Hoofdstuk 14

358 12 4
                                    

We gingen alle plekken af waarvan we dachten dat ze verborgen zou kunnen zitten. Nergens hadden we haar gevonden. We werden wanhopig totdat ik me iets begon te beseffen. Natuurlijk was de bedoeling van dit alles om ons te kunnen bereiken, althans daar ging ik vanuit. Wat zou er anders met Kayleigh gebeurd moeten zijn? Het was voor de hand liggend dat ze hier in zo'n korte tijd geen echte vijanden had gemaakt en dat een van hen haar had meegenomen en het was inmiddels ook wel duidelijk dat ze niet uit eigen wil was weggegaan. Dan zou ze iets hebben laten weten, dat zou ze altijd doen. Ik kende haar en dit gedrag was niets voor haar. Er schoot me nog maar één plek te binnen waarop de mogelijke dader ons dacht te kunnen bereiken die we nog niet bezocht hadden. Dereks oude huis. Dat huis dat afgebrand was. Hoe meer ik erover nadacht, hoe duidelijker alles in mijn hoofd werd. Alles viel op zijn plaats. Ik wist zeker dat ze daar was. En terwijl iedereen om me heen de moed en hoop verloren had, werd ik steeds hoopvoller. Dat kon ze uiteraard niet ontgaan en ze keken me vragend aan.

'Ik weet waar ze is,' zei ik vol overtuiging.

Ze wisselden een blik en keken me toen weer vragend aan. 'Waar dan?' vroeg Derek.

'In je afgebrande huis.'

'Waar wachten we dan nog op?' vroeg Isaac en hij sprong overeind om in actie te komen.

We liepen naar Dereks auto en reden op een vlot tempo naar zijn ouderlijke huis. Hij parkeerde de auto en we liepen vol nieuwe moed naar binnen. Ondanks dat waren we ook bezorgder dan ooit tevoren. Wat als ze hier niet was? Waar kon ze dan zijn? Wat zou er met haar gebeurd kunnen zijn? Maar we hadden geluk, ik voelde het. Het was de band die ik altijd voelde bij Kayleigh in de buurt. Ik voelde haar aanwezigheid al wist ik zelf niet hoe dat mogelijk was. Derek en Isaac schenen het ook te voelen en toen we de woonkamer betraden zagen we haar aan een stoel vastgeketend zitten. Er stond iemand voor haar. Een man. Hij draaide zich naar ons om en de schrik nam de overhand toen ik zag wie het was.

'Zo, dus jullie hebben haar eindelijk gevonden?' vroeg hij sarcastisch en ziedend tegelijkertijd.

'Waarom?' vroeg ik hem. 'Waarom doe je dit? Ik dacht dat we vrienden waren.'

'Dat dacht ik ook,' reageerde hij. Het was Scott. De enige echte Scott McCall.

'Hoe kon je?' vroeg Isaac.

'Ik denk dat je ons wat uit te leggen hebt, Scott,' zei Derek en hij ging verrassend goed met deze hele situatie om. Het was net alsof het hem niets verbaasde. Het was net alsof hij het voor de hand vond liggen. En toch leek hij het niet te begrijpen.

'Dit ging allemaal om jou, Samirah. Dit ging allemaal om jouw leugens van vandaag. Ik wist dat je loog toen je zei dat je niet bij Derek hoort. Ik had er alleen geen bewijs voor en dat heb ik nu wel.'

Hij keek naar Derek en mij, naar de nauwe ruimte tussen ons en vervolgens naar onze in elkaar verstrengelde vingers. Hierin vond hij al het bewijs dat hij nodig had.

'Maar Scott, waarom ontvoer je daarvoor mijn béste vriendin? Had je niet door dat er misschien een reden was waarom ik gelogen had?!'

'Ik zal je vertellen waarom. We zijn altijd al vrienden geweest en ik hoef niet naar je hartslag te luisteren om te weten wanneer je liegt of niet. Ik hoef je alleen maar in je ogen te kijken en daar zie ik het al door. Toen je zei dat je niet bij Derek hoort zag ik in je ogen dat je loog. Je verhaal klonk daarentegen wel oprecht en je hartslag was ook stabiel. Ik hield mezelf dus voor dat ik het misschien niet goed gezien had en ik besloot je te vertrouwen. Toch bleef ik je scherp in de gaten houden. Je maakte geen fouten en toen begon ik in je oprechtheid te geloven. Je had me bijna voor je gewonnen met je verhaal. Bijna. Want toen was de school uit en liet Derek je plan in duigen vallen. Het was me meteen duidelijk dat er niets van klopte. Het was me meteen duidelijk dat je wel in zijn pack zit en meer dan dat.' Hij keek wederom naar onze verstrengelde vingers. 'Ik rook haast de chemie die zich tussen jullie afspeelt. Maar ook toen was je vastberaden je verhaal nog eer aan te doen, maar dat had geen nut meer want ik wist al dat alles een leugen was. En daarom bedacht ik het idee Kayleigh te ontvoeren omdat ik dan bewijs zou hebben voor mijn vermoedens als het waar zou zijn en dat heb ik nu dus ook. Ik weet alleen niet waarom, Samirah. Waarom verraad je me? We zijn al een eeuwigheid vrienden. Dus waarom?'

