21

4.1K 133 14
                                    

HOOFDSTUK 21.

*Harry*

Simon vraagt of ik de kamer kan verlaten. Ik sta op. Saar kijkt me na. Ze probeert te lachen, maar ik zie de angst in haar ogen. Ik blaas een handkusje naar haar toe. Ze glimlacht zwak. Dan loop ik de kamer uit. Ik hoor Simon wat dingen zeggen, maar het is onverstaanbaar voor mij.

*Saar*

Harry verlaat de kamer. Meteen begint Simon vragen te stellen.

"Dus je hebt een zwaar verleden achter de rug?" Ik knik.

"Wel een beetje ja."

"En waarom denk je dat jij en Harry bij elkaar passen." Ik wist dat deze vraag kwam en toch weet ik het antwoord niet.

"Hij laat me bijzonder voelen en hij is super lief." Ik kijk naar mijn handen. Mijn mouw kruipt een stukje omhoog. Ik zie een paar schrammetjes onder mijn mouw vandaan komen. Snel trek ik mijn mouw weer naar benden. Simon ziet het en pakt mijn arm vast. Hij trekt mijn mouw omhoog en bekijkt de schrammen. Ik houdt mijn ogen stijf dicht.

"Waarom?" Vraagt hij. Even houdt ik me stil.

"Ik moest van de pijn af." Zeg ik dan.

"Doe je het nu nog steeds?" Ik schudt hevig mijn hoofd.

"Gelukkig. Luister meisje. Ik snap dat je een vervelende tijd hebt gehad, maar doe dit nooit meer oke?" Ik knik. Simon stelt nog een paar andere vragen. Hij wenkt een bewaker dat hij Harry er weer in mag laten. Hij ploft naast me naar op de bank en pakt mijn hand vast. Simon loopt even de kamer uit.

"Het komt goed." Fluistert Harry in mijn oor. Ik knijp eventjes in zijn hand als Simon weer binnen komt. Hij gaat op zijn stoel zitten en zucht even.

"Luister... Ik vind het vervelend om dit te zeggen.. Maar jullie relatie kan niet verder gaan. Het spijt me." Tranen vullen mijn ogen.

"Nee het spijt mij... Dat ik niet perfect ben." Ik ren huilend de kamer uit. De trap af. Het gebouw uit. Gillende meisjes rennen mijn kant op. Ik ren er doorheen. Ze rennen langs mij heen. Ik kijk achter me. Harry probeert zich tussen de gillende meisjes te wurmen, maar hij zit vast. Ik ren weg. Richting het bos. Richting het meer. Daar ga ik aan de zijkant van het meer zitten. Mijn knieën opgetrokken tegen mijn borst aan, mijn gezicht in mijn handen. Huilend en snikkend zit ik bij het stromende meertje. Ik voel een arm om me heen.

"Hey. Gaat het wel?" Vraagt een bekende stem. Ik kijk op... Het is Niall. Hij trekt me tegen zich aan. Ik huil op zijn schouder. In de verte hoor ik Harry roepen. Hij komt steeds dichterbij. Ik trek me los uit Niall's grip.

"Ik moet hier weg. Blijf hier oke?" Niall knikt. Ik sta op. Niall probeert mijn arm te pakken maar ik weet me snel los te trekken. Ik ren weg. Ik hoor Harry nog mijn naam roepen. Maar luister niet. Ik ren en ren en ren... Totdat ik bij de bosrand kom. Ik stop en verstop me in de bosjes. Harry komt langs rennen. Hij stopt even. Ik zie dat hij rode ogen heeft. Zijn wangen glimmen en zijn rood. Hij kijkt om zich heen en rent dan langzaam weer verder. Tranen vullen mijn ogen weer.

"Doei Harry. Tot nooit meer." Fluister ik.

*Harry*

Ik zie Niall bij het meertje staan.

"Waar is ze?"

"Ze ging richting de bos rand. Ze zei dat ze moest gaan. Wat is er gebeurt?" Vraagt Niall bezorgt.

"Simon" is het enige wat ik zeg. Dan ren ik weer door. Richting de bos rand. Ik heb het bloedheet gekregen van al dat rennen. Ik stop even om uit te hijgen. Niets... Geen spoor van Saar. Ik ren door. Als ik ongeveer 20 meter heb gerend, stop ik. Ik bel haar! Dan hoor ik haar ringtoon! Ik grijp zo snel mogelijk naar mijn telefoon. Hij gaat over. Ik hoor een klein geluidje, maar dat is in de verte. Het geluidje stopt en ik hang op. Ik loop naar de plek waar haar ringtoon vandaan kwam. Daar op de grond... Ligt haar mobiel... Shit! Ze heeft hem achter gelaten. Ik hoor wat geritsel bij de rand van de klif die het bos afsluit. Nee... Ik kijk naar beneden. Daar! Op een uitstekend stuk rots zie ik Saar zitten. Ze zit in één gekropen. Ze zit maar een paar meter onder mij.

"Hey." Zeg ik zacht. Ze kijkt omhoog.

"Ga weg." Zegt ze... Ai dat kwam hard aan...

"Pak mijn hand." Ik steek mijn hand uit, maar ze weigert hem.

"Please Saar... Ik smeek je..." Ze kijkt omhoog. Ik zie haar rode gezicht.

"Ik heb toch geen nut om hier te zijn... Ik kan toch nergens heen. Dus laat me gewoon oke." Snikt ze.

"Nee. Ik laat je niet zomaar achter. We kunnen hier samen uit komen, maar dan moet jij mijn hand alleen vast pakken." Ik zie haar twijfelen. Maar dan toch opstaan. De rots begint te kraken en onze handen kunnen net niet bij elkaar. Ik grijp naar haar uitgestoken hand.

"Hebbes!" Roep ik. De rots begint nog meer te kraken.

"Harry snel!" Ik probeer haar met alle kracht op te trekken. Ze pakt met twee handen mijn arm. Ik voel dat iemand mijn benen pakt. Ik lig over de rand gebogen. Ik kijk om... Het is Jack... We hadden altijd een hekel aan elkaar. Hij heeft me een paar keer in elkaar geslagen.

"Jack please help me." Smeek ik hem. Ik zie dat hij overweegt me in het ravijn te gooien, maar me dan toch omhoog trekt. Ik trek Saar mee. Als we allebei helemaal boven zijn, sta ik op.

"Gaat alles goed?" Vraag ik aan Saar. Ze knikt bevend.

"Dank je Jack. Echt bedankt!" Ik trek hem in mijn armen.

"Het spijt me voor alles wat ik heb gedaan." Zegt hij in mijn shirt. Ik klop op zijn rug als een goedkeuring. Dan buig ik me weer over Saar.

"Ergens pijn?" Ze schudt haar hoofd. Ze wil opstaan maar zakt gelijk weer in. Haar been zit vol met bloed.

"Oh my god" zeg ik zacht. Ik til haar op.

"Harry het gaat wel." Zegt Saar nog.

"Nee echt niet." Ik loop met haar naar huis. Jack loopt naast me. Als ik bij de deur aankom zeg ik Jack doei en til ik Saar naar binnen. Ik leg haar zacht op de bank neer. Ze valt bijna meteen in slaap.

The Special Girl (Harry Styles)Where stories live. Discover now