Hoofdstuk 9.3

158 24 8
                                    

'Dante!'

De stem van Daniël schrikt Dante op uit zijn gedachten en hij legt de envelop snel neer op zijn bureau. 'Ja?'

Daniël loopt richting Dantes bureau, maar lijkt vergeten te zijn wat hij wilde zeggen als zijn blik op dezelfde envelop valt. 'Wat is dat?' vraagt hij. Het antwoord wordt hem echter al snel duidelijk als hij de jonge agent benadert. 'Ben je daar nu nog steeds mee bezig?' vraagt hij. Er zit een geïrriteerde toon in zijn stem.

'Ik wil er alleen zeker van zijn dat we niets over het hoofd hebben gezien,' zegt Dante.

'Daar zijn we al zeker van,' zegt Daniël met vlakke stem. 'Als we er niet zeker van waren, hadden we de zaak niet afgesloten.'

'Maar...' Dante kijkt terug naar de pagina's voor zich. Het mapje is schikbarend dun, zeker als het moord betreft, maar voor de politie is het een gemaakte zaak: Finn heeft zelfmoord gepleegd. Het is niet nodig vijftig pagina's extra te wijden aan een verhaal dat op hetzelfde neerkomt.

'Je kan er niet meer van maken dan het is, Dante,' zegt Daniël hoofdschuddend. Zijn stem is kalm maar berispend. 'Laat het rusten. Er zijn genoeg andere dingen te doen hier waar we jou voor nodig hebben.'

Zoals het oneindig zoeken in de archieven en toekijken hoe anderen het belangrijke werk doen, voegt Dante sarcastisch toe. Voor de zaak-Van der Hei vulde hij zijn dagen altijd op dezelfde, eentonige manier.

'Daar wilde ik het nog met u over hebben,' zegt hij snel. Zijn hart bonst in zijn keel als hij de woorden loslaat, omdat hij weet wat zal volgen. Hij wil al langer deze vraag stellen, maar durft het vaak niet. Nu heeft hij zichzelf een opzetje gegeven en kan hij niet meer terug.

'Ga je gang,' zegt Daniël. Hij maakte zich klaar om zich om weg te lopen, maar vestigt zijn aandacht nu weer op Dante. Zijn figuur en stem spreken autoriteit uit, iets wat Dante heel lang heeft geïntimideerd. Hij dacht over dat gevoel heen te zijn, maar nu hij last heeft van spanning, komt ook de intimidatie terug.

'Ik...' Hij bijt op zijn lip. 'Zou u willen zitten?' vraagt hij dan.

Zijn baas trekt zijn wenkbrauwen op, maar schuift een bureaustoel richting het bureau en neemt plaats.

'Ik vraag dit alleen omdat u mij meerdere keren hebt laten weten dat u erg tevreden bent met mijn werk,' begint de jongen. 'U zei dat ik het ver zou kunnen schoppen.'

'Dat herinner ik me, ja,' bromt Daniël.

'Ook bij het afsluiten van de zaak zei u dat ik uitstekend werk had geleverd,' gaat Dante verder. Hij vouwt zijn handen samen en knijpt erin om het trillen te verbergen. 'En u zei dat u dat niet had verwacht, omdat ik meer uit noodzaak die positie had gekregen, maar dat ik u positief had verbaasd.' Dat was ook precies Dantes bedoeling geweest toen Daniël hem het nieuws had gebracht dat hij eenmalig mee mocht werken aan een grotere zaak – de zaak-Van der Hei – vanwege een personeelstekort. Het was zijn kans geweest om zichzelf te bewijzen, wat gelukt was, maar daarna was het stil gebleven.

Dat herinnert Daniël zich ook. 'Kom ter zake.'

'Ik vroeg me af...' begint Dante, terwijl zijn hart nu bonst in zijn keel. '... of ik al klaar ben voor een promotie.'

Een grimas ontsnapt aan Daniël. 'Een promotie?' herhaalt hij.

Dante knikt, maar de moed zinkt nu al in zijn schoenen.

Zijn baas haalt even adem en laat een stilte vallen waarin hij het juiste antwoord probeert te formuleren. 'Je hebt gelijk als je zegt dat je me hebt verbaasd met het werk dat je hebt geleverd tijdens dit proces,' zegt hij. Terwijl de woorden zijn mond verlaten, kijkt hij dringend in Dantes ogen, alsof hij zeker wil weten dat hij luistert. 'En ik zie ook zeker potentie in je.'

Dante durft het bijna niet te vragen. 'Maar?'

'Je zou beter moeten weten.'

Hij fronst. 'Hoezo?'

Daniël schudt meewarig zijn hoofd en lijkt het zelf niet eens te zijn met zijn woorden. 'Je zou moeten weten dat ik dat niet kan doen,' zegt hij neerslachtig. Iedere uitstraling van autoriteit is weg.

Toch snapt Dante het nog niet. 'Ik kan het aan, als u zich daar zorgen over maakt.'

Het hoofd wordt geschudt. 'Dat is niet het probleem.'

'Wat dan wel?' Zijn bonzende hart is veranderd in opgetrokken wenkbrauwen.

Daniël zucht als hij beseft dat hij het hele verhaal zal moeten uitleggen. Als er iets is waar hij geen zin of tijd voor heeft, dan is het een Jonassen-zoon vertellen over het voorval in de familie Jonassen. 'Een andere keer, Dante.'

'Er is geen beter moment dan nu,' zegt Dante, die vindt dat hij al veel te lang heeft moeten wachten. 'Waarom kunt u mij niet promoveren als u en ik dat allebei willen?'

Daniël laat hem amper zijn zin afmaken. 'Omdat je een Jonassen bent,' sist hij. Hij leunt naar voren, zodat zijn woorden alleen voor hem en Dante te horen zijn. 'Als ik een Jonassen promoveer, ben ik dezelfde dag de deur nog uit en jij zal teruggezet worden op de plek waar je vandaan komt.'

'Maar–'

'Je moet blij zijn dat ik je de kans om hier aan de slag te gaan gegeven heb,' gaat Daniël verder nadat hij kort over zijn schouder heeft gekeken om er zeker van te zijn dat niemand meeluistert. 'Je zit bij de politie, precies zoals je wilde, maar vraag me niet om promotie.'

Dante slikt.

'Je moet het niet moeilijker maken dan dat het is.'

'Waarom is–'

Daniël schudt zijn hoofd, leunt achterover in zijn stoel, maar spreekt nog steeds op zachte toon. 'Als je dat niet snapt, zal je toch echt even achter je oren moeten krabben en jezelf moeten afvragen of dit wel de goede plek is.'

Dante opent zijn mond, maar krijgt er geen woord tussen.

'Als je slim bent, ga je terug aan het werk.' Daniël staat op en recht zijn rug. 'Laat de zaak-Van der Hei achter je en ga verder met Hagenaar. Als je dat hebt opgelost, zal ik je een nieuwe taak geven en daarna nog één. Als het moet, laat ik je het hele alfabet zeventien keer overschrijven of pi tot in het driehonderdste decimaal op papier zetten. Maar een promotie zal je niet krijgen.'

Dante bijt op zijn lip, maar weet niet meer wat hij moet zeggen na deze harde woorden van Daniël. Daarom laat hij zijn hoofd zakken en zwijgt hij.

Daniël slaat zijn ogen neer. 'Sorry, zegt hij, terwijl hij beseft wat hij fout deed, 'dat had ik niet mogen zeggen.' Hij zucht diep. 'Je hebt goed werk geleverd, Dante.' Het klinkt oprecht.

De jonge agent weet er één woord uit te persen. 'Bedankt.'

'Neem dit alsjeblieft niet al te persoonlijk op,' gaat Daniël verder. Zijn stem is zachter dan Dante van hem gewend is. 'Ik heb er geen spijt van jou aan het team toegevoegd te hebben, maar je moet weten dat wat je me vraagt, echt niet kan.'

'Ik begrijp het.' Niet helemaal, maar vragen naar antwoorden durft hij niet meer.

Daniël klopt hem op zijn schouder. 'Ga zo door, oké? En ik wil het graag weten als je iets nieuws te melden hebt over Hagenaar.'

Dante kan niets anders doen dan knikken terwijl zijn gedachten vele kilometers per uur gaan. De combinatie van de onbekende informatie die hij blijkbaar hoort te weten en het bombardement van alle dingen die Daniël hem zou laten doen voordat hij zou worden gepromoveerd zorgt voor kortsluiting in zijn brein.

Op datzelfde moment valtDantes oog op de lichtpaarse envelop op de hoek van zijn bureau. Hij pakt hetop, houdt het tussen zijn wijs- en middelvinger geklemd. Zijn gedachten dwalen vande promotie naar de woorden van Daniël en als laatste naar het raadsel van de envelop, waardoor hij opeens een complete stilte van gedachten ervaart. Vanaf dat moment is er nog maar één gedachte die zijn hele bewustzijn overneemt: hij weet de oplossing.

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now