Hoofdstuk 12

464 37 6
                                    

*POV Tamara*

'Tamara, je bent echt gek' zegt hij. 'Nee, ik ben knettergek. Maar weetje, als ik niet knettergek was, dan had ik jou niet' Hij lacht en drukt zijn lippen op de mijne. Mijn hart staat in vuur en vlam en mijn knieën worden slap. 'Mag ik zijn longen controleren, of ga jij verpleegstertje spelen?' Vraagt een stem. Geschokt maak ik me van hem los. De verpleegster kijkt me glimlachend aan en geeft me een knipoog. Mijn hoofd wordt zo rood als een tomaat en ik glimlach beschaamt terug. Nathan komt niet meer bij van het lachen en ik kijk hem kwaad aan. Maar het enige wat hij doet is nog harder beginnen lachen, waardoor ik nog meer schaamte voel.
'Rayan wacht op me' zeg ik, waarna ik hem, ondanks het voorval van daarnet, nog een snelle kus geef. 'Wil je hem voor me bedanken? Ik zie hem waarschijnlijk niet meer' Ik knik en loop de kamer uit.

Ik kijk in de bruine ogen van mijn broer. 'Bedankt' zeg ik. 'Je hoeft mij niet te bedanken, je hebt zelf het meeste gedaan' antwoordt hij. 'Maar als jij er niet was geweest, was alles wat ik had gedaan voor niks' leg ik uit. 'Tamara aghassaiy!' Roept de stem van Thomas. 'Shit' mompel ik. Voor ik het weet staat hij achter mij en rukt zijn sleutels uit mijn handen. 'Met jou heb ik nog een hartig woordje te praten!' Zegt hij streng. Rayan begint te lachen, 'ze zal het nooit afleren' Zijn ogen schitteren van plezier en ik hem kwaad aan. Wat heeft iedereen vandaag met me uitlachen? Thomas doet de handboeien rond mijn polsen wanneer ik bedenk dat ik iets vergeten ben. 'Rayan' zeg ik. 'Ja' 'ik moest je nog bedanken van Nathan' Hij glimlacht en ik blijf hem aankijken tot Thomas me bij hem weg duwt en me naar mijn cel leidt.

'Besef je wel wat je gedaan hebt?' Vraagt hij rustig. 'Uhu, en ik heb er geen spijt van' zeg ik brutaal. 'Ik heb er voor gezorgd dat hij niet dood ging, ik zou niet weten wat daar verkeerd aan was.' Mijn stem klinkt agressief en kwaad, want dat ben ik ook. 'Je hebt mijn sleutels gestolen, Tamara. Dat behoort niet tot je rechten' zegt hij. Zijn rustige toon maakt me nog nijdiger dan ik was. 'En het behoort niet tot jouw rechten iemand te laten doodgaan!' Schreeuw ik. Ik had nooit verwacht dat ik ooit zo tegen een cipier zou staan roepen. Maar in tegenstelling tot vroeger, haat ik hem uit de grond van mijn hart. Hij zegt niks meer, het lijkt wel of hij niet meer weet wat te zeggen. Misschien heeft hij eindelijk door dat hij fout zat. Hij doet de ijzeren deur achter zich dicht en ik hoor de sleutels rammelen in het sleutelgat. Ik zucht en ga op mijn bed liggen. Je zou denken dat ik nog uren lig te piekeren over wat er gebeurt is. Maar nee, ik ben moe en val meteen in slaap.

Hey! Hier weer een hoofdstukje derbij. Er gebeurt niet echt veel en het trekt op niks. Maar ik wou het er nog tussen
Vote? Xxx

The EscapeWhere stories live. Discover now