- XXXXI -

1.4K 78 5
                                    

p.o.v Vanora

'Tot morgen waarschijnlijk' zegt Macaulay.

Hij pakt mijn hand en we lopen naar de vergaderzaal. 'En wat nu' vraagt mijn vader, 'moet je ons nog iets laten zien?'

'Ik niet.'

'Ik wil jullie nog wel waarschuwen met rennen' zegt Farlan, 'je kan nog wel eens ergens tegenaan rennen.'

'Oké, dus niet rennen.'

Farlan knikt. 'Nu dat is geregeld' zegt Macaulay, 'moet ik nog iets afhandelen.'

'Zal ik meegaan' vraag ik.

Hij schud zijn hoofd, 'het is beter dat je dat niet doet.'

Ik knik. Hij legt zijn hand op mijn wang. 'Tot zo' zegt hij zacht.

'Tot zo' zeg ik.

Hij loopt de kamer uit. Ik kijk Maisie en Farlan aan. Ze glimlachen. 'Geen zorgen' zegt Maisie, 'Mac red zich wel. Laten we maar even hier blijven.'

'Wie let nu op Lileas' vraagt mijn vader.

'Tibby zal op haar letten'  zegt Farlan, 'ze zal bij Tibby slapen zodat jullie naar jullie eigen kamers kunnen.'

We knikken. We gaan zitten en praten nog wat. Na een tijdje komt Macaulay weer terug. 'Vanora' zegt hij, 'je bent dan nu wel een vampier maar ik zou je graag nog na het eten zien.'

'Tuurlijk' zeg ik glimlachend.

'Sire' zegt mijn vader, 'u doet niets toch bij haar.'

'Ik mag niets doen en doe dus ook niets. Zij moet, koste wat het kost, maagd zijn tot haar bruiloft.'

Hij komt naast me zitten. 'Gaat het' vraagt hij.

Ik kijk hem verbaasd aan, 'waarom vraag je dat? Ik ben oké.'

'Ik maak me gewoon zorgen.'

Ik rol met mijn ogen waardoor Maisie grinnikt. De rest van de dag blijven we bij elkaar. Na het eten neemt hij me aan mijn hand mee naar zijn kamer. Meteen als hij de deur heeft gesloten gooit hij het masker aan de kant en staat hij in een seconde voor me. Hij duwt me achterover op bed en leunt over me heen. 'Zo jammer dat ik jouw bloed niet meer kan drinken' zegt hij.

'En wat ga je nu doen?'

'Ik moet nog even wachten tot ik iets mag doen bij jou. Maagd tot het huwelijk. Weet je nog?'

'En ik mag nog steeds niet bij je slapen?'

'Nope, absoluut verboden. Laten we ons nu maar wel aan de wetten gaan houden.'

'Welke wetten zijn er nog meer?'

'De dag voor de bruiloft en de dag zelf mag ik je niet zien.'

'Twee hele dagen niet?'

'Nee, twee dagen niet. Achtenveertig uur lang niet.'

Ik zucht diep. 'En wat doen we met Adaira?'

'Zij mag komen net voor de bruiloft. Een maandje van te voren.'

'En wanneer ga je me ten huwelijk vragen?'

'Dat ga ik jou dus nog even niet vertellen.'

Ik wil iets zeggen maar hij duwt snel zijn lippen op de mijne. 'En nu stoppen met praten' zegt hij, 'laat mij je even verwennen.'

Hij begint weer kusjes te geven in mijn nek. En nog steeds voelt alles even goed als eerst. Hij trekt me omhoog en trekt mijn jurk uit. Ik scheur per ongeluk zijn shirt kapot. 'Sorry' zeg ik meteen.

Hij grinnikt en kijkt me aan. 'Geeft niet, je hebt geen idee hoe sterk je nu bent.'

'Ga jij me dat laten zien?'

'Oké, duw me maar van je af.'

Ik probeer hem weg te duwen en ik hoef niet eens zo heel veel kracht te geven voordat hij op de grond staat. Ik ga rechtop zitten. 'Oké' zeg ik, 'maar ben ik nu sterker dan jou?'

'Absoluut niet' zegt hij terwijl hij me weer achterover duwt.

'Ik zal altijd de sterkste blijven, dus ik heb ook altijd alle controle.'

the boy with the maskWhere stories live. Discover now