Hoofdstuk 3

625 58 6
                                    

*POV Tamara*

'Tamara?' Zegt een stem. Ik herken de stem uit de duizenden. 'Papa?' Ik kijk wanhopig om me heen, maar zie alleen maar bomen en nog meer bomen. 'Waar ben je?' Zijn stem klinkt gejaagd en er weerklinkt een vleugje paniek in de woorden. 'Ik weet het niet' huil ik.
Ik hoor voetstappen dichterbij komen en even later verschijnt papa van achter een boom. Ik ren naar hem toe en spring rond zijn nek. 'Papa, ik ben bang' fluister ik. 'Ik weet het meisje, maar nu hoef je niet meer bang te zijn, ik ben bij je' zegt hij troostend. Ik knik zachtjes en leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Je mag dat nooit meer doen Tamara, ik wil je niet nog een keer kwijt raken' zijn stem klinkt opgelucht en beschermend. 'Beloof je me dat je nooit meer wegloopt?' Vraagt hij terwijl hij me bezorgd aankijkt. 'Ja, dat beloof ik' zeg ik, waarna ik mijn armen rond zijn nek sla. 'Ik hou van je papa' fluister ik. 'Ik hou ook van jou schat' zegt hij. 'Oh god, Tamara, daar ben je' zucht mama als ze papa met mij op zijn arm dichterbij ziet komen. Rayan staat naast haar en kijkt me met grote ogen aan. De kleine jongen is pas 2 jaar en kan amper praten.
Hij heeft geen idee wat er aan de hand is, waar zijn 6 jarige zus naartoe was. Ik was zo blij toen papa me vond en ik zal nooit meer weglopen, want dat heb ik hem beloofd.

Ik word uit mijn slaap gerukt door een kloppend geluid. 'Je hebt bezoek' zegt de cipier nadat hij de deur heeft opengemaakt. 'Je moet wel even meekomen naar de zaal' zegt hij dwingend wanneer ik hem verbaasd aankijk. Sinds wanneer heb ik bezoek? De  laatste keer dat ik bezoek gehad heb was twee jaar terug van mijn advocaat. Maar dat kan je niet echt bezoek noemen. 'De twee tafel in de derde rij' zegt hij als we bij een grote zaal aankomen. Aan elke muur van de ruimte staat een persoon in het uniform van de politie. Drie mannen en één dappere vrouw. De grijze tafeltjes staan perfect naast elkaar in ongeveer 8 à 10 rijen, de bijhorende zwarte klapstoelen zijn bijna allemaal bezet, overal zitten mensen met elkaar te praten, sommigen maken ruzie en anderen zijn blij elkaar terug te zien. Maar dat alles kan me weinig schelen. Ik heb alleen maar oog voor de jongen aan de tweede tafel in de derde rij. Hij heeft glinsterende bruine ogen die zenuwachtig voor zich uit kijken. Hij draagt een blauwe jeans en een zwarte sweater met kap. Zijn blauwe Nikes tikken op de betonnen vloer en zijn vingers zijn in elkaar verstrengeld. 'Rayan?' Ondanks dat ik helemaal aan de andere kant van de kamer sta, heeft hij het toch gehoord. Hij draait zijn hoofd en kijkt me zenuwachtig aan. Langzaam stap ik dichterbij en ga op de stoel tegenover hem zitten. 'Tamara?' Zegt hij. Ik kijk recht in zijn verwarde ogen en knik. 'Ik...' Beginnen we tegelijk. We glimlachen beiden. 'Jij begint' zeg ik. 'Ik,... Het spijt me' zegt hij terwijl hij door het raam naar buiten staart. 'Het spijt me dat ik niet eerder kwam en dat ik je twee jaar lang heb laten stikken. Het spijt me zo erg zusje, ik heb je gemist' zegt hij. 'Ik heb jou ook gemist en het spijt mij ook, het spijt me dat ik zo ben, dat ik het niet kan laten om verkeerde dingen te doen, het is mijn eigen schuld dat ik je twee jaar heb moeten missen' zeg ik zachtjes. 'Ik ben blij dat ik gekomen ben' geeft hij toe. 'Ik ook. Maar euh, hoe komt het dat je gekomen bent?' vraag ik voorzichtig. 'Ik wilde al lang komen, maar mama hield me tegen. Ze zei dat ik er spijt van zou hebben. Ze heeft nooit gezegd dat ik niet mocht, alleen dat ze niet zou meegaan. Het is geen excuus, maar haar vastberadenheid hield me tegen' zegt Rayan. 'Hoe.. Hoe is het nu met haar?' Vraag ik. 'Ze mist je en ik ben er zeker van dat ze wel wil langskomen, maar dat niet doet, omdat ze bang is.' 'Waarvoor?'
'Om haar hart te breken, om je zo te zien, zo ongelukkig.' Hij slaat zijn ogen neer en zucht 'en omdat ze weet dat ze je niet zou kunnen achterlaten' ik knik begrijpend en draai zenuwachtig een lok haar rond mijn vinger. 'Soms begrijp ik helemaal niks van je' zegt hij. 'Je bent een superlief meisje, het laatste wat je van je verwacht is dat in de gevangenis raakt. Maar toch kan je het niet laten om...' Hij kan zijn zin niet afmaken omdat ik hem onderbreek. 'Ik weet het' zucht ik. 'Ik zal altijd zo zijn, niemand kan me veranderen' hij kijkt me teleurgesteld aan. 'Ook jijzelf niet?' Vraagt hij. 'Nee, het spijt me, dat kan ik niet' 'ik... Ik begrijp het gewoon niet' fluister hij. 'Ik ook niet' geef ik toe. Ik heb nooit begrepen waarom ik het deed, ik vond het gewoon... leuk? 'Ik euh, ik moet gaan' zegt Rayan. 'Nu al?' Vraag ik teleurgesteld. 'Ja, het spijt me. Maar ik ben blij dat ik je nog eens zag, na twee jaar.' 'Ik ook' zucht ik. Hij staat op en wil weggaan. 'Rayan?' Zeg ik. Hij draait zich om en kijkt me vragend aan. 'Ik mis je' zeg ik en ik sla mijn armen om hem heen. 'Ik mis jou ook zusje. Wil je me beloven dat je je sterk houd, dat je niet opgeeft?' Vraagt hij terwijl hij me terug knuffelt. 'Ja, dat beloof ik' Terwijl ik deze woorden uitspreek verandert Rayan's gezicht in dat van papa. Ik denk terug aan de droom die ik vannacht had, of het was eerder er soort van flashback. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Ik beloofde papa hem nooit meer in de steek te laten en dat zal ook niet doen, ook niet bij Rayan. 'Ik moet gaan' onderbreekt hij mijn gedachten. Ik knik zachtjes en laat hem vervolgens los. Het volgende moment verlaat Rayan de kamer en zit ik alleen op de stoel. Ik staar door het raam naar buiten. Zijn bezoek was zo kort en zo snel voorbij. Ik weet niet eens hoe het met hem gaat. Ik heb niet eens  gevraagd wanneer hij terug komt. Komt hij wel nog terug? Ondanks
De vele vragen die nu door mijn hoofd spoken, kan mijn geluk niet op. Ik ben sinds ik hier zit nog nooit zo blij geweest. Ik ben blij dat Rayan mij niet vergeten is. Zijn bezoek betekent zoveel voor mij. Ik zal nooit vergeten hoe ik me voelde toen ik de zaal binnenstapte en hem zag zitten. Ik zal nooit vergeten hoe het voelde om na twee jaar, eindelijk mijn kleine broertje terug te zien. Nooit.

Hey!
Ik weet dat het veel te lang geleden is. Jullie zijn waarschijnlijk allemaal al lang gestopt met lezen : (
Maarrrrr, dit hoofdstuk telt meer dan duizend woorden, dusss misschien maak ik het een klein beetje goed (voor degene die wel nog lezen)

The EscapeWhere stories live. Discover now