4

260 13 12
                                    

Ik liep door de donkere, kille en vooral koude straten. Het was eind januari dus het werd vroeg donker en aangezien mijn auto niet meer wou starten, moest ik dus te voet naar huis. Ik liep rustig door het parkje en zette me even neer op een bankje. In de natuur kon ik het beste mijn rust vinden. Ik was alleen, had geen last van snel rijdende auto's, en er lag geen druk op mijn schouders. Ik kon alles even van me afblazen en dat deed deugd. Ik kruiste mijn armen en staarde wat voor me uit.

"Excuseer mevrouw." Enkele mannen, die er naar mijn mening niet zo goed uitzagen, kwamen voor me staan. Ik keek hen aan en glimlachte vriendelijk. "Heeft u misschien een vuurtje voor ons?" Ik schudde mijn hoofd en zei hen dat ik niet rookte. "U bent een mooie dame." Zei de man met de zwarte haren en middellange baard. "Dank u." Zei ik en lachte ongemakkelijk. Ik voelde me hier echt niet goed bij. Konden ze mij gewoon niet gerust laten? "Mijn vriend hier is nog single en vraagt zich af of jij met hem op date wil." Vroeg diezelfde man. "Sorry, niet geïnteresseerd. En als u me nu zou willen excuseren." Ik stond recht en liep langs de mannen heen om mijn weg naar huis toe verder te zetten. "Uw nummer? Mag hij uw nummer?" Ik zuchtte. "Nogmaals, niet geïnteresseerd." Zei ik en liep door. Eén van hen greep mijn arm vast en zorgde ervoor dat ik me draaide en hen aankeek. "Hij vraagt gewoon je nummer. Dat is alles." Ik wou mijn arm lostrekken, maar hij hield me zo stevig vast dat het me niet lukte. En ook al had ik geleerd hoe je jezelf kon verdedigen in zo'n situaties, mijn lichaam leek helemaal te blokkeren. "Wilt u me loslaten?" Vroeg ik zo rustig mogelijk, maar keek de man kwaad aan. "Of wat?" Lachte hij gemeen terug. "Hey, laat haar gerust." Hoorde ik in de verte. Er kwam een man naar ons toegelopen en met het dichterbij komen zag ik dat het Eric was. Wat deed hij hier? Eén van de drie mannen die bij me stonden draaide zich om en wou Eric tegenhouden, maar die werd al snel opzij geduwd. Hij trok de man die mij vast had van mij weg en nam hem bij zijn kraag. "Wat is de bedoeling hier van?" Vroeg Eric kwaad. De derde man die er stond probeerde Eric en de man van elkaar te lossen, maar ook hij werd opzij geduwd door Eric. Ik kende Eric niet als een agressief persoon, op het werk is hij altijd iemand dat alles probeerde op te lossen door te praten. Dit was dan ook een totale verrassing voor mij. "Maak dat je hier wegkomt en zie dat ik u dat nooit meer zie doen." Hij liet de man met een klein duwtje los en wachtte tot ze alle drie wegliepen. "Gaat het?" Hij draaide zich om en keek me bezorgd aan. "Ja, gaat wel." Ik wreef met mijn hand over mijn pols in de hoop de pijn te verzachten. "Ik zal even met je meelopen, ik vertrouw hen niet." Ik glimlachte en draaide me om. Met Eric aan mijn zijde, wat me veilig deed voelen, kon ik deze keer de weg naar huis wel verder zetten. 

Eric keek me even aan. Hij leek zijn kuren van eerder terug boven te halen, want ook deze keer wou hij iets zeggen maar leek het niet te kunnen. Met zijn handen in zijn jaszakken en zijn kin ver weggestoken in de kraag van zijn jas, slenterde hij naast me. Of zou ik zeggen, liet hij zijn voeten over de kleine steentjes glijden. "Longkanker is het dus?" Zijn stem klonk anders. Precies of hij wou dit niet vragen, maar wel over wou praten en niet goed wist hoe hij erover moest beginnen. Ik zuchtte. Hij was dus aan de cellen blijven staan. Ik gunde hem geen enkele blik en ook de woorden bleven een lange tijd vastzitten in mijn mond. "Sorry, het was niet mijn bedoeling om af te luisteren. De collega's wouden blijven staan en ik probeerde hen zo ver mogelijk van de cellen te krijgen en dan heb ik jou dat horen vertellen." Zei hij stil en keek me aan. "Heeft iedereen het dan gehoord?" Je kon de schrik aan mijn stem horen. "Nee, alleen ik." Een zucht van opluchting verliet mijn mond. "Wil je het ook voor uzelf houden alstublieft?" Hij knikte hevig zijn hoofd. "Tuurlijk. Is dat ook de reden waarom je gisteren zo ineens wegreed?" Vroeg hij me. Zijn ogen maakte mij duidelijk dat hij het niet leuk vond hoe alles was verlopen. "Sorry, Eric. Ik wou je niet op die manier achterlaten. Ik was verschoten van wat je zei en dat heeft me een beetje afgeschrikt...denk ik." Mijn ogen kruisten de zijne. "Ik had het ook niet juist aangepakt. De fout ligt merendeels bij mezelf." Ik glimlachte. Dit was zo gênant. "En het feit dat ik ziek ben is ook de reden waarom ik heb gezegd dat het niet kan." Zei ik en stopte aan het licht dat net op rood sprong. "Waarom denk je dat het niet kan? Het kan toch ook allemaal heel positief lopen?" Ik haalde mijn schouders op en draaide mijn hoofd van hem weg. "Ik heb er geen goed oog op." Zuchtte ik. "Laat mij u dan steunen. Ik heb je trouwens ook alleen maar gevraagd om eens te gaan eten, niets meer, niets minder. Voor mij ben je nu gewoon een collega en ik wil u beter leren kennen. Ik wil weten wie Brigitte is." De manier waarop hij dit zei was verleidelijk. Hij leek me te overtuigen met zijn stem alleen al. "Ken je goede restaurants?" Vroeg ik en wandelde het zebrapad over aangezien het groen was geworden. Eric bleef even staan en glimlachte. "Ik ken geen restaurants hier in de buurt." Zei hij en lachte zachtjes. Ik keek hem vragend aan. Hoe kan je hier nu geen restaurants kennen, hier in Antwerpen? "Ik geraak niet verder dan de pitabars en frituren." Zijn rechter mondhoek trok hij een beetje op, in de hoop zijn lach te verbergen. Ik lachte. "Meen je dat?" Hij knikte. "Ik kan je meenemen naar een heel goed frituur hier dichtbij?" Lachte hij en keek me aan. "Als het goed vettig is, is dat goed voor mij." Zei ik met een lach en liep met mijn arm zachtjes tegen hem aan. Om eerlijk te zijn voelde ik me best wel goed bij hem. Ik hoefde me voor niets te schamen en ik kon vrijwel goed mezelf zijn. 

De laatste maandenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu