4) Finn

1.4K 56 23
                                    

Samen met Olivier loop ik de trappen op naar het lokaal waar we het eerst les hebben. Vandaag beginnen de lessen namelijk pas echt, en mijn klas trapt af met wiskunde. Olivier praat honderduit over zijn voetbaltraining van gister, maar ik luister niet echt.
Gisteren heb ik de hele middag nog met Loïs gehangen. Hoe gezellig het ook was, ik kon de gedachte aan de gebeurtenis met Calvin niet uit mijn hoofd krijgen. Het was zo vreemd. Ik was echt bang dat Loïs mij voor Calvin had vervangen. Daardoor is Calvin niet echt gestegen in mijn rijtje van mensen-die-ik-mag. Daarbij kan ik er nog aan toevoegen dat ik dus de komende weken naast hem moet zitten. En daar heb ik dus echt geen zin in.

Olivier trekt me uit mijn gedachten door me een stomp tegen mijn arm te geven. "Hé gast, we zijn er hoor."
Ik kijk op en zie dat ik bijna zonder het te merken het lokaal voorbij ben gelopen. Ik leun tegen de muur en wacht tot de docent komt. Ik sta een tijdje gedachteloos om me heen te staren, als ik merk dat Loïs en Olivier in een druk gesprek verwikkeld zijn. Ik zie Loïs' blije glimlach en hoor Olivier's speelse opmerkingen. Alweer valt me op hoe goed ze eigenlijk bij elkaar zouden passen. Toch heb ik geen idee of ze werkelijk wat voor elkaar voelen.

Dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat er iemand naast me komt staan. Het kan niet Olivier of Loïs zijn, want die staan een stukje verderop. Voor de rest kan ik niemand verzinnen die in zijn eentje naast mij zou komen staan. Ik ben nou niet echt de persoon om gezellig mee te kletsen.
Voorzichtig kijk ik opzij, en herken gelijk het gebleekte haar van Calvin. Hij leunt nonchalant tegen de muur en kijkt wat om zich heen. Ik laat mijn ogen over zijn kleding glijden. Helemaal zwart. Zwarte ripped skinnyjeans, zwart shirt en zwarte stevige veterschoenen.

Even serieus. Wat heeft die gast met zwart?

Ik sta me net te verbazen over zijn kledingstijl, als hij zijn hoofd in mijn richting draait. Als zijn blik de mijne ontmoet glimlacht hij naar me. Ik weet er een vreselijk nep en flauw glimlachje uit te persen, en wend dan mijn hoofd af.
Ik heb echt geen idee hoe ik het acht weken naast hem vol ga houden. Misschien is hij ook wel zo'n vreselijk persoon.
Met een zucht duw ik me af van de muur en loop naar de deur, die inmiddels open is.
Ik geef de docent een hand en loop naar mijn plekje achterin. Ik plof neer op mijn stoel en slinger mijn tas op tafel. Ik zoek tussen mijn boeken naar mijn wiskundeboeken en leg ze op tafel. In mijn hoofd maak ik de notitie dat ik mijn kluissleutel voor dit jaar nog op moet halen. Dat scheelt namelijk een heleboel gesleep.

Als ik buk om mijn tas naar te zetten, knal ik bijna met mijn voorhoofd tegen Calvin's been aan. Hij trekt zijn stoel achteruit en gaat zitten. Als hij zijn boeken heeft gepakt, staart hij peinzend in zijn tas. Hij bijt op zijn lip en kijkt mij dan aan. "Heb je misschien een pen voor me?" vraagt hij. Ik trek mijn wenkbrauw op. "Ik ben mijn etui vergeten" legt hij uit. Opnieuw valt me op dat hij een diepe, zachte stem heeft. Heel anders dan dat ik bij hem had verwacht.
Zonder een woord te zeggen schuif ik een pen zijn richting op. "Bedankt" zegt hij fronsend, terwijl hij naar me kijkt alsof ik iets heel vreemds heb gedaan. Ben ik aardig en help ik hem, is het ook weer niet goed.

Ondertussen heeft de leraar de klas tot stilte gemaand en bladert samen met ons door het eerste hoofdstuk. Ik scan de eerste paragraaf en zie gelijk dat het een herhaling is van vorig jaar. Terwijl de leraar uit begint te leggen, begint ik met de eerste opdrachten.
Nog voor het einde van de les heb ik alle opdrachten van de paragraaf afgewerkt. Terwijl de rest van de klas het huiswerk opschrijft, stop ik mijn spullen al ik mijn tas.
"Heb je het huiswerk al af?" Met een ruk til ik mijn hoofd op en kijk naar Calvin, die me verbaast aanstaart. "Uh, ja" zeg ik en ik ga verder met mijn spullen.

Als de bel gaat wacht ik op Olivier en Loïs, maar in plaats daarvan staat Calvin opeens naast me.
"Waar hebben we les?"
Hij vraagt het op een nonchalante manier, terwijl hij om zich heenkijkt. Als ik geen antwoord geef, richt hij zijn blik vragend op mij.
"Uhm, Engels in lokaal 1.09" antwoord ik dommig en loop dan met een rood hoofd richting Olivier.

When boy meets boy|BxB|ON HOLDWhere stories live. Discover now