6

239 10 7
                                    

Al enkele minuten stond ik hopeloos om me heen te kijken, wachtend op stilte van de rest van het korps dat rond de grote tafel zat. Het moment om het te vertellen over mijn ziekte was aangebroken, maar ik wist niet hoe ik moest beginnen. Laat staan hoe ik iedereen kon doen laten zwijgen. Eric, die wist dat ik het ging vertellen, had het eindelijk door en riep doorheen de ruimte dat iedereen even moest zwijgen. Ik glimlachte en bedankte hem zonder woorden te gebruiken. Iedereen keek me aan waardoor ik zenuwachtiger werd. "Ik zou jullie iets moeten vertellen." Begon ik. Het bleef even stil tot dat Koen zijn mond opentrok. "Ben je zwanger?" Vroeg hij en lachte zachtjes. Ik zuchtte en liet mijn hoofd zakken. Hier had ik echt geen zin. Het was al moeilijk genoeg voor mij om dit aan hen te vertellen. "Koen." Snauwde Eric. "Oei, is het dan van u? Hebben jullie een stapje verder gezet?" Lachte hij weer. Eric was het beu en sloeg hard met zijn hand op tafel. "Nu is het genoeg, Koen. Het is niet omdat alles in uw leven grappig kan zijn dat dat in een ander diens leven ook kan. Wanneer ga je nu eens beseffen dat uw grappen mensen kunnen kwetsen?" Zei hij kwaad. Ik zuchtte, ik wou echt niet dat hier ruzie uit ging ontstaan. "Ik probeer het hier gewoon wat vrolijk te houden." Antwoorde hij koel. "Dit is gewoon arrogant zijn. Je zou beter gewoon eens luisteren naar wat Brigitte te zeggen heeft." Zei Eric weer kwaad. Floor die naast Eric zat probeerde hem te kalmeren wat niet goed lukte. Dat was ik ondertussen al te weten gekomen. Eric is niet iemand dat snel kwaad wordt, maar als hij kwaad is dan kan hij niet gekalmeerd worden. "Ik arrogant?" Vroeg Koen hem ongeloofwaardig. "Mannen, stop er nu eens mee." Riep Floor uit, maar geen één van de twee leek op te geven. "Gij zou beter eens wat meer met uw werk bezig zijn, in plaats van met Brigitte." Zei Koen en stelde zich zodanig op dat het leek dat hij zich stoer wou voordoen. "Iedereen hier zou verdomme hetzelfde moeten doen. Waarom in godsnaam denk je dat ze daar staat met tranen in haar ogen? Niet om grapjes te vertellen of te zeggen dat ze zwanger is he." De woede spatte van zijn gezicht af. Ik wou me ertussen gooien door te zeggen dat ze moesten stopten, maar die kans kreeg ik zelfs niet. "Dat ze het dan zegt, ze staat er gewoon en zegt niets. Hoe kunnen wij dan weten wat er is?" Ik keek hem met grote ogen aan. Als hij had gezwegen hadden ze het al lang geweten. "Omdat je haar de kans niet geeft, Koen. Uw onnozele zogenaamde grappen zorgen ervoor dat ze toeklapt." Ik zuchtte. Konden ze niet gewoon zwijgen en luisteren? Oké, Eric had gelijk. Maar ik probeerde te praten over een serieus onderwerp, dan wil ik graag de kalmte bewaren. Normaal was ik iemand die mensen snel kon kalmeren, maar deze keer had ik er de moed niet voor. Door al dat kabaal kwam de chef uit zijn kantoor gelopen en kwam naast me staan. "Nochtans ben jij de enige dat erop heeft gereageerd. Voor de rest werd er niets gezegd." Zei Koen op een arrogante manier. "Als ge nu uwe mond niet houdt slaag ik erop, begrepen?" Hij maakte aanstalten om recht te staan, maar al snel nam Floor zijn arm vast en trok hem terug op zijn stoel. "Hey mannekes." De chef probeerde de ruzie te staken. Koen lachte nog eens voor Eric zijn opmerking. "Eikel." Mompelde Eric nog net voordat de chef hard op tafel sloeg. "Wat is er hier toch allemaal gaande?" Riep hij uit. Ook hij was ondertussen woedend geworden. "Weet je wat mannen, laat het vallen. Ik hoef jullie niets meer te zeggen." Ik probeerde mijn stem kalm over te laten komen, maar dat vleugje teleurgesteldheid ontbrak niet. Met een krop in mijn keel draaide ik me om en begaf me naar het kleine kantoor waar ik me in de bureaustoel neerzette. "Vinden jullie dit normaal? Ze probeert heel belangrijk nieuws te brengen en ook dat moeten jullie verpesten. Kunnen jullie is één keer zwijgen en gewoon luisteren naar elkaar." Hoorde ik de chef kwaad roepen. "Maar chef, ik probeerde gewoon-" "Neen, Koen. Gedaan! Ik wil u niets horen zeggen. Ook u niet Eric. Weet je wat, kom alle twee maar ineens naar mijn bureau."

Na heel wat geschreeuw van de chef en ruzie tussen Eric en Koen gehoord te hebben, werd het plots stil. Ik vermoedde dus dat het gesprek afgelopen was. Even later kwam Eric het kantoortje binnen. Hij sloot de deur en keek me aan. "Sorry, Brigitte. Echt waar." Hij keek me vol spijt aan. Ik haalde mijn schouders op. Ik had nu geen zin om ze te vergeven. Ik was eindelijk klaar om het hen te vertellen en weer eens moesten ze het verpesten. In het begin dat ik hier kwam werken ging Velimir weg, hij vertrok naar het buitenland, toen hij dat wou vertellen werd het ook verpest door enkele andere collega's. Een spijtig geval vond ik het. Maar het nu zelf meemaken deed dubbel zoveel zeer. "Heb je liever dat ik je alleen laat?" Zachtjes schudde ik mijn hoofd. Het zou nogal dom zijn om hem nu weg te jagen, op het moment dat ik hem het meest nodig heb. "Ik snap je wel. Ik vind het alleen spijtig dat ik het nu nog niet heb kunnen vertellen. Morgen is mijn laatste dag en ik wil niet morgenavond uit het niets zeggen dat ik voor een onbepaalde tijd niet meer ga kunnen komen." Hij liet betreurd zijn hoofd zakken. "Ik zal het goedmaken." Zonder nog maar iets te zeggen liep hij het kantoor uit. Even later kwam hij terug met de woorden dat ik moest meekomen. "Iedereen is gekalmeerd en bereid om naar jou te luisteren. Dit is je kans." Iedereen zat weer rond de grote tafel. Deze keer waren ze al stil. Ze staarden allemaal voor zich uit en sommigen van hen waren druk bezig met het roeren in hun koffie. Hoe ongemakkelijk de situatie nu ook was, ik raapte alle moed bijeen en vertelde ze alles over mijn ziekte.

Iedereen was geschokt. Ze staarden me bedroefd aan, buiten Koen. Hij probeerde zijn emotie te verstoppen, maar ik zag aan zijn ogen dat hij spijt had van wat hij had gedaan. "Morgen gaat mijn laatste dag zijn als deze Brigitte. Volgende week beginnen we met de curatieve behandeling, waarvoor ik dus enkele dagen in het ziekenhuis zal moeten verblijven en nadien ga ik waarschijnlijk te uitgeput zijn om te komen werken. Als ik me goed voel zal ik zeker nog wel eens langskomen. Hopelijk kan ik binnen enkele weken weer terug komen werken." Legde ik hen uit. Niemand leek te weten hoe te reageren tot Floor plots rechtstond. "Brigitte, we zijn er voor je in deze moeilijke tijden. Als je iets nodig hebt zullen wij daarvoor zorgen. En probeer je sterk te houden. Wij houden van u!" Ze nam me in een stevige omhelzing. "Dankjewel!"
Na enkele knuffels gehad te hebben besloten we allemaal om naar huis te gaan. Het was tenslotte al een lange dag geweest. "Tot morgen." Klonk het zowat doorheen de ruimte.

"Brigitte" Eric gaf me mijn jas en liep met me mee richting de parking. "Nogmaals sorry voor mijn gedrag. Kan ik het goedmaken?" Vervolgde hij. Hij legde de kol van zijn vest plat en streek zijn vest glad. "Dat heb je al gedaan." Zei ik hem met een glimlach. "Kan ik het dan nog beter maken?" De glimlach op zijn gezicht verraadde meer dan hij zelf wou. "Een etentje bijvoorbeeld?" Ik lachte zachtjes. "Is dit een 'ik vraag u mee op date, maar gebruik een excuus' vraag?" Met een schattige glimlach op zijn gezicht draaide hij zijn hoofd van mij weg. "Als jij dat zo wilt opvatten, ja dan." Lachte hij zachtjes. "Awel, als je me meeneemt naar een goed restaurant dan wil ik wel." Ik keek hem met een glimlach aan. "Ah, dus restaurant is belangrijker dan het gezelschap." Lachte hij. "Toch een beetje." Aangezien we net aan onze auto's kwamen nam ik mijn sleutel uit mijn jaszak en opende de deuren van mijn auto. "Goed om te weten. Ik kom je om half zeven halen." Ik knikte. Ik keek hem aan en even vond ik alles wat ik nodig had. Zijn steun die hij onbewust gaf, hielp me enorm. Ik legde mijn hand op zijn borst en drukte mijn lippen op zijn wang. "Tot straks." Ik draaide me om, stapte mijn auto in en reed naar huis.

De laatste maandenWhere stories live. Discover now