40. Nachtmerrie ✔

214 20 3
                                    

Pov Hayat

Ik kan niet geloven dat ze het echt gedaan hebben. Nu ben ik in een uur 3 mensen waarvan ik hou, kwijtgeraakt. Die complimenten van Salma hoef ik niet eens. Ik wil gewoon dat alles weer is zoals het was. Toch houd ik me sterk, voor Hicham, voor Anouar en voor Badr.

'Hayat jij gaat met Nassim mee, hij wacht buiten op je.' zegt Salma.

Ik gehoorzaam netjes, maar neem nog snel afscheid van de agente die mij geholpen heeft. Het is zo'n aardige vrouw.

Met een terneergeslagen blik ga ik naar mijn broertje die bij zijn auto staat samen met Hafssa.

Ik vlieg in hun armen en zo staan we even.

'Misschien is het een goed idee als ik je naar huis breng.',zegt Nassim,' we zijn nu toch in Brussel.'

Hafssa wrijft zachtjes over mijn arm. Ik bedenk nog wat ik zal antwoorden wanneer ik Anouar en Badr geëscorteerd zie worden.

Ze worden naar een zwart busje geleid en er hardhandig ingeduwt. Salma wisselt nog een paar woorden met de 3 agenten en stapt dan op ons af.

'Hayat, ik verwacht morgen om 15u op mijn kantoor. Er staat je iets groots te wachten.' Ik forceer zo goed als ik kan een glimlach om haar niet wantrouwig te maken.

'Ik zal er zijn, mevrouw.'

'Goed dan! Geniet van de rest van de dag.'

Ze maakt aanstalten om te vertrekken, maar draait zich dan om.

'Ik moet zeggen dat je deze zaak op een aparte manier hebt opgelost, we waren best bezorgd omdat je ons geen enkele update gaf en het zendertje zijn signaal verloor.'     

Ik weet niet echt wat ik daarop moet antwoorden dus ik haal mijn schouders gewoon op.

'Nu moet ik toch echt gaan! Tot morgen jullie twee.' Ze zet haar zonnebril op en vertrekt.

'Gaan we?' hoor ik Nassim achter me vragen. Ik stap achterin in, Hafssa laat ik wel naast hem zitten.

Ons schattige huisje komt in zicht en ondanks al deze gebeurtenissen, ben ik ergens wel blij dat ik mijn ouders ga terugzien. Als ik uitstap merk ik hoe moe ik eigenlijk ben. Ik houd in gedachten dat ik meteen ga slapen. Nassim doet de deur open en voor iemand wat kan zeggen vliegt mijn moeder me om de hals.

'Mijn dochtertje! Je bent oké!'

Ze trekt me binnen en zet me neer op de bank. 'Ik ga wat te eten halen.'

Meteen komt mijn broer Yassine binnengestormt. 'Je bent terug? Hayat, wollah, ik heb je gemist.'

Alleen mijn vader ontbreekt nog. Vast aan het werken.

Mijn moeder komt terug met een schaal gevuld met koekjes en glazen muntthee. 'Vertel lieverd wat is er allemaal gebeurd.'

Voor ik aan mijn uitleg kan beginnen, voel ik de brok in mijn keel zich al vormen. Dat gaat dus niet lukken. Nassim ziet het en vertelt in grote lijnen wat er gebeurd is, hij weet de details niet echt, alleen wat hij van Salma heeft gehoord.

Met grote ogen luisteren ze toe. Na het verhaal kijken ze me beiden bezorgd aan.

'Wat ga je nu doen?' vraagt Yassine ten slotte.

'Morgen ga ik naar Salma en vertel ik haar dat ik ontslag neem.'

'Jij gaat echt geen ontslag nemen, jongedame!'

Mijn vader komt binnen met een boze uitdrukking op zijn gezicht. 'Papa je snapt het niet!'

Hij neemt naast Yassine plaats op de bank en kruist zijn armen.

'Nee inderdaad nee. Je hebt een heel moeilijke opleiding gevolgd, je studeerde welgeteld iets meer dan een maand geleden af, je voltooit een moeilijke opdracht en dan besluit je ontslag te nemen? Je begrijpt toch dat dat vrij absurd klinkt?'

Zuchtend knik ik.

'Ja dat weet ik. Alleen papa, ik kan het gewoon niet aan. Vandaag stierven er 2 mensen voor mijn neus, één van hen heb ik met mijn eigen handen gedood. Dit is een marteling voor mij, het zal me heel mijn leven achtervolgen. Ik ben niet gemaakt voor deze job.'

De gekwetste uitdrukking op zijn gezicht, bezorgd me een schuldig gevoel, maar ik weet dat ik nu een belangrijke en de juiste beslissing gemaakt heb.

'Wat wil je dan gaan doen in je leven?' 'Ik wil opleiding tot juriste volgen en bij Yassine gaan werken.'

Mijn broer kijkt blij op, hij voelde zich altijd het buitenbeentje van de familie omdat hij niet koos voor een opleiding bij MSS. Mijn vader kijkt naar mijn moeder in de hoop dat hij daar steun krijgt, maar mijn moeder legt trots haar hand op de mijne.

'Goed dan.'

Een kort antwoord, maar het was goed voor mij. Hij staat op, geeft nog een kus op het hoofd van mijn moeder en beent de kamer uit.

'Van wie was het andere lijk?' vraagt Hafssa voorzichtig. Met betraande ogen probeer ik antwoord te geven.

'H-h-hicham.' Ik houd het niet meer en barst weer in tranen uit. Nassim en Hafssa schrikken hard en kijken elkaar geschrokken aan. Ik denk weer aan al die leuke momenten samen.

Ook al kende ik hem maar 1 maand, en ja dat vinden jullie misschien belachelijk, hij was echt voor mij gemaakt en andersom ook.

'Wie is Hicham?' vraagt Yassine verbaasd.

'Soort van Hayats vriend vriend.' helpt Hafssa hem een handje.

Ik zie dat hij het ongemakkelijk vindt net als mijn moeder.

'Hij zou na de zomervakantie met jullie willen afspreken.' zeg ik dan.

Het is muisstil in de kamer, niemand weet wat hij of zij moet zeggen. Uiteindelijk sta ik op, ik wil nog bij mijn 2 vrienden langs.

'Ik ga naar Soumia en Imad.' deel ik hen mee.

'In deze staat kan je misschien beter thuisblijven?' zegt Nassim. Resoluut schud ik mijn hoofd.

'Nee ik wil echt naar hen toe.'

Zonder op antwoord te wachten, maak ik me snel uit de voeten.

Met mijn handen in mijn broekzak, stap ik de straat uit. Soumia woont niet zo ver van mij. Bij haar deur bel ik aan en wacht tot de deur wordt opengedaan. Na een tijdje bel ik nog een keer aan.

Haar moeder doet open en op z'n zachts gezegd, ziet ze eruit als een zombie.

'Mevrouw, waar is Soumia?' vraag ik dan.

'Weg.' krijg ik als antwoord.

'Oh. Uhm. Waarheen dan?'

Ze valt neer en snel roep ik om hulp. Haar man komt eraan gelopen en tilt haar op.

'Kom maar binnen meisje.'

Ik volg hem en kijk toe hoe hij water over het gezicht van zijn vrouw spettert. Even later ontwaakt ze.

'Soumia is weggelopen.'

Ik kan dit toch niet zomaar geloven. Soumia was gelukkig hier?

'Waarom?'

Ze kijken elkaar.

'Dat weten wij ook niet, lieverd.

De politie is naar haar op zoek, maar ze hebben nog niets gevonden.'

Soumia's moeder leunt op de schouder van haar man. Ze zien er beiden uitgeput uit. Dat snap ik volledig, hun enige oogappeltje is weg.

'Ik zal mee helpen zoeken, dat beloof ik.'

'Lief van je Hayat, gefeliciteerd trouwens met je overwinning.'

Ik glimlach liefjes naar hen en neem dan afscheid. Deze dag was vreselijk. Stiekem hoop ik nog steeds dat ik nu wakker word en het gewoon een nachtmerrie was. Maar zoals het er nu uitziet, zal dat niet snel gebeuren.

Wat gaat er nu verder gebeuren met de groep?

Xoxoxo DawSatie

Vriend & Vijand Where stories live. Discover now