16.

160 14 0
                                    

Sammy pov

'Nu ik het heb verteld moet ik gaan. Ik wil jullie niet in gevaar brengen' voordat iemand kan protesteren teleporteer ik naar een paar honderd kilometer verderop. Daar ga ik tegen een boom aan zitten en snik zachtjes. Er glijd een traan over mijn wang (blijkbaar kan ik dus wel huilen) en ik vang hem op met mijn hand. Kon ik maar gewoon mezelf zijn zodat ik niet steeds hoef weg te lopen. Ik klem de waterdruppel stevig in mijn hand en wens dat ik weer mezelf wordt. Ik open mijn hand en het druppeltje glinstert. Vreemd. Ik gaap en leg mijn hoofd op de grond. Eerst slapen en daarna denken. Vandaag was een lange dag. Ik gaap en open mijn ogen. Ik kijk verbaast om me heen en probeer te bedenken waar ik ben. De waarheid komt aan als een klap in mijn gezicht. Mijn familie. Ik heb dorst en dan bedoel ik niet bloeddorst maar gewoon dorst naar water. Ik luister en haar in de verte een rivier. Hij is redelijk rustig. Ik ren er naar toe en buig me voorover om te drinken. Ik schrik van wat ik zie en val in het water. Mijn haren zijn donkerder geworden. Een beetje roodachtig, zoals mijn eigen haar. Ik doe de kap helemaal af en zie dat ik niet meer op Jane lijk. Ook niet echt op mezelf maar dit is al een hele verbetering. Opgelucht haal ik adem, weg met die hele vermomming. Ik kijk om me heen, waar zou het dichtstbijzijnde dorp zijn? Ik besluit mijn vleugels te gebruiken en vlieg een stuk omhoog. Ongeveer 3 kilometer ten oosten van mij ligt een dorpje. Ik land en trek mijn vleugels weer in. Ik ren tot het einde van het bos op vampiersnelheid en verder loop ik rustig. Ik kom bij een naambord van de stad. Werewolf-city. Of ze zijn hier bijgelovig of ze hebben hier weerwolven. Gelukkig zijn mijn ogen goud en niet rood. Ik loop het dorp in dat op het eerste gezicht een normaal dorp lijkt maar als je goed kijkt ontdek je verschillen. Een klauwspoor van een wolf, een gat op een vreemde plek, de reusachtige tuinen en natuurlijk het feit dat er geen wegen naartoe lopen en het midden in het bos is. Duidelijk een weerwolvendorp, hopelijk hebben ze nog nooit van vampiers met gouden ogen gehoord, of van kleurlenzen. Ik loop door de stad maar ontdek niks speciaals. Wie zou hier de alpha zijn? Misschien kan ik me bij ze aansluiten. Ik heb een ketting die mijn geur laat lijken op die van een mens dus weten ze niet hoe vreemd ik ruik. Er gaat een wolf voor me staan die gromt. 'Hoi... Je hebt vast wel een naam maar die weet ik niet. Zou je me naar je alpha willen brengen? Ik wil graag met hem spreken' de wolf verandert en dan staat er een jongen voor mijn neus. 'Hoe weet jij van ons bestaan. Mens' 'mens? Ooit gehoord van geurveranderaars? Het zijn handige dingetjes' zeg ik met een glimlach. 'Maar de alpha? Wat wil je met hem bespreken?' 'Vertel ik later wel. Moet je nog linken om te vragen of het mag?' Hij schud zijn hoofd 'al gedaan' 'oké, laten we dan gaan' hij loopt een straat in en ik loop achter hem aan. We komen aan bij een groot gebouw dat lijkt op een gemeentehuis. Ik volg hem door allemaal gangen. 'Je moet hier wachten' zegt hij 'ik haat wachten' zeg ik maar toch blijf ik staan. Ik loop een beetje door de kamer heen en weer. Het heeft zeker voordelen om hier te zijn want niemand kan me dan vinden maar ik kan mijn gaves niet gebruiken.

My life 2 twilight (nl)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora