~18~

472 12 0
                                    

En zo zitten we nog een tijdje...
Als ik ben uitgehuild, slaat Pan een arm om me heen. In principe zou ik hem moeten wegslaan of iets in die richting, maar ik zet mijn trots opzij en doe het niet. Daarvoor voelt het te fijn. "Ik hou van jou, Sarah, dat mag je nooit vergeten." Ik zucht. "Je hebt me anders wel even iets anders laten geloven. Ik was echt kapot. Laat me alsjeblieft nooit meer achter op die manier, oké?" "Beloofd," zegt hij en hij glimlacht. "Wat wil je nu gaan doen?" Ik haal mijn schouders op.

"Als je het niet erg vind blijf ik liever nog even hier. Ik ben erg moe en ik laat je nu écht niet meer los." Pan grijnst. We kijken elkaar aan. Heel lang. Hij kijkt zo diep in mijn ogen dat het lijkt alsof ik recht in zijn ziel kan kijken. Dan buigt hij heel, heel langzaam naar me toe. Té langzaam. Snel overbrug ik de afstand die zich bevind tussen onze lippen en druk de mijne snel maar voorzichtig op die van hem. Ze passen precies op elkaar, alsof ze voor elkaar gemaakt zijn. Hij kust me vurig terug.

Ik leg mijn armen om zijn nek en ga met mijn handen door zijn haren. Hij legt zijn ene arm op mijn heup en zijn andere op mijn onderrug en trekt me dichter tegen zich aan. Te snel moeten we de kus ondrbreken om op adem te komen. "Dat wilde ik dus al zo lang doen," fluistert hij in mijn oor. Ik glimlach. "Ik ook," fluister ik terug. Dan kruip ik tegen hem aan en ga tussen zijn benen zitten. Ik leun met mijn achterhoofd tegen zijn borst terwijl hij op zijn handen steunt.

"Ik heb je echt gemist Pan," zucht ik. "Ik jou ook, darling, ik jou ook. En je mag me Peter noemen. Dat vind ik veel fijner. Pan klinkt zo negatief." "Oké dan, Peter." Hij lacht. Ik voel de vibratie van zijn stem door mijn hele lichaam gaan. Ik zou willen dat dit moment nooit voorbijgaat, maar helaas. Het begint al donker te worden. Pan schud zachtjes aan mijn schouder. "Zullen we gaan?" vraagt hij fluisterend in mijn oor. Ik knik en langzaam sta ik op. Peter volgt mijn voorbeeld en pakt mijn hand vast. Hand in hand vliegen we terug naar het kamp. Als we hebben gegeten met de Lost Boys zeggen we iedereen gedag en gaan naar Peters hut.

Daar aangekomen besluit ik het te vragen. Op ons plekje, ja ja, zo noem ik het nu, wilde ik er niet over beginnen omdat het nog te pijnlijk was en ik wilde het moment niet verstoren. Nu ga ik het toch doen. "Peter?" Hij kijkt op. "Ja, darling?" "Waarom heb je me... achtergelaten?" Het is moeilijk om het woord uit te spreken maar uiteindelijk krijg ik het toch over lijn lippen. "Ik wist dat Hook je pijn zou doen als hij wist dat ik om je gaf. Daarom ben ik weggegaan."

"Kon je dan geen teken geven dat je het niet meende? Een bemoedigend knikje of zo?" "Hoe minder je ervan wist, hoe minder risico ik liep om betrapt te worden." "Waarom duurde het zolang tot je kwam?" "Om mijn plan uit te voeren zonder dat er mensen bij gewond raakte moest ik een soort poeder maken dat  mensen voor een bepaalde tijd in slaap brengt. Het duurde even voordat ik alle ingrediënten gevonden had en dus aan het poeder kon beginnen. Daarna moesten we nog een plan bedenken en ook dat nam even tijd in beslag." Ik knik en zucht.

Ik ben echt blij dat alles weer gewoon in orde is. Toch is er nog een vraag die in mijn hoofd spookt, namelijk die over mijn gave. Ik besluit om nog even te wachten daarmee. Ik ben veel te moe om nog informatie te kunnen verwerken. "Peter, mag ik een shirt van jou aan? De mijne is vies." Hij grinnikt en loop naar één van de kasten in zijn kamer. Daaruit haalt hij een groot zwart shirt en geeft het aan mij. "Oké, omdraaien en ogen dicht alsjeblieft." "Zoals u wenst, madame," zegt hij grinnikend en hij draait zich om.

"Niet spieken hé," zeg ik en voor ik me omkleed kijk ik nog even achter me. "Nee nee, vertrouw je me niet, darling?" Zijn stem klinkt gedempt, mooi, dat wilt zeggen dat hij met zijn rug naar mij staat. "Tuurlijk wel, maar het blijft een beetje eng," zeg ik terwijl ik me omkleed. Als ik klaar ben draai ik me om en stap op Peter af. Ik wil mijn handen langs achter over zijn ogen leggen maar hij draait zich vliegensvlug om en pakt mijn polsen beet. "Ah-ah, dacht het niet." "Pff, waarom zie jij alles zo snel aankomen."

"Ik heb je niet gezien, ik heb je gehòòrd. Je stampte als een olifant op de grond." Hij grijnst als hij mijn nep-boze gezicht ziet en geeft een klein, snel kusje op mijn neus. "Je  bent schattig als je boos bent, wist je dat?" Voor ik kan antwoorden is hij verdwenen. Hij loopt naar het bed toe en gaat zitten. Hij klopt naast zich en ik loop naar hem toe. Als ik naast hem ga zitten moet ik geeuwen. Hij neemt me in zijn armen en trekt me mee naar beneden. Ik leg me even goed en leg dan mijn hoofd op zijn borst.

Net als zijn geur associeer is zijn armen om me heen met het gevoel van veiligheid. "Ik hou van je, Pan, met heel mijn hart." Ik glimlach omdat ik weet dat hij liever heeft day ik hem Peter noem. "Ik hou ook van jou, darling, en ik laat je nooit, maar dan ook echt nooit meer gaan." Ik grinnik. "Wat?" "Gewoon, ik ben echt blij dat ik terug ben. Ik heb het hier zo ontzettend gemist." Ik sluit mijn ogen en snuif Peters geur op. Hij ruikt zo ongelooflijk lekker. Hij moet lachen, een geluid dat ik voel door heel mijn lichaam. En dan vallen mijn ogen toe...

•Lost Girl• (✔)Where stories live. Discover now