Hoofdstuk 19

49 6 2
                                    

'De oudere kinderen en volwassenen gaan eens in de zoveel dagen op voedselrun. Tijdens een voedselrun ren je in een klein groepje door de stad en ga je naar winkels om zoveel mogelijk eten, drinken, medicijnen, menstruatiemateriaal en andere spullen te zoeken,' vertelde Liesbeth.
'Menstruatiemateriaal? Zijn daar speciale spullen voor?' vroeg een jongen.
'Natuurlijk zijn daar speciale spullen voor, denk je anders dat we 't gewoon laten lopen?' vroeg de vrouw met de kleine kinderen verbaasd.
'Huh, maar menstruatie is toch zelfbevredig-' begon de jongen, maar hij werd meteen onderbroken door James. 'Jongeman, er zijn hier ook kleine kinderen bij, let op je taalgebruik!' 'Maar -' probeerde de jongen weer.
'Nathaniel, menstruatie is de maandelijkse periode van een vrouw,' zuchtte een vrouw van het museumpersoneel. 'Ohw... Ik dacht -' 'Ja, we weten wat je dacht. Liesbeth, ga verder met je verhaal,' zei James chagrijnig.
Ik keek Joselien even aan, waarna we zacht begonnen te lachen.
'Goed. Tijdens zo'n voedselrun zoek je dus naar spullen met gevaar voor eigen leven. Stel er wordt iemand gebeten keren jullie meteen terug naar het museum, maar help de gebeten persoon niet. Daarmee breng je jezelf alleen maar meer in gevaar. Ook als je vriend, vriendin, familielid, wie dan ook, gebeten wordt; help niet. Het is te gevaarlijk en zodra iemand gebeten is kan die persoon toch niet meer gered worden. Zoek tijdens voedselruns ook naar andere overlevenden en breng ze naar het museum. Is het tot zover duidelijk voor iedereen?' zei Liesbeth en ze keek iedereen indringend aan.
Iedereen knikte. 'Mooi. Met het eten wat de kinderen hebben meegenomen kunnen we nog wel een dag vooruit, maar ik vrees dat we morgen toch de eerste voedselrun moeten doen,' zei Liesbeth en ze keek met een ongeruste blik in haar ogen naar James.
'Zijn er vrijwilligers die morgen de eerste voedselrun willen doen?' vroeg hij en hij keek de groep rond.
Niemand stak zijn hand op.
Opeens pakte Joselien mijn hand en stak hem samen met haar eigen hand in de lucht.
'Wij willen wel gaan,' zei Joselien. 'Wat?' zeiden Thomas, Wouter, Ella, Cassandra, Hester, Isa en ik in koor.
'We moeten Shamira en Mirthe nog zien te vinden, weet je nog?' fluisterde Joselien. 
'Ja klopt, maar dit is wel de meest impulsieve actie die ik je in tijden heb zien doen,' fluisterde ik terug. 'Dank je,' zei Joselien grijnzend terug.
'Oké, dus Inez en Joselien gaan morgen vrijwillig op voedselrun, ik ga ook mee. Wie wilt er nog meer vrijwillig? Anders ga ik mensen uitkiezen,' zei James.
'Ik ga ook wel,' zei Nathaniel. 'Ik ga ook,' zeiden Thomas en Wouter in koor.
'Is er nog iemand van de volwassenen die mee wilt?' 'Ik ga wel," zei de moeder van de kleine kinderen.
'Als er in de tussentijd iemand op mijn kinderen past,' zei ze. 'Wij passen wel op uw kinderen, mevrouw,' zeiden Ella en Cassandra meteen.
'Mooi, is dat ook weer geregeld. Zoek allemaal maar een slaapzak en een plek in de kamer uit. Over een uurtje gaan we eten, dus tot die tijd hebben jullie vrije tijd. Jullie kunnen kletsen of iets anders saais aangezien hier niet veel te doen valt, kijk maar wat jullie willen doen,' zei James en hij stond op.
Terwijl Thomas James de zakken met eten gaf, pakten we zes slaapzakken en legden ze in de hoek bij een groot standbeeld van een zwarte gorillakop met een gouden feesthoedje op en gouden feesttoeter in zijn mond.

Toen iedereen zat te kletsen kwam Hester aangelopen.
'Inez?' vroeg ze aarzelend. 'Ja? Wat is er? Je kijkt alsof je een spook hebt gezien,' grapte ik. 'Ik moet je wat laten zien,' zei Hester en ik stond op.
Hester trok me mee naar het grote, ronde raam van de zolder dat uitkeek op de drukke winkelstraat, vol met zombies.
'Kijk, zie je bij die snoepwinkel drie zombies staan?' vroeg ze en ze wees naar buiten.
'Waar? Ik zie er heel veel,' zei ik. 'Die man, vrouw en dat kleinere meisje ernaast,' verduidelijkte Hester.
'Ja, ik zie ze. Wat is daarmee?' vroeg ik en ik keek naar Hester.
Ze had tranen in haar ogen en zuchtte diep.
'Dat zijn -' zei ze met een brok in haar keel. Ik keek met samengeknepen ogen door het raam naar de drie zombies.
Ik snakte naar adem. 'D-dat zijn... zijn dat echt? Nee, toch?' vroeg ik geschrokken.
Hester knikte langzaam. 'Dat zijn papa, mama en Marit,' zei ze.
Marit was ons kleinere zusje van twaalf jaar.
'Nee, dat zijn ze niet echt toch?' vroeg ik.
Hester zuchtte. 'Weet je wat het laatste is dat ze tegen mij hadden gezegd?' vroeg Hester met een snik.
'Nee?' vroeg ik. 'Succes met je wiskundetoets!' riep Hester en ze barstte in huilen uit.
Ik knuffelde haar stevig terwijl er bij mij ook tranen over mijn wangen liepen.
'Maar we hebben elkaar nog,' zei ik troostend. Hester knikte en veegde haar tranen van haar wangen.
Isa en Joselien kwamen aangelopen. 'Wat is er aan de hand?' vroeg Joselien bezorgd.
'Hester had onze ouders en ons zusje buiten zien staan. Als... Je weet wel,' legde ik uit.
Isa en Joselien gaven ons een soort mislukte, maar goed bedoelde groepsknuffel.
'We moesten komen zeggen dat we moeten eten. Ik hoop dat jullie van Chinees eten houden, anders hebben jullie een probleem,' zei Joselien, waardoor Hester en ik weer moesten lachen.
We liepen met z'n vieren naar de andere mensen die in een kring bij elkaar zaten.
'Meiden, kom er snel bij zitten. Er is niet heel veel eten, maar er is in ieder geval wat. Willen jullie rijst of bami?' vroeg Liesbeth.
'Rijst,' zeiden Joselien en ik in koor. 'Bami,' zeiden Hester en Isa ook in koor.
Joselien ging tussen Thomas en Wouter in zitten en ik ging tussen Hester en Thomas in zitten.
Ik kreeg een bord met rijst aangereikt en nam een grote hap, het was alweer een tijdje geleden sinds ik iets had gegeten.
'Gaat alles goed? Je ziet eruit alsof je hebt gehuild,' vroeg Thomas ongerust.
'Heeft ze ook, ze had zo'n ongelofelijke trek in rijst, ze barstte spontaan in tranen uit,' zei Joselien rustig, terwijl ze een grote hap van haar rijst nam.
Ik verslikte me in mijn rijst van het lachen. 'Nee, maar serieus. Gaat alles goed?' vroeg Thomas. 'Nu wel weer, dankzij Joseliens Lachservice,' zei ik toen ik mijn rijst fatsoenlijk had doorgeslikt. 'Tot uw dienst,' zei Joselien met een knipoog.

Zombie Flare (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu