5) Calvin

1.2K 53 17
                                    

Het is maandagochtend en ik rij op de fiets het schoolplein op. Mijn gammele fiets maakt al een paar dagen een vreselijk irritant ratelend geluid, waar ik me kapot aan erger op maandagochtend. Mijn hoofd is nog niet echt wakker, dus dan hoeft het niet per sé overspoelt te worden met allemaal extra geluid.

Als ik de fietsenstalling heb bereikt spring ik van mijn fiets en duw hem in een van de rekken. Mijn fiets is zo gammel dat er niet eens een slot op zit. Of beter gezegd: het zit er wel op maar je hebt geen sleutel nodig om hem mee te nemen. Heel handig voor mij, want ik ben zo iemand die alles kwijtraakt of vergeet.

Met mijn tas op mijn rug loop op mijn gemak richting de hel genaamd school. Pas na een aantal meter merk ik dat er iemand naast me is komen lopen. Als ik naar me kijk zie ik een van de meisjes uit mijn klas. Haar naam was Jill als ik het me goed kan herinneren. Ze is niet zo groot en kijk omhoog als ze naar me lacht.
"En, vind je onze school een beetje leuk?" vraagt ze terwijl ze naast me blijft lopen. Ik haal mijn schouders op. "Niet dat school nu echt leuk is of zo, maar het is wel beter dan mijn oude school" lach ik terug. Jill grinnik en zwiept haar lange blonde haren over haar schouders. Ze is best knap, en loopt er zelfverzekerd bij. Haar skinny jeans valt mooi om haar heupen en haar t-shirt heeft een diepe V-hals, die gedeeltelijk wordt afgedekt door haar jack. Haar blauwe ogen kijken me onderzoekend aan vanonder haar lange zwarte wimpers. Haar blik glijdt een keertje over mijn lichaam voordat ze mijn ogen weer opzoekt. Dan lacht ze weer terwijl ze haar hand door haar haalt en haar schouders naar achter duwt. "Leuk shirt" merkt ze op en ik grijns als ik doorkrijg dat ze hier gewoon loopt te flirten. Ik besluit het spelletje mee te spelen en laat mijn ogen nog een keer over haar lichaam gaan. Ze is knap en heeft echt een lekker lichaam. We lopen de school in en wandelen rustig richting de kapstokken om onze jassen op te hangen.
"Dankje. Jouw shirt is ook leuk" merk ik op en ze lacht. Niet dat het echt een geweldig compliment terug was of zo, want ik ben weer te stom om iets origineels te bedenken.
Dan schudt ze haar jasje van haar schouders, waardoor haar shirt met diep decolleté en open rug in het zicht komt. "Zo kan je hem iets beter zien" zegt ze terwijl ze me uitdagend aankijkt. Ik hou mijn hoofd een beetje schuin en laat mijn blik nog een keer over haar lichaam gaan. Iets wat ze absoluut niet erg lijkt te vinden. Integendeel, ze lijkt haar lichaam juist naar me toe te keren. Als ze naar het haakje van haar kapstok reikt, kruipt haar shirt gevaarlijk omhoog. Ze doet geen moeite om het omlaag te trekken.
Als ze klaar is wendt ze zich weer naar mij. "Ik zie in de klas" zegt ze flirterig en ze loopt richting het trappenhuis.
Ik kan mijn lachen net inhouden als ze wegloopt. Haar heupen bewegen vreselijk geforceerd als ze zich door de mensen door beweegt.

Meisjes zijn rare wezens.

Niet veel later loop ik de trap op naar de bovenste verdieping, waar ik mijn eerste les heb. Ik haat trappen. Ik haat liften ook. Ik heb een groot probleem in een samenleving waarbij er door gebrek aan ruimte de hoogte in wordt gebouwd.

Als ik met vermoeide benen de bovenste verdieping heb bereikt, hoor ik plotseling mijn naam. Als ik achter me kijk, zie ik Loïs energiek de trappen op joggen, tot ze mij heeft bereikt. Haar wangen zijn lichtrood en haar ogen stralen als ze naar me komt lopen. Ik lach als ik haar zie. Ze is waarschijnlijk een van de weinigen die zo vrolijk kan zijn op maandagochtend.
"Fijn weekend gehad?" vraag ik belangstellend en ze knikt. "Mijn tante was jarig, dus we hebben feest gehad" vertelt ze. "Hoe was jou weekend?" vraagt ze terug. Ik haal mijn schouders op. "Niks bijzonders." Loïs geeft me een plagend duwtje. "Netflix en slapen?" gokt ze. Ik grijns, want het is waar.

We zijn ondertussen bij het lokaal aangekomen en ik maakt het me gemakkelijk tegen de muur. Een stukje verderop staan Olivier en Finn. In tegenstelling tot wat ik had verwacht, loopt Loïs niet naar ze toe, maar komt naast mij staan.
"Moet je niet naar je vrienden?" vraag ik terwijl ik een knikje geef in de richting van Finn en Olivier. Loïs kijkt kort in hun richting en schudt dan haar hoofd. "Ik mag jou het zo graag als hun" zegt ze terwijl ze me bijna beledigd aankijkt. Blije kriebels schieten door mijn lichaam als ik besef dat ze me al als vriend ziet. Ik had niet verwacht dat ik in zo'n korte periode al iemand zou ontmoeten waarmee ik werkelijk een echte vriendschap mee voor mogelijk zou zien. Zeker omdat niet al haar vrienden mij schijnen te mogen zoals zij dat doet.
Ik grinnik even als er een gedachte door mijn hoofd schiet. "Ik denk niet dat iedereen er zo over denkt" merk ik op, doelend op Loïs eerdere reactie.
Ze snuift. "Hebben we het over Finn?" vraagt ze terwijl ze een duistere blik in zijn richting zendt. Ik knik en ze slaat haar armen verontwaardigt over elkaar.
"Begrijp me niet verkeerd, want ik begrijp Finn volkomen. Maar dat hoeft niet te betekenen dat jij je dat zo aan hoeft te trekken."
"Ik trek het me niet aan. Ik hoef niet met iedereen op te kunnen schieten" verdedig ik mezelf. Het zal mij worst wezen of die gast me wel of niet aardig vindt.
Dan realiseer ik me pas wat ze als eerste zei. Dat ze Finn volkomen begreep. Maar als Finn mij niet mag, en zij begrijpt dat; waarom mag zij mij dan wel?
"Wacht even. Hoe, wat, hoe begrijp je Finn dan?" vraag ik verward, terwijl ik opzij stap voor de leraar, die de deur van het lokaal open maakt.
Loïs pakt haar tas, die ze op de grond had gezet, op en slingert hem over haar schouder. Dan kijkt ze me aan, alsof ze zeker wil weten dat ik duidelijk hoor wat ze nu gaat zeggen.
"Finn is vroeger heel erg gepest. Hij vertrouwt mensen niet zo snel."
Na die woorden geeft ze de docent een hand en loopt de klas in. Ik blijf nog even tegen de muur geleund staan terwijl ik haar woorden laat bezinken.
Dan loop ik ook de klas in.

Als ik naast Finn plaats neem, neem ik hem nog eens aandachtig op. Nu ik het weet, kijk ik met andere ogen naar hem. Nu begrijp ik waar die vreselijk verlegen en misschien wel een tikkeltje bange houding vandaan komt.
Ik gooi mijn boeken op tafel en pak een pen, om vervolgens mijn tas onder mijn stoel te gooien. Dan richt ik mijn aandacht op de docent. Na een tijdje dwaalt het echter steeds verder af. Vanuit mijn ooghoek gluur ik naar Finn. Onbewust zoek ik naar redenen waarom hij gepest zou worden, maar het enige wat ik nu kan bedenken is zijn onzekere houding.

"Calvin, wat heb jij als antwoord ingevuld?"
Ik schrik op uit mijn gedachten en draai me met een ruk naar voren. De docente staart me emotieloos aan, een whiteboardstift in haar hand. "Uh" zeg ik schaapachtig terwijl ik in mijn schrift naar een antwoord zoek. Ik heb alleen geen idee waar we op dit moment zijn.
"Vraag 14 A" hoor ik Olivier achter me mompelen, en met een rood hoofd sla ik de bladzijde van mijn schrift om. Daar zie ik al snel een antwoord staan.
"Verwoestijning" antwoord ik opgelucht. De docente knikt en schrijft het antwoord op het bord.
Ik buig een stukje naar achter en zonder om te kijken bedankt ik Olivier. "Thanks man." Ik hoor hem grinniken.
"Geen probleem."

De hele dag lukt het me maar amper om me op de les te concentreren. Mijn gedachten vliegen alle kanten op, behalve de goede. Ergens ben ik dan ook blij dat we de laatste twee uur lichamelijke opvoeding hebben. Even gewoon energiek bezig zijn. Omdat het de eerste les is, mogen we zelf kiezen wat we doen. Samen met een groepje jongens, waaronder Olivier, houden we een voetbalwedstrijdje. Er wordt meer geklierd dan echt serieus gespeeld.
Ik ben net de bal aan het overspelen met Luke, als het fluitje van de docent klinkt. "Goed gespeeld, dames en heren. Ik zie jullie volgende week weer. Vergeet jullie buitenspullen niet mee te nemen, want vanaf volgende week gymmen we buiten."
Hier en daar klinkt protest, vooral van de meisjes. Ik heb van Olivier al begrepen dat er bij goed weer op een groot veld wordt gegymed, en dat daar alle ruimte is om fatsoenlijk te gymmen.
Samen met de andere jongens loopt ik richting het kleedlokaal. Daar kleed iedereen zich zo snel mogelijk om, om zo snel mogelijk naar huis te kunnen.
Omdat ik geen haast heb kleed ik me rustig om. Als een van de laatsten loop ik het lokaal uit.
Met mijn jas over mijn arm loop ik naar de fietsenstalling. Veel fietsen zijn al verdwenen, omdat het het laatste uur is. Als snel zie ik mijn fiets, maar ook Finn, die lichtelijk in de stress is.
----------------------------------------------
Weer een nieuw hoofdstukje. Vergeet niet te stemmen en laat me alsjeblieft weten wat jullie er van vinden. Is het verhaal te saai? Laat het me weten!

When boy meets boy|BxB|ON HOLDWhere stories live. Discover now