gaan,' zei hij.
Ik knikte en liep naar Isa en Hester toe.
Ik haalde diep adem. 'We moeten gaan,' zei ik en ik werd meteen omhelsd door Hester.
'Kom levend terug, beloof het me!' riep ze snikkend. 'Hes,' zei ik. 'Ja?' vroeg ze.
'Ik krijg geen lucht meer,' zei ik. 'O, sorry,' zei ze en ze liet me snel los.
'DAMES EN HEREN, WE VERTREKKEN IN TIEN SECONDEN!!' riep James.
'Ik moet nu echt gaan,' zei ik en ik gaf Hester nog een laatste knuffel.
'Doei Inez,' zei Isa, nadat ik Hester had losgelaten. 'Doei, Isa. Let een beetje op Hester, asjeblieft,' zei ik. 'Zal ik doen, maak je geen zorgen,' antwoordde Isa. Ik glimlachte en ik liep snel naar Ella en Cassandra.
Cassandra moest huilen en Ella had een arm om haar heen geslagen en probeerde haar te troosten.
'Doei Cassandra en Ella, tot snel,' zei ik en ik gaf ze beide een knuffel.
'Doei Inez, pas goed op jezelf en zorg dat je geen zombie wordt,' zei Ella. 'Ik ga m'n best doen,' grijnsde ik, waardoor we begonnen te lachen.
'VOOR ALS IK NET NOG NIET DUIDELIJK WAS, WE VERTREKKEN NU!!' riep James en hij opende het luik. Meteen klonken er weer zombiegeluiden.
'De zombies zijn weer wakker geworden,' zei ik zacht. 'Succes,' zeiden Ella en Cassandra tegelijk.
Ik liep naar het luik toe waar Joselien, Thomas, Wouter, Nathaniel, Wouter, Anna en James al stonden.
'Wees voorzichtig en kom asjeblieft heelhuids terug,' zei Liesbeth.
'Maak je geen zorgen, we zullen goed op onszelf en elkaar passen,' zei James, waarna hij door het luik naar beneden klom.
We gingen één voor één achter hem aan naar beneden.
Boven sloten Isa en Hester het luik.
'Dit gaat ons nu al niet meer lukken, kijk hoe veel zombies er staan,' zei Wouter.
'De zombies die we toen de trap af hadden geduwd staan nu natuurlijk met z'n allen beneden. We gaan nooit daar langs komen, het was toen al vermoeiend om alle zombies neer te knuppelen, maar dit is gewoon onmogelijk,' zei Joselien.
'Niets is onmogelijk. Als iets niet kan is er altijd nog een andere mogelijkheid,' zei ik.
'Mooi gezegd, Inez,' zei Thomas. 'Maar welke andere mogelijkheid heb je behalve beneden aangevallen worden door zombies?' vroeg hij.
Ik dacht diep na. 'We kunnen via een raam naar buiten,' bedacht Joselien. 'Slim, Joos. Waar is hier een raam?' zei ik en we keken rond.
'Aan de overkant is een raam, maar we moeten ook bedenken hoe we dan weer binnen komen als we na de voedselrun weer terug naar binnen willen,' zei James.

Zombie Flare (Dutch)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora