22. Mindfuck ✔

338 32 2
                                    

Pov Hayat

Ik bots tegen een man die precies lijkt op de man die ons net heeft weggejaagd. Oké dit is eng...

'W-wie bent u?' vraag ik stotterend.

De man lacht luid.

'Kom binnen, snoepje dan leg ik alles uit.' zegt hij flirterig.

'Wat snoepje? Ze is geen M&M?' komt Anas opeens mengen.

'We werden net buitengegooid door IEMAND' zeg ik luid.

'Oh door mijn broer toch? Kom binnen dan leg ik het uit!'
Anas en ik wisselden een blik uit.

Oké dus Abdullah heeft een twins. Ik neem dan maar weer plaats op de bank met Anas naast mij. Abdullah kijkt verveeld uit het raam met een glas wijn in zijn hand.

'Oké,ik ben dus Abdullah.' zei de broer van ,wacht Abdullah? Dus een tweeling heeft gewoon twee dezelfde namen?

'Zo hun ouders hadden ook veel inspiratie.' fluistert Anas in mijn oor.

'Ik zal jullie even een verhaaltje vertellen.' gaat hij rustig door.

'Mijn moeder, oftwel onze moeder, beviel dus van ons. Helaas had ze niet veel zin om voor ons te zorgen en ze legde ons in 2 mandjes. In ieder geval, we werden beide opgepikt door een gezin, maar leefden apart. Meer nog we wisten niet eens van elkaar bestaan. Tot ik op een dag een jongen tegenkwam in een snackbar die precies op mij leek. Hij heette toevallig ook Abdullah, en nee onze oorspronkelijke moeder gaf ons die namen niet, dat waren onze pleegmoeders. Uiteraard hadden we al een vermoeden dat we broers waren,maar om het zekere voor het onzekere te nemen lieten we toch een DNA-test doen met uiteraard als resultaat dat we wel degelijk broers waren. De namen van onze ouders kregen we mee en meteen startten we een heuse zoektocht. Onze pleegouders hadden we beroofd en we hadden genoeg geld om maanden mee te kunnen overleven. Toen we na zo'n 2 maanden eindelijk onze ouders gevonden hadden, dachten we dat we weer gelukkig konden zijn, weer een toekomst konden opbouwen. Maar nee, onze ouders wezen ons af, ze zeiden dat wij een "ongeluk" waren. Vreselijk hoe een mens kan zijn. Vernederd en ontgoocheld verlieten we het huis. Na een tijd begon ons geld op te raken, we moesten een manier verzinnen om te overleven en die kwam er: Drugs. Ladingen geld dat we verdienden niet te geloven! En toen kwam dat ene moment. Het moment dat onze broer, en ja voor "het ongeluk" waaruit wij waren voorgebracht, was er reeds een andere jongen geboren. Dus in feite hadden we een oudere broer. Een jaar of vier geleden verhuisde hij naar Rotterdam. Hijzelf was een brave man, die netjes voor die sukkels van de staat werkte. Alleen had ons kleine broertje een zoontje dat voor probleempjes zorgde: Hij begon op te klimmen als leider van een drugsbende en zo begon een vijandschap die nu nog steeds aan de gang is. Om het nog wat sensationeler te maken zal ik ook even vermelden dat ik ook een zoon heb, Badr heb ik hem genoemd. Zijn moeder ging ervandoor maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om mijn zoon hetzelfde te laten meemaken als ik. Dat zou dom zijn. Badr zijn haat tegen Anouar, de zoon van mijn broer is even groot als de mijne.'

En zo eindigt hij zijn verhaal. Ik sta perplex en kijk van de ene naar de andere. Ik zie dat de man die het verhaal net verteld heeft, een hele trieste blik heeft. '

'Waarom vertelt u dit aan ons? We kwamen hier alleen om een auto te halen?' verbreekt Anas de stilte.

De man lacht vreugdeloos.

'Ach denken jullie nu echt dat zo'n machtige man als ik zo dom is. Mijn broer mag dan wel in jullie mopjes en verkleedpartijtjes trappen, maar ik niet. Of niet Hayat?'

Hij kijkt me geamuseerd aan en wacht op mijn antwoord. In mijn brein begint zich een logische verklaring te vormen:

A.B. is die dronkaard die ons binnenliet.

▪ A.A. is zijn tweelingbroer

▪B.A. is de zoon van A.A.

▪Kortom gezien zijn A.B. en A.A. de ooms van Anouar en is B.C. Anouars neef

Deze mensen hier houden hun eigen neefje gevangen?

'Jullie houden jullie eigen neefje gevangen,dat beseffen jullie toch?' vraag ik nog even.

'Ja natuurlijk, ik zei toch meid ik ben echt niet dom. En ik weet dat jij dat ook niet bent. De jongen die je net op de camerabeelden zag is inderdaad Anouar. Het is trouwens toch te laat voor hem. Ga. En neem je vriend mee, deze keer ben ik genadig maar geloof me dat ben ik geen twee keer. Zoek ons niet meer op, je gaat spijt krijgen.'

En na die woorden verlaat hij de kamer.

'Ik kan mijn beste vriend toch niet achterlaten?! gil ik, maar hij was al weg.

'Meid, ga gewoon, wees blij en ga verder met je leven.' mompelt andere Abdullah.

Ik werp hem een boze blik toe.

'Ik wil hem zien.' Verrast kijkt hij op en begint te lachen.

'Hayat, het feit dat we jou gratie verlenen is al speciaal. Maak het niet moeilijker voor je dan het is.' sist hij.

Anas, ik was hem serieus bijna vergeten,trekt me zachtjes maar dwingend naar de deur.

'Misschien lichten we de politie wel in hé. Wat ga je daar tegen doen?' daag ik hem uit.

Zonder te kijken antwoordt hij droog: 'Denk je nu echt dat we zo stom zijn om hier nog te blijven? We gaan zo vertrekken en ja we nemen Anouar mee. Vertrek nu en snel ook! Vergeet niet dat als je ons verraad, je Anouar ook verraadt.'

Daar had ik nog echt bij stil gestaan.

Pov A.B.

Met grote stappen been ik de kamer uit. Die Hayat is er me toch wel één. Ze is moedig en krachtig. Ze heeft iets wat anderen niet hebben, zelfs mijn zoon niet,geen enkel van mijn mannen.

Ik zwaai de deur van de cel open en zie mijn neefje kermend van de pijn liggen en een grijnzende Badr die erbij staat.

'Badr ga je klaarmaken, we vertrekken zo naar ons andere pand.'

Hij knikt en verlaat de kamer meteen. Ik kniel neer bij mijn neefje en kijk hem recht in zijn "onschuldige" grijze ogen aan. 'Weetje je vriendinnetje was hier net met een vriend van jou. Jeweetwel Hayat.'

Zijn ogen vergroten meteen en en ik krijg een gemene grijns op mijn gezicht.

'En nee ik heb haar niets misdaan, erewoord,ik heb haar laten gaan. Maar dat betekent dat wij moeten vertrekken.'

Ik wil hem snijden met een mes maar net als ik het pak, bedenk ik me. Ik geef hem maar een schop en verlaat daarna weer de kamer.

Pam pam paaamm. Wat zou er gebeuren 🤷🏻‍♀️

Xoxoxo DawSatie

Vriend & Vijand Where stories live. Discover now