8

238 11 12
                                    

Met een zwaar beladen koffer liep ik de parking van het ziekenhuis over. Het was zover. De eerste operatie, het begin van het lange proces die ik tegemoet ga. De warme inkomhal van het ziekenhuis zorgde ervoor dat ik de koude van buiten vergat. Ik meldde me aan het onthaal aan, waar ze me nadien ook vertelde dat ik route 50 moest volgen en me daar opnieuw moest aanmelden. Ik deed dan ook direct wat ze me zeiden. "Goedemorgen mevrouw, mag ik uw papieren en identiteitskaart alstublieft?" Ik knikte en gaf haar alles wat ze nodig had. Ik had best wel veel stress. Ik wist niet wat ik moest verwachten en wat mij allemaal ging overkomen. "U mag mijn collega volgen." Een vrouw die naast me kwam staan aan het onthaal wenkte me mee. Ze bracht me naar, zoals gevraagd, een eenpersoonskamer. "U mag zich omkleden. Subiet komt de dokter langs om alles nog eens te bespreken, omdat het een vrij heftige ingreep is. Nadien komen wij u halen om naar de operatiekamer te gaan." Legde de vrouw uit. Ik glimlachte en bedankte haar. Ik zette mijn koffer tegen de kast en legde de papieren die ik vast had op tafel. Ik kleedde me om en legde me neer op het bed. Ik nam mijn gsm en zag dat ik enkele berichten had gekregen. De eerste die ik las was van de chef. Het waren allemaal deugddoende berichtjes, maar die van Eric gaf me toch dat klein beetje kracht die ik nodig had.

'Brigitte, ik snap dat het geen fijne gedachten is en al zeker geen fijne ervaring, maar het is wel belangrijk. Je bent een sterke vrouw, dat weet iedereen. Het is dan ook heel belangrijk om die sterkte doorheen het proces te blijven behouden. Ook wij zullen u altijd steunen, door het proces heen en erna, altijd! Bij deze wil ik je dan ook heel veel succes wensen! Wij branden hier een kaarsje voor jou! Vele kusjes, Eric.'

Het toverde een brede en een gemeende lach op mijn gezicht. Ik antwoorde hem dan ook direct met een uitgebreide dank u. Geklop op de deur zorgde ervoor dat ik mijn gsm aan de kant legde. "Goedemorgen mevrouw Broeckx." De dokter kwam naar me toe en gaf me een hand. "De verpleegsters gaan u direct komen halen om u naar de operatiekamer te brengen. Zoals je al weet, gaan we proberen het gezwel weg te nemen of toch zoveel mogelijk. Overmorgen beginnen we met de chemotherapie en als de operatie van vandaag niet goed is verlopen beginnen we met de bestralingen. Als er vragen of problemen zijn mag u mij altijd contacteren. Ik ga proberen om zo veel mogelijk naar u te komen." Na nog een hele uitleg verliet hij de kamer.

Ik was verschrikkelijk zenuwachtig. Iets in me hoofd zei me om weg te lopen, althans wist ik dat dit hetgene is dat ik nodig had. Het enigste wat mij kon redden, of toch een langer leven kon bieden. Maar heel dat proces ging me moe en lelijk maken en dat wou ik echt niet. Ik had na enkele jaren eindelijk geleerd om van mezelf te gaan houden en ik ging graag werken. Dat ging allemaal van me afgepakt worden. "Mevrouw Broeckx, we komen u halen. Bent u er klaar voor?" Ik knikte en legde me onder de dunne ziekenhuislakens. Na nog enkele vragen beantwoord te hebben, brachten ze me weg.

Ik had geen idee wat de tijd me juist had gebracht, maar ik was ontzettend moe en misselijk. Mijn borstkast brandde en ik had het benauwd. "Alles oke, mevrouw?" Een vrouw in een blauw, groenachtig pak kwam naast mijn bed staan. Ik schudde zachtjes mijn hoofd. Er leek een blok in mijn keel te zitten waardoor ik niets kon zeggen. "We gaan u direct naar uw kamer brengen en dan krijgt u extra pijnstillers." Ik probeerde te knikken, maar dat verliep moeilijk door de spanning die op mijn borst stond. Ik besloot gewoon om rustig te blijven liggen en te wachten tot ze mij naar mijn kamer brachten.

Op de kamer aangekomen nam ik direct mijn gsm. De verstreken tijd zorgde ervoor dat ik al opgewekter was, ook al voelde mijn lichaam vermoeid aan. Ik stuurde een bericht naar de chef dat ik na al die uren eindelijk terug op de kamer was. Ik voelde me best wel alleen op dit moment. Ik had graag mijn ouders hier gehad, maar die zaten in het buitenland en geraakten niet zo snel terug hier in België. Ik had niet per se iemand nodig om me te steunen, maar gewoon iemand om met te praten en te lachen. Gewoon alle zorgen vergeten. Een klein gesprekje kon me al goed doen dus ik was blij dat de verplegers af en toe mijn kamer binnen kwamen.

Ik werd wakker door geluiden die ik op de achtergrond hoorde, ze hoorden beslist niet bij de droom die ik had. Ik kneep mijn ogen even dicht door het felle licht dat op mijn netvlies brandde. Enkele kabels die aan mijn lichaam hingen, voelde ik bewegen en als ik eindelijk mijn ogen open kreeg zag ik een verpleger aan mijn bed staan. "Oei, heb ik u wakker gemaakt?" Zijn stille maar warme stem drongen mijn oren door. Ik glimlachte en schudde zachtjes mijn hoofd. Ook al had hij dat wel gedaan, ik wou hem niet de schuld geven van iets stoms. Hij glimlachte en keek naar iets of iemand aan de andere kant van mijn bed. Ik draaide voorzichtig mijn hoofd en zag Eric zitten. Het was bijna een automatisme dat mijn lach vergrootte. "Voila se, dat is allemaal in orde. Ik zie je straks nog. Doei." De verpleger liep de kamer uit en zette de deur op een kier. "Wat doe jij hier?" Vroeg ik Eric nadat ik zag dat het nog maar 15 uur was. "U bezoeken natuurlijk." Lachte hij zachtjes. "Moet je niet werken?" Hij schudde zijn hoofd. "En al dat papierwerk alleen doen of wat?" Lachte hij. "Nene, de chef zag dat ik me niet meer kon concentreren dus hij heeft me weggestuurd." Ik glimlachte. Weer leek hij meer te willen zeggen dan dat hij deed. Zijn gezichtsuitdrukking spraken veel meer dan hijzelf. "Je kon je niet concentreren? Gebeurd ook niet vaak bij u he." Hij glimlachte en terwijl hij zachtjes begonnen te blozen liet hij zijn hoofd zakken. "Ik heb trouwens bloemen voor je meegenomen. Ik weet niet of je dat graag ziet, maar ik wist niet wat ik anders moest kopen." Zei hij en lachte zachtjes. Ik glimlachte en bleef hem aankijken. De bloemen leken me even niet te interesseren en hoe graag ik ook mijn blik van hem wou afwenden, iets in mij hield me tegen. Iets in mij wou zien hoe Eric deed, iets in mij was alleen geïnteresseerd in Eric en ook al waren er geen verdere gevoelens, dat iets in mij wou Eric. De steun die hij me de voorbije dagen had gegeven had ik nog nooit van iemand gekregen. Het deed me deugd om te weten dat er iemand was, na al die jaren. Ik moest niet meer naar het werk gaan met de gedachte dat het paar uur plezant ging zijn, ik kon naar het werk gaan wetende dat ik het plezier zelfs na de werkuren kon verderzetten. Eric haalde mij, door zijn handgebaren, uit mijn diepe gedachtes. "Zijn ze mooi?" Vroeg hij terwijl hij naar de bloemen wees. Ik draaide mijn hoofd en de rode rozen sprongen direct in het oog. "Prachtig. Mijn lievelingsbloemen." De bloemen die hij me had gegeven deden me zo goed voelen. Het was maar iets kleins, maar kleine dingen kunnen grote betekenissen hebben. En deze bloemen hadden zeker en vast een grote betekenis voor mij.

De laatste maandenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu