- XVII -

1.5K 81 2
                                    

Kermichil maakt me om half zes wakker. 'Wakker worden' fluistert hij.

Ik open mijn ogen en kijk hem aan. 'Goedemiddag' zeg ik zacht.

'Ga je mee? We gaan eten.'

'We' vraag ik verbaasd.

Hij knikt, 'je eet met mij mee. Zo kun je niet ontsnappen.'

Ik knik en ga rechtop zitten. Hij neemt mijn hand en trekt me mee aan mijn hand door de gangen naar een grote zaal. De muren hier zijn lichtgrijs. Op de grond liggen bruine planken en in de achterwand zitten twee grote ramen. In het midden van de kamer staat een grote, zwarte houten tafel. Aan iedere kant staan tien stoelen en aan het hoofd nog een stoel met een hoge rugleuning. Alle stoelen zijn zwart en hebben een rood kussentje op het zitvlak.

Hij trekt me mee naar de stoel links van de stoel aan het hoofd van de tafel. Daar duwt hij me neer. Hij gaat zelf aan het hoofd zitten. 'Eten' zegt hij, 'daarna neem ik je weer mee naar mijn kamer. Jij slaapt voorlopig bij mij.'

'Voorlopig?'

'Ja, tot ik je vertrouw zul je bij me slapen. Dan geef ik je een eigen kamer.'

Ik knik. 'En u geeft me wel normale kleding of...?'

'Weet ik niet, ligt eraan hoe jij je gedraagt.'

'Hoe bedoelt u?'

'Ten eerste zul je sneller een kamer krijgen door te stoppen met vragen stellen.'

Ik sla mijn ogen neer en knik. 'Braaf meisje' zegt hij, 'en nu eten.'

Hij belt met een bel. Er komt een meisje binnen met twee borden. Die zet ze neer voor ons. Daarna buigt ze en gaat ze weg. Kermichil kijkt naar mij. 'Eet' zegt hij.

Ik knik en begin langzaam met eten. Hij begint ook met eten. 'Smaakt bloed eigenlijk verschillend' vraag ik opeens.

Hij kijkt mij aan en kijkt me vragend aan. 'Al het voedsel heeft een andere smaak' zeg ik, 'is dat ook zo bij bloed?'

'Ja, soms smaakt het meer naar ijzer en soms minder. Het heeft wel verschillende smaken. Als je veel sinaasappels eet dan gaat je bloed wat zuurder smaken. En als je veel perziken eet gaat je bloed wat zoeter smaken.'

'Dus je kan ook proeven wat ik eet?'

'Jij at veel zoet. Want je bloed smaakt zoet wat ik heerlijk vind.'

Ik knik en eet weer verder. 'Waarom wilde je dat weten' vraagt hij.

'Oh gewoon' zeg ik, 'ik... weet nu bijna alles over wat het gif van de vampiers en zo... en niet over het bloed van ons.'

'Mmh, nieuwsgierig meisje ben je dus.'

Ik eet verder. Na het eten neemt hij me aan mijn hand mee naar zijn vertrekken. Hij opent de deur en we komen in een kamer met alleen een vleugel erin. Ik kijk hem aan. 'Ik heb gehoord dat je speelde voor mijn neef' zegt hij.

Ik knik, 'dat klopt.'

Hij leunt tegen de muur aan en zegt: 'Speel.'

Ik ga achter de vleugel zitten en druk twee toetsen in. Die klinken vals. Ik draai me om. 'Het spijt me maar ik kan niet op een valse vleugel spelen.'

'Kun je hem stemmen?'

'Dat zou ik wel kunnen ja, maar dat duurt een tijdje.'

'Doe het morgen maar, laten we dan nu maar gaan slapen.'

Ik knik. Hij neemt me aan mijn hand mee naar zijn slaapkamer. Daar geeft hij me wat kleding. 'Doe aan' zegt hij, 'ik douche even.'

Ik knik weer. Hij loopt de douche in. Ik kleed me snel om en leg de andere kleding op het voeteneinde. Hij heeft me een groot, zwart T-shirt gegeven met een kort, zwart broekje. Na een tijdje komt hij weer binnenlopen. Van zijn haren druppelen af en toe wat waterdruppels. Hij heeft een zwart hemd aan en een zwarte joggingsbroek. Hij grijnst. 'Liggen en slapen' zegt hij.

Ik ga liggen en hij komt achter me liggen en trekt me onder de dekens. 'Welterusten Vanora' zegt hij grijnzend.

'Goede nacht' zeg ik zacht.

Ik sluit mijn ogen en val na een paar minuten in slaap. Ik ben doodop.

the boy with the maskWhere stories live. Discover now