- XXI -

1.4K 80 3
                                    

Ik knik en hij laat me voor zich uitlopen naar de kamer met de vleugel. Ik open de vleugel en stem hem. Hij komt bij me staan en houd me vast terwijl ik in de vleugel leun. Na een uurtje ben ik klaar. Mijn handen en gezicht zijn vies van het stof. 'Mmh' zegt Kermichil als ik hem aankijk 'ten eerste maak het schoon in mijn vertrekken. Ten tweede maak jezelf schoon. Als ik terug kom wil ik dat je dat heb gedaan. Ben ik duidelijk, Vanora?'

Ik knik. 'Mooi zo, tot vanavond.'

Hij loopt weg. Ik begin met schoonmaken van de vleugel. Daarna doe ik de andere kamers. Het lijkt alsof hier al in geen tijden schoongemaakt is. Daarna ga ik bij het raam zitten. Ik wil hier weg! Ver weg! Ik wil terug naar Tibby! Terug naar Macaulay. Gewoon... gewoon... gewoon weg van hier!

Ergens in de namiddag gaat de deur open en komt hij weer zijn kamer in. Hij kijkt eens rond. 'Nu al klaar?'

'Ik kan heel snel schoonmaken' zeg ik.

Hij knikt. 'Maar kom nu' zegt hij, 'we gaan dineren.'

Ik sta op en loop met hem mee naar beneden. We dineren. Wanneer ik mijn drinken nog steeds niet op heb zegt hij: 'Drink nou eindelijk iets Vanora.'

Ik kijk naar hem. 'Ik dronk bloed bij je' zegt hij, 'je moet weer wat suikers binnenkrijgen.'

Ik pak mijn beker. 'Wacht even' zegt hij, 'ik wil nog één ding doen. Een beetje extra suikerdrank erin doen.'

Ik knik en laat het toe. Daarna drink ik het op. 'Nu genoeg gedronken' vraag ik.

Hij knikt, 'nu wel. Done eating? Dan gaan we weer terug naar mijn kamer.'

Ik knik en loop voor hem uit naar boven. 'Kleed je maar om' zegt hij, 'ik moet nog iets afhandelen. Als ik terug kom zit je op bed. Duidelijk?'

Ik knik. 'Goed' zegt hij, 'tot zo.'

Hij loopt weg. Ik kleed me razendsnel om voordat hij terug komt en me half naakt ziet. Daarna ga ik op bed zitten in kleermakerszit. Ik wacht tot hij terug komt. 'Je zit op bed dus deze keer geen straf' zegt hij, 'maar alsnog wil ik dat je me vertelt hoe je het voor mekaar heb gekregen dat ik je niet kon vinden.'

'Nou... gewoon, ik herrinerde me iets van vroeger.'

'Wat precies?'

'Vampiers komen op bloed af. Maakt niet uit of het in iemand zit of uit iemand is. Ik heb mijn polsen en hals ingesmeerd met modder zodat je me niet zou ruiken.'

'Oké, akkoord. Maar nu moet je iets anders verzinnen.'

'Wat had je gedaan als ik buiten de muren was gegaan?'

'Dan had ik je veel gif gegeven en had ik je in een kooi gestopt.'

'In een kooi?'

'Ja, ik heb hier twee kamers met een kooi.'

'Waarom als ik vragen mag?'

'Omdat ik daar meisjes in op sluit tot ze naar me luisteren en aan me gehoorzamen.'

'Gehoorzamen?'

'Gehoorzamen aan mij' zegt hij terwijl hij naar me toe begint te lopen, 'aan mijn wensen, aan mijn lusten.'

'L-l-lusten?'

'Ja Vanora' zegt hij terwijl hij naar me toe buigt, 'en binnenkort moet jij daar ook aan geloven.'

Ik duw hem weg en rol over het bed. Daarna ren ik naar de deur. Hij komt achter me aan en duwt de deur dicht. 'Stout Vanora, heel erg stout' zegt hij grijnzend, 'ik denk dat een nachtje in de kooi jou wel goed zal doen.'

Hij trekt me mee naar een andere kamer niet ver van de zijne. De muren zijn rood en hebben zwarte kroonlijsten. In het midden van de kamer staat een ijzeren kooi. Hij duwt me in de kooi en sluit me op. Ik kruip in de hoek. 'Tot morgenochtend Vanora' zegt hij, 'dan zie ik wel weer of je eruit mag of niet.'

Hij loopt weg, laat de deur in het slot vallen en sluit me op. Ik kijk rond. Ik vind het hier helemaal niet fijn! Ik leg mijn arm onder mijn hoofd en trek mijn benen zover mogelijk op. Ik ben moe van het rennen en val na een tijdje toch in slaap.



the boy with the maskWhere stories live. Discover now