- VII -

1.7K 96 2
                                    

Die avond sta ik één minuut voor achten voor zijn deur. Ik wil aankloppen maar hij opent de deur al. 'Goedenavond majesteit' zeg ik met een reverence.

Hij doet een stap weg en laat me naar binnen lopen. Hij sluit de deur achter me en wijst naar de muziekkamer. Ik loop voor hem uit naar de kamer. 'Zit achter de vleugel' zegt hij.

Ik doe wat hij zegt. Hij gaat naast me zitten en legt zijn vingers op de toetsen. Hij begint een stukje te spelen. Daarna kijkt hij mij aan. 'Nu jij.'

Ik knik en probeer hem na te doen maar ik faal. Ik zucht. 'Nog eens' zegt hij.

Ik probeer het nog een aantal keer maar het lukt telkens op hetzelfde stukje niet. Ik zucht, 'het lukt me niet uwe majesteit.'

'Oefening baart kunst.'

Ik zucht, 'maar het gaat telkens fout op hetzelfde stukje.'

'Probeer het eens langzaam.'

Ik probeer het nog eens langzamer. Deze keer lukt het me wel. Ik probeer het nog eens en het gaat beter nu. Als het me eindelijk helemaal lukt kijk ik hem aan. Hij heeft zijn ogen gesloten. Zodra ik stop opent hij ze weer. 'Je hebt iets nieuws geleerd' zegt hij.

Ik knik, 'dank u majesteit.'

Hij staat op en gebaart naar de bank. Ik ga op de bank zitten en veeg mijn haren naar de rechterkant van mijn nek. Hij gaat weer naast me zitten en trekt me op zijn schoot. Ik kijk weer naar de muur. 'Sluit je ogen' zegt hij.

Ik frons maar sluit wel mijn ogen. Ik voel dat hij na even iets op mijn schoot legt. Maar wat weet ik niet. Ik voel zijn tanden weer in mijn hals. Daarna haalt hij het voorwerp van mijn schoot en zegt na heel even: 'Open je ogen.'

Ik open mijn ogen en kijk hem aan. 'Wat legde u op mijn schoot Sire' vraag ik.

'Het masker, die vind ik nogal irritant. Jij doet je ogen dicht meteen als ik je op mijn schoot trek. Duidelijk?'

'Ja Sire. En wanneer mag ik ze weer openen?'

'Wanneer ik je neerzet.'

Ik knik en hij zet me naast zich neer. 'Wat kan u niet' vraag ik opeens.

'Hoe bedoel je' vraagt hij.

'Nee, niets. Het spijt me.'

'Vanora.'

'U zei vanmorgen dat u andere dingen weer niet kon.'

'Klopt.'

'Welke dingen als ik vragen mag?'

'Emoties tonen.'

'Waarom is dat belangrijk?'

'Ze denken dat ik koud ben, geen hart heb en niet om iemand geef.'

'Maar ze kennen u niet, dus waarom zouden ze dat denken?'

'Jij gaat niet op uiterlijk af, is het niet?'

Ik schud mijn hoofd, 'natuurlijk niet. Waarom zou ik. Uiterlijk zegt niets over het innerlijk.'

'Wauw, jij bent echt niet bevooroordeeld.'

'Vooroordelen kunnen soms goed zijn, maar vaak is het niet goed.'

'Wat dacht je over mij?'

'Over u?'

'Ja, wees eerlijk tegen me Vanora.'

'Goed, ik dacht dat u inderdaad kil was ja. Maar dat was een vooroordeel voor alle vampiers aangezien alle vampiers die ik ken best kil zijn tegenover mensen.'

'En wat denk je nu over mij?'

'U bent zoals een koning hoort te zijn. Sterk, moedig, vasthoudend. En wat denkt u over mij?'

'Dat heb ik je vanmorgen verteld.'

the boy with the maskWhere stories live. Discover now