'Scott...' zei ik met een verontschuldigende blik in mijn ogen.

'Niet doen. Ga nu niet weer een verhaal verzinnen. Ik wil de waarheid weten of anders niets.'

'Ik wist dat je me niet meer zou vertrouwen als je het zou weten en dus zei ik het niet zodat we vrienden konden blijven. Ik wil onze vriendschap niet vergooien. Niet vanwege één persoon.'

'Maar laat me raden. Jij gaat nu zeggen dat je liefde niet uitkiest en dat het je overkomt zodat alles weer als vanouds is?' Zijn stem klonk hatelijk.

'Nou, nee, maar het is wel waar.'

Hij slaakte een zucht terwijl hij zijn ogen ten hemel sloeg. Vervolgens maakte hij Kayleigh los en duwde hij haar naar me toe. Kayleigh was echter woedend op hem en aangezien ze haarzelf nog niet onder controle had, viel ze Scott aan. Keer op keer op keer haalde ze naar hem uit totdat Scott terug begon te vechten. Er brak een gevecht uit tussen twee mensen waar ik van hield. Ik schoot naar voren en stortte me tussen ze in. Ik kreeg een paar klappen te verduren maar toen leken ze zichzelf weer onder controle te hebben. Geen van beiden wilden ze mij pijn doen. En ondanks dat Scott boos op me was en me voorlopig niet meer vertrouwde wist ik dat onze vriendschap nog niet verloren was. Ik zou er gewoon iets beter naar moeten zoeken.

'Het spijt me, Scott. Probeer jezelf in mijn schoenen te plaatsen om te weten waarom ik gelogen heb. Ik zie je op school, hoop ik.'

Hij knikte en ik wist dat ik niet meer dan dat gebaar ging krijgen. Het was niet eens een vriendschappelijk gebaar, maar het was iets en alles was beter dan niets. Hij gaf nog blijk van herkenning en dat betekende veel voor me.

Kayleigh was gewond en Isaac hielp haar samen met mij naar de auto. We zetten haar op de achterbank en Isaac nam naast haar plaats. Derek en ik gingen voorin zitten. We reden naar Dereks huis waar we Kayleigh verzorgden. Ik besloot deze nacht niet naar huis te gaan. Ik zou er voor mijn beste vriendin zijn en ik zou het daarna wel een keer aan mijn vader uitleggen. Kayleigh had nu mijn voorkeur. Isaac leek daar hetzelfde over te denken. Nou ja, hij had geen ouders meer dus het was vrij logisch dat hij niet meer terug ging naar het huis waarin hij was opgegroeid. Meestal verbleef Isaac al bij Derek maar de laatste paar nachten was dat schijnbaar niet het geval geweest. Waar hij dan wel was geweest mocht Joost weten.

Isaac ging naast Kayleigh zitten en Derek en ik gunden hen een moment van privacy. Daardoor hadden we zelf ook de tijd om even alleen te zijn. We gingen tegen elkaar aan zitten en namen beiden niet de moeite om iets te zeggen. Er hing een dodelijke stilte om ons heen en dat leken we beiden prima te vinden. Het gaf ons de tijd om na te denken en weer tot onszelf te komen.

Kayleigh was gered en daar ging het allemaal om. Dat was het belangrijkste. Hoewel ze achteraf gezien nooit in gevaar was verkeerd maar dat wisten wij toen natuurlijk nog niet. Ik liet de dag nog eens door me heen gaan. Er was vandaag zoveel gebeurd. Het was geen standaard dag geweest. Het was een dag met de drukte van jewelste. Ik was blij dat dat nu eindelijk voorbij was. Het was iets dat een goede nachtrust goed kon verhelpen en ik voelde dat mijn ogen dicht begonnen te glijden. Ik was me er nog net van bewust dat Derek me in zijn armen tilde en me op een bed neerlegde waarna hij tegen me aan kwam liggen en een arm om me heen sloeg. En toen werd alles zwart voor mijn ogen en viel ik in een diepe slaap.

The Bite - Teen Wolf #Netties2017Where stories live. Discover now