weerkaatsing

73 15 2
                                    

Het meisje in de spiegel

weerkaatsing zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:      [wer'katsɪŋ]
Verbuigingen:      weerkaatsing|en (meerv.)

het weerkaatsen of dat wat weerkaatst is
Voorbeelden:      'geluidsweerkaatsing',
'de weerkaatsing van het zonlicht op het water'

Mijn leven is als een spiegel,

weerkaats wat anderen zeggen.

Laat zien wat anderen zien,

laat je geloven in dat,
waar anderen in geloven.

Waar ben ik in het plaatje verdwenen?

Dat is te lang geleden.

Iemand heeft de macht overgenomen.

Was het een slecht figuur?

Iemand die niet wist wat ze deed?

Het was mijzelf, mijn eigen stomme brein.

Er is geen weg meer terug,

ik zit vast.

Tussen het beeld dat anderen hebben geschept.

Totdat ik uiteindelijk niet meer wist wie ik had willen zijn en moeten zijn.

Tot wat anderen van mij verwachtten dat ik ben.

Wie ik ben?

Alleen maar een weerkaatsing,

jij denkt mij te kennen?

Je kent de versie die je van jezelf denkt te zien.

Ikzelf besta niet meer.

Misschien is het te laat,

maar wat ik nu weet

is dat

je jezelf niet moet vergeten.

druppels inktWhere stories live. Discover now