O, wát grappig!

2.5K 186 2
                                    

Zittend op mijn bed denk ik na over het toernooi. Ik weet niet wat ik kan verwachten. Wat moet ik allemaal gaan doen, en laten zien? Wanneer zie ik de andere deelnemers? Allemaal vragen zonder antwoorden. Mijn hand glijdt naar het zilveren medaillon dat om mijn hals hangt, verstopt onder mijn kleren. Het enige bezit dat ik in de gevangenis mocht houden. In het medaillon zit links een foto van mijn vader en rechts eentje van Jonah, mijn broer. Mijn moeder is vlak na mijn geboorte overleden, ik herinner me niks van haar. Maar wel van Jonah. Jonah, mijn beste vriend. Hij is vermoord door de regering. Ik was toen vier, maar ik weet alles nog. Hij was op de markt, en had een brutale mond tegen één van de soldaten. Hij was acht toen, maar de soldaat heeft hem zo hard geslagen dat hij de week erna overleed. Geld voor een ziekenhuis hadden we niet. Ik was bij hem terwijl hij zijn laatste adem uitblies. De gedachte doet me nog steeds zeer. Hij was altijd mijn beste vriend, mijn enige vriend. Maar ik verloor hem door de wetten van Orlando, die het toestaan om arme mensen in elkaar te slaan. Want dat zijn toch maar mensen die er niet toe doen, vind hij. Sinds die dag koester ik een enorme woede voor het koninklijk huis, met name voor Orlando. En dan te bedenken dat ik hier nu ben... Dat is te gek voor woorden. Want de laatste keer toen ik hier was... toen liep het voor mij niet goed af. 

Toen Jonah gestorven was bleven mijn vader en ik over. De eerste weken was mijn vader heel stil, al zag ik hem nooit huilen. Maar op een dag nam hij me mee en sprak hij tegen me. Ik zou nooit vergeten wat hij zei. 'We leven in een gevaarlijke tijd. Het is belangrijk dat je leert hoe je je moet verdedigen. En ik ga je dat leren, al is dat het laatste wat ik doe!'

Ik schrik op als er drie keer op de deur geklopt word. De deur is zo dik en geluiddicht dat ik geen voetstappen heb gehoord. De prins verschijnt in de deuropening. Achter hem lopen twee bedienden die samen twee grote en comfortabele stoelen dragen. De prins ziet dat ik er naar kijk. ''Ik weet dat je kamer een beetje kaal is, maar als je er niet meteen uit ligt blijf je hier nog wel een tijdje, en dan mag je helpen hem in te richten. Maar voor nu vast twee stoelen, we moeten toch onze tactiek bespreken.'' De bedienden zetten de stoelen weg, en het verbaast me dat de prins ze meteen weg stuurt. Hij is echt niet bang voor me, dat maak ik niet vaak mee. 

Een half uur later ben ik ingelicht over het toernooi, en alles wat het inhoudt. Ik moet elke week naar een centrale plek in het land komen en daar een proef uitleggen. Alleen de eerste proef is al bekend: messen gooien. Elke kandidaat krijgt een week om te trainen. Na deze eerste ronde vallen er vijf af. Uiteindelijk zullen er elf assassins overblijven in de grote finale. Daar gaat het om leven en dood. Voor de finale krijgen we twee weken de tijd om te trainen. 

Toen de prins klaar was met vertellen keek hij me aan alsof hij dacht dat ik ging protesteren. Dat ik terug zou willen. Ik haalde alleen mijn schouders op. ''Als dat alles is,'' zei ik. Ik zei het vooral om zijn reactie te zien, die de moeite zeker waard was. Hij trok zijn gezicht samen in een gekke frons, met zijn hoofd een beetje ingetrokken. Ik barstte meteen weer in lachen uit. Ik weet ook niet wat ik heb de laatste dagen. Ik ben gewoon blij dat ik niet meer opgesloten ben. En ik denk dat ik na vijf jaar lang alleen gezeten te hebben een beetje gek ben geworden. Zo kijkt de prins me nu ook aan, terwijl ik maar door blijf lachen. Hij weet niet hoe hij zich tegenover me moet gedragen en blijft maar een beetje aan de randjes van zijn overhemd frummelen terwijl hij slikt. Als ik uitgelachen ben blijft het stil en ik weet dat hij probeert om woorden te vinden. Ik blijf nonchalant op mijn bed zitten en kijk hem geamuseerd aan. Ik vind het wel grappig om hem te zien stuntelen en lach hem dan ook hardop uit. Ik lach nog harder als hij ook nog rood wordt. ''Leer je als prins niet hoe je met mensen als ik om moet gaan, en hoe je moet reageren als mensen je uitlachen?'' vraag ik hem uiteindelijk. Mijn vraag verbaasd hem. ''Ja, dat leer ik. Maar ik ben er nooit goed in geweest, behoorlijk slecht eigenlijk. En mensen zoals jij heb ik nog nooit ontmoet.'' Ik knik, want dat kan ik best geloven. Hij kijkt op zijn gouden horloge. ''Ik ga maar weer, je eten wordt over een half uur gebracht, morgen ochtend bespreken we je trainingen. Ik kijk hem na terwijl hij naar de deur loopt en me vervolgens weer alleen laat. Ik schud mijn hoofd. Deze prins is niet alleen een idioot, hij is ook echt heel amuserend. Ik ga me wel vermaken in mijn weken hier. 

Assassinated (Voltooid✔)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu