15 - You pong!

322 34 7
                                    


Gekreun. Dat was het eerste dat ik hoorde toen ik mijn plek op de tribune innam. Hard, luid mannengekreun. Nee, ik was niet op één of andere vieze plek. Dit waren gewoon de geluiden van de warming-up. Op het veld waren zo'n vijftig jongens van Jesse's leeftijd, de één nog groter en ruiger dan de ander. Sommige droegen een geel hesje over hun tenues. Ze waren bezig met rek-en-strek oefeningen, gooiden rugbyballen naar elkaar over en beukten tegen grote gele dummies. Het grasveld waarop de jongens moesten spelen zag er niet goed uit; door de warmte was het gras verdord. Aan beide kanten van het veld stonden er witte palen, de doelen. Ik keek om mij heen. Op de tribunes was het niet druk. Hier en daar zaten wat ouders van de jongens en links van mij een paar giechelende meisjes. Op de eerste rij, precies voor de middenlijn, zaten een half dozijn mannen in zwarte pakken. Dat die in die pakken niet dood gingen in de hitte. Dat waren vast de scouts die de spelers kwamen 'keuren'. Ze hadden allemaal een petje op met het Sydney Roosters logo erop.
Toen kwam Jesse het veld op. Hij droeg, net zoals alle andere jongens, een donkerblauw broekje en een blauw met rode jersey. Met zijn haar zo in een knotje leek het net alsof hij regelrecht uit een sporttijdschrift kwam lopen. