Schrijfopdracht 1

Start bij het begin
                                    

'Willen jullie allemaal dood, dan?!' roept de advocaat door de Kring. 'Zijn jullie allemaal bereid om je eigen leven op te geven, voor dat van iemand anders? Een onbekende? Zijn jullie echt bereid om je familie en je dromen in de steek te laten voor iemand anders?!' Dat is de vraag die ik mezelf ook de hele tijd maar stel. Mijn hand gaat naar de studente. 'Je bedoelt: Zijn jullie bereid om het goede te doen?' kaatst de studente terug. 'Om te kiezen voor de levens van twee mensen? Zijn jullie bereid om die aliens, om de wereld, om iedereen te laten zien dat je voor het goede kiest? Om jullie laatste daad een moedige daad te maken?' Mijn hand gaat terug naar de advocaat.

Hoe lang duren twee minuten? Mijn hart schrikt op als ik de teller hoor. De teller begint steeds sneller te slaan en ik weet dat er nog maar een paar seconden over zijn. Dan stopt de teller. Dan deelt de ronde bol zijn fatale schok uit. En ik heb niet meegestemd. Ik heb het alweer niet gedaan. Er zijn nog veertien mensen over.

'Nee!' roept een man van rond de vijftig jaar oud. Zijn stemgeluid klinkt hartverscheurend. 'Niet mijn Bertha!' Mijn ogen schieten naar de man, die zijn handen voor zijn ogen slaat. 'Bertha!' Naast hem, op de grond, ligt een vrouw die er even oud uitziet als hij. Die er even uit uitzág als hij. De man bukt en steekt zijn hand naar de vrouw uit. Zodra zijn hand uit de ruimte van de cirkel komt, licht deze rood op. De man trekt zijn hand snel weer terug. Hij jammert. 'Mijn Bertha.. wat hebben ze je aangedaan.' Dan staat hij weer rechtop en kijkt hij de Kring rond.

'Jullie zijn slechte mensen! Hoe kunnen jullie hier nou aan meedoen?! Mijn Bertha heeft niet één keer gestemd! Ik heb niet één keer gestemd! Hoe kunnen jullie nou zomaar mensen wegstemmen alsof het niks is?! Alsof je daar geen leven mee verwoest?! Hoe kunnen jullie nou zo egoïstisch voor je eigen leven kiezen, terwijl je daardoor die van een ander beëindigt?!' Ik wil niet naar de man kijken, omdat zijn verdriet en woede recht door me heengaat. Omdat het als messteken in mijn hart lijkt te steken. Deze man is een goede man, net zoals zijn vrouw een goede vrouw was. Tientallen goede mensen zijn al gestorven in deze Kring. Er zullen er alleen nog maar meer bijkomen.

Dan kijkt de man naar mij. Dan houden zijn ogen de mijne vast. Mijn hart lijkt stil te staan en begint daarna drie keer harder te slaan. 'Jullie denken allemaal dat je het verdient om te blijven leven?! Nou, jullie hebben het mis. Iemand die bereid is een leven te verwoesten om dat van zichzelf te redden, verdient het niet om te leven. Zíj is de enige die het verdient.'

Iedereen kijkt naar mij. Ik krijg het benauwd als ik plotseling in de schijnwerpers sta. 'Heeft zij nog nooit gestemd?!' bromt een andere oude man. 'En is ze al zo ver gekomen?!' Hij kijkt mij aan. 'Dacht je zo verder te komen?! Dacht je zo te winnen?! Door niet te stemmen? Door niemand te vermoorden en zo zelf te winnen, zonder bloed aan je handen? Hypocriet!' De advocaat valt de man bij. Dan kiest de bankdirecteur natuurlijk ook hun kant. Hun handen gaan mijn richting op.

Ik weet niet wat ik moet zeggen. Toch spreek ik voor het eerst sinds ik hier ben. 'Ik weet het niet. Ik weet helemaal niks meer. Het enige dat ik weet, is dat ik niemands leven wil beëindigen.' Het is stil. Ik ben bang dat ik, omdat ik opgevallen ben, weggestemd zal worden. 'Stem op haar!' roept de bankdirecteur. Ik sta op het randje van de afgrond als ik zie dat velen het ook doen. Maar ik neem niet de tijd om mezelf te verdedigen. Ik ga mensen niet overtuigen om iemand anders te doden, alleen om zelf niet gedood te worden. Ik wil niet dat iemand dood gaat door mij.

'De man heeft gelijk,' zegt de studente. 'Dit meisje verdient het! Dit meisje verdient het méér dan hij!' Ze knikt naar de bankdirecteur. 'Op hem!' Haar volgelingen kiezen haar kant, maar ik weet niet of het genoeg is. Misschien moet ik daar niet eens meer aan denken. De teller begint te slaan en ik krijg het benauwd. Ben ik bereid mijn familie en dromen op te geven? Ik weet het niet. Het enige dat ik weet, is dat ik niet bereid ben om iemand anders zijn familie en dromen op te laten geven. Ook niet als dat betekent dat de bol mij zal raken.

Verhalen schrijfwedstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu