11

70 10 0
                                    

Ze rolde met haar ogen en draaide zich om. Ik pakte haar hand vast en zo vielen we in slaap.

Pov Joey

Vogels zongen hun vrolijke lieden. Herten renden door de wei. De bomen bliezen heen en weer in de wind. Zo kon ik nog wel tien andere dingen die ik zag terwijl ik uit het raam keek die vandaag lieten lijken als een doodgewone dag. Helaas was vandaag geen gewone dag, vandaag was de dag dat Lisa en ik naar de Rapungi moesten.

We zouden vanmiddag eerst gaan oefenen met haar gave, en testen tot hoever ze die kon gebruiken. Ik draaide me om naar Lisa en zag dat ze nog sliep. Een zonnestraal die via het raam naar binnen scheen deed haar haar goudkleuren lijken. Ik streek één van haar prachtige lokken achter haar oor. Voorzichtig opende ze haar ene oog, daarna kwam de andere. 'Goedemorgen schat.', zei ik. Ze gaf me een glimlach als antwoord. 'Ik laat jou je even omkleden. Zie ik je bij het ontbijt? Het is in dezelfde zaal als gister.' Ze maakte een instemmend geluid en draaide zich weer om.

~

Pov Lisa

Na het ontbijt was het tijd. We zouden de kracht van mijn gave testen. We liepen naar een open veld buiten, zodat ik alle ruimte had. 'Waar zullen we mee beginnen?', vroeg ik. 'Probeer maar iets te voorschijn te halen waar we op kunnen oefenen. Een kip ofzo.' Ik knikte. Als ik het bloed van een kip kon drinken, kon ik er ook wel een dood wensen, als mijn gave me dat toeliet. Ik sloot mijn ogen en concentreerde me. Ik wou dat hier een kip stond. Ik wou dat hier een kip stond. Ik wou dat hi- 'Het is je gelukt!', riep Joey blij. Ik glimlachte, hij kon zo schattig zijn. 'Oké, wat nu?' Hij dacht even na. 'Eerst proberen om haar pijn te doen?' Ik slikte even, maar knikte toen. Ik wou dat ze pijn had. Ik wens haar pijn toe. Ik wou dat ze het gevoel had dat ze in brand stond. Ik schrok even van mezelf, maar toen ik mijn ogen opende en naar de kip keek  vielde ik trots. De kip lag schokkend op de grond, het was me gelukt. Ik voelde mezelf een beetje moe worden, maar niet zo moe als vorige keer. Ik keek naar Joey. 'Zal ik...' Hij gaf me een bemoedigend knikje. Ik wou dat deze kip dood was. Ik wou dat deze kip dood was. Ik wou dat deze kip dood was. Ik opende mijn ogen. De kip leefde nog. Aan de ene kant was ik daar blij mee, opgelucht. Aan de andere kant was ik teleurgesteld. Hij las het blijkbaar in mijn gedachten, want hij sloeg een arm om me heen. 'Je hebt de mogelijkheid om je gave te trainen om hem nog sterker te maken. Wat je niet moet vergeten Lisa, is dat dit de sterkste gave is die ik ooit heb gezien. Mijn beet heeft zeker goed gewerkt.' Bij die laatste zin knipoogde hij naar me. 'Lisa?' Ik keek hem aan met een ja-zeg-het-maar blik. 'Ik wil niet dat je schrikt, maar...' Hij aarzelde even. 'Wat is er, Joey?' 'Je haar.. Er is een pluk zwart geworden.' Ik versteef. 'Hoe.. En.. En is dat normaal?' Hij haalde zijn schouders op. 'Ik weet het echt niet.' Hij keek op zijn telefoon hoe laat het was. 'Het is tijd om de anderen gedag te zeggen en te gaan.' Ik knikte en liep achter hem aan, terug naar binnen. Ik was hier pas net, maar ik wou echt niet meer weg. Ik was nu al gehecht aan geraakt. Ik wou hier niet weg. Ik wou er niet heen. Ik wou niet denken aan wat ze Joey misschien wel aan zouden doen. Maar ik moest wel. Nadat we iedereen gedag hadden gezegd en iedereen Joey en mij wat bemoedigende woorden hadden toegesproken, was het echt tijd om te gaan.

~

Gigantische ijzeren poorten. Fonteinen van vuur. Er hing een lage, gure mist bij het Rapungi paleis. Ik huiverde even bij het zien van de vele, norse bewakers die de poorten bewaakten. Zo langzaam mogelijk naderden we de poort. 'Naam.', zei een van de norse bewakers. Van dichtbij was hij nog intimiderender. Joey schraapte zijn keel. 'Joey Vause' Hij keek me aan en gaf me een knikje 'Lisa Rooks', zei ik zachtjes. De bewaker liep naar één van zijn collega's en fluisterde iets in zijn oor en wees naar mijn haar, waarschijnlijk had hij de zwarte pluk opgemerkt. De collega keek even verbaasd, maar knikte toen en de gigantische poort ging langzaam open. Hij maakte een krakend geluid dat door merg en been ging. Ik rilde. Een bewaker begeleidde ons naar de ingang. We liepen door een hal, waarvan ik vermoedde dat die naar onze straf zou leiden. Er waren geen muren. Er waren alleen vlammen, gigantische vlammen die de muur vormden. Het plafond was prachtig versierd met goud en zilver.  We kwamen aan bij een grote stalen deur, met een gouden rand. De bewaker die ons erheen had gebracht fluisterde iets in het oor van de ander en ging toen weg. De bewaker die bij de deur stond keek ons streng aan en opende de deur. Ik slikte. Dit was het dan.

The Vampire Princess Where stories live. Discover now