48

54 1 0
                                    

Ik had mij anders gevoeld dan alle voorbije dagen die ik, sinds het krijgen van mijn ziekte, had gevoeld. Het was niet zo goed zoals de goede dagen, maar bijlange ook niet zo slecht als mijn slechte dagen. Ik had mezelf overeind kunnen zetten op bed, om mezelf aan te staren in de gigantische spiegel die aan de kast hing. Waarna ik ook, door de muur van ramen, naar Eric keek. Hij had even naar mij geglimlacht, om zich dan weer te focussen op de was die hij moest plooien. 

Ik gooide het deken van mijn lichaam af en zuchtte. Ik had er ook anders uitgezien dan anders, weer niet beter dan op de goede dagen, maar ook niet slechter dan op de slechte dagen. Mijn korte haren hadden dan weer besloten om langs alle kanten te beginnen steken, waardoor Eric zijn hele pot gel zou kunnen gebruiken om mijn haren ordelijk te leggen. Hij had het nog zo leuk gevonden om mij te plagen door mijn haren in de meest belachelijke haarstijlen te leggen, waar echt niemand mee wou buitenkomen. 

Ik duwde mezelf het bed uit, ondanks dat ik lichtjes stond te trillen op mijn benen, en liep de slaapkamer uit. "Voel je je iets beter dan gisteren?" Overviel hij me meteen. Ik glimlachte zwak terwijl ik naar hem toe liep. Ik omhelsde hem stevig, kuste hem liefdevol en liet hem weer los. Ik liet hem in verstomming geslagen achter, waarna ik mij in de zetel neerzette met mijn gsm in mijn handen.

Mijn binnenste leek me iets te willen vertellen of duidelijk te maken, door mij plots dingen te laten doen die ik anders nooit had gedaan. Door opeens meer liefde te voelen voor alles en iedereen dan dat ik ooit had gevoeld. Ik was een heel liefdevol persoon en ik hield oprecht van heel veel mensen, maar dat gevoel had mij nooit overweldigd zoals vandaag. Misschien was dat wel hetgeen dat mij vandaag op de been zou houden.

Mijn duim wreef meermaals over mijn scherm om te kunnen scrollen op mijn sociale media en naar foto's te kunnen kijken die ik er zelf ooit had opgezet. Een glimlach verscheen op mijn gezicht. Ik was reeds blij geweest met de manier hoe mijn laatste maanden zijn verlopen. Ik had kunnen toegeven dat de man, die dagelijks aan mijn zijde liep om mij te beschermen tegen criminelen, eveneens de man was waar ik verliefd op was geworden. Ik had het kunnen spenderen aan dingen te doen die ik al zo lang wou, maar geen kans voor had gekregen. Ik was gelukkig geweest, gelukkiger dan ooit, ondanks dat ik leed aan een slopende ziekte.

Ik tikte bovenaan mijn scherm op het plusje, van Instagram, en selecteerde enkele foto's om die te kunnen plaatsen. Foto's van Eric en mij, mijn ouders, mijn broer, de foto's van de echo,... ik zette ze allemaal online met de tekst "aan alles komt een eind, behalve aan mijn liefde voor jullie." Ik slikte en plaatste het. Ik verschoot van mezelf dat ik zulke teksten gebruikte, maar het klopte gewoon. Het kwam opeens in mij op en ik had geen intentie gehad om het te veranderen.

Mijn broer had vrijwel meteen gereageerd met een berichtje waarin hij me stuurde dat hij van me hield. Ik had geglimlacht, geantwoord en mijn gsm weer weggelegd, aangezien Eric naast mij kwam zitten. Hij legde zijn armen rond mijn middel en zijn hoofd op mijn benen. "Ik wist niet dat je zulke foto's had." Zei hij me, gedoeld op de foto die ik zonet op Instagram had geplaatst. Ik grinnikte en wreef met mijn vingers door zijn korte haren. "Als het zover is en je bent er klaar voor, moet je maar eens in mijn gsm kijken. Er is veel meer dan je denkt." Zei ik hem nadat ik mijn hoofd dichter bij de zijne had gebracht en drukte mijn lippen op zijn wang. Met een glimlach op zijn gezicht greep hij mijn hand vast om daar zachtjes in te knijpen. "Laat dat nog maar even duren." Zei hij zacht, hopend dat ik nog enkele maanden bij hem zou blijven, al had ik het gevoel dat ik dat niet meer zou kunnen. 

En dat leek ook effectief het geval te zijn, nadat ik na enkele uren mij slechter begon te voelen. Eric vroeg zich af wat er gaande was, aangezien ik nog geen enkele keer op zo'n korte tijd achteruit was gegaan met mijn gezondheid. Het had zich altijd geleidelijk aan afgebouwd op meerdere dagen, nu was het anders.  

Een felle steek in mijn buik zorgde voor een luide kreun en een opwelling van tranen in mijn ogen. Een bezorgde blik werd meteen mijn richting uitgestuurd, waarna hij naar mij toekwam met zijn gsm in zijn handen. "Ik ga de ambulance bellen, zo kan het niet verder." Zei hij gehaast. Ik palmde mijn hand rond zijn pols om hem tegen te houden, maar hij had reeds zijn gsm tegen zijn oor gedrukt. Met een zucht liet ik mijn hoofd achterover vallen. De duizeling in mijn hoofd zorgde ervoor dat alles leek te draaien, waardoor ik mijn ogen sloot in de hoop dat het na enkele seconden alweer over zou gaan. "Bel mijn ouders, alstublieft." Smeekte ik hem nadat hij de telefoon met de hulpdiensten had afgelegd. "Ik zal dat doen als de ambulance er is." Ik schudde mijn hoofd en greep alweer zijn pols vast. "Nu, alstublieft." Verplichtte ik hem. Na een diepe zucht deed hij uiteindelijk wat ik had gevraagd, al was het duidelijk tegen zijn zin.

Ik had niet geweten hoe lang het duurde eer de ambulance er was, ik had wel geweten hoe erg ik aftakelde op zo'n korte tijd. Mijn luchtwegen leken geobstrueerd te worden, waardoor mijn ademhaling sneller en korter werd, en mijn hoofd begon zich steeds leger aan te voelen. De energie, die ik enkele uren eerder teveel had, leek zich uit mijn lijf te slurpen. Ik kon nog maar nauwelijks bewegen en moest mijn lichaam verplichten en overbelasten om bij bewustzijn te blijven. Het had misschien wel meer gevraagd van mij dan ik werkelijk aankon, zelfs in gezonde staat had ik dit nooit aangekund. "We gaan een keizersnede moeten doen." Hoorde ik één van de dokters gehaast zeggen, terwijl ze mijn lichaam op een brancard legde. "Nu al? Ze moet nog drie weken." Klonk Eric zijn stem in paniek. "Meneer, het leven van uw vrouw en kind staan op het spel. Als we nu niet meteen naar het ziekenhuis rijden, spelen we misschien beiden kwijt." Ik slikte. Ik had het al langer aan mijn lichaam gevoeld, maar het nu te horen krijgen van een dokter, was toch een zware klap in het gezicht. Alsof ik nooit had geweten dat ik ziek was geweest en ik moest kiezen om ons kind of mezelf te redden, al wist ik dat er geen redden meer was voor mij. 

Zijn handen zaten stevig rond mijn handen geklemd, onderweg naar het ziekenhuis. Het snikken had ik duidelijk kunnen horen, ondanks dat hij moeite deed om het te verbergen. Ik draaide mijn hoofd naar hem toe, probeerde mijn ogen te openen en open te houden, om hem strak aan te kijken. "Je kiest voor haar, oké? Je kiest altijd voor haar." Zei ik hem. Hij leek te willen knikken, maar ook weer niet. Hij hield nu al onvoorwaardelijk veel van ons meisje, maar was dat genoeg om zijn liefde voor mij te overwinnen? Had de liefde voor zijn dochter groot genoeg geweest om de keuze, om zijn geliefde vrouw af te geven, door te zetten? Zou hij eveneens sterk genoeg zijn om me te laten gaan en onze dochter op te vangen alsof ik nog steeds aan zijn zijde zou staan?

"Beloof het mij, Eric. Beloof mij dat je vanaf nu altijd voor haar kiest." Smeekte ik hem. De tranen vloeiden over zijn wangen terwijl hij zachtjes probeerde te knikken. Hij was hier niet klaar voor, maar toch was ik er zeker van dat hij de beste papa ging worden die ons dochtertje zich kon voorstellen.   

De laatste maandenΌπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα