Hoofdstuk 2

128 8 3
                                    

|Therese| //Woensdag//

'Wat gaan we doen dit weekend?' Zeurt Charlotte terwijl ze verveeld op de tafel tikt.

'Ik moet de buren helpen van mijn ouders.' Zucht ik.

'Ik moet op mijn zusje passen.' 

'Ja en ik op mijn cavia.' Mompelt Lindsey er achteraan. Oh, daar hebben we het hoor, een chagrijnige Lindsey. Ach, wanneer ook niet.

'Met verkeerde been uit bed gestapt Lin?' Vraag ik lachend waarna de rest ook lacht. Ze kijkt ongemakkelijk naar de vloer en zucht diep.

'Oh wow, niet al te serieus nemen hé.'

'Oh euhm, juist ja.' Ze staat haastig op en neemt grote stappen weg. Heb ik iets verkeerds gezegd?

'Hey babe.' Hoor ik plots achter me. Ik draai me geschrokken om en zie dan een vrolijke Finn achter me.

'Oh hey Finno.' Glimlach ik en druk een kus op zijn wang. Ik hoor Dakota en Charlotte "aw" zuchtten waarna ze lopen te fluisteren.

'Kom je vanavond langs? Het is al zo lang geleden.' Hij schudt teleurstellend zijn hoofd. 'Ik moet naar een voetbaltoernooi van mijn neefje.' Stottert hij. 'Van Max?' Hij knikt. 'Oh ik heb hem lang niet meer gezien, kan ik mee?' Hij schudt snel zijn hoofd, drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt weg. Wat raar.

'Ik wil niet mengen in je relatie ofzo, maar hij deed echt vreemd.' Mompelt Charlotte. Dakota knikt instemmend. 'Ander onderwerp!' Roep ik en ga met mijn hand gefrustreerd door mijn haar.

'Volgende week zijn er weer audities voor het jaarlijkse toneelstuk.' Begint Dakota. 'Ik ga me denk ik inschrijven, dan kan ik wiskunde laten vallen.' Glimlach ik. 'Doen!'

'Trouwens, hoe zit het met die leuke buurjongen van jouw?' Knipoogt Charlotte naar me. 'Ik heb hem nog niet gezien, maar ik denk dat ik hem van het weekend wel ga zien aangezien ik moet helpen.' Ze knikt vrolijk. 'Stel me meteen voor!'

'Ik wil niet weer zo doen, maar check is even waar hij mee bezig is.' Fluistert Dakota als de bel gaat. Ik rol geïrriteerd mijn ogen en zucht. 'Ik weet dat jullie hem niet mogen maar komop, stop is met mijn hoofd vol proppen met bullshit!' Snauw ik terwijl ik aanstalten maak om snel weg te lopen. En dit noemt men vrienden.

Ik heb de rest van de dag iedereen vermeden, alleen gezeten en nagedacht. Wat áls hij met iets bezig is waar ik niks van mag weten, iets negatiefs?

Ach komop hey, je gaat die bullshit toch niet geloven?

Nee, het kan niet. We hebben al iets langer dan twee jaar een relatie, dat zou hij toch niet weggooien?

Toch?

Op de fiets blijf ik er maar over denken, ik krijg er spontaan hoofdpijn van.

Waarom pieker je er dan nog over?

Omdat telkens het idee van dat hij eigenlijk wel vreemdgaat naar binnensluipt. Ik bedoel, de laatste tijd kan hij bijna niet afspreken, doet hij afstandelijk.

Misschien heeft hij nu een moeilijke tijd? Ja, dat zal het zijn.

Als ik thuis kom zie ik dat de auto's van mijn ouders niet op de oprit staan. Ze zijn vast aan het werken of iets dergelijks.

Eenmaal binnen loop ik meteen naar boven waar het geschreeuw van mijn broer die aan het gamen is de gang vult, zoals: 'Bijna bijna bijna!' of 'Schiet debiel!' Eugh, jongens.

In mijn kamer is het geschreeuw gelukkig wat gedempt door de muziek die aanstaat. Ik zing zachtjes mee terwijl ik mijn tas op mijn bed gooi en mijn spullen eruit haal.

Brother's best friendWhere stories live. Discover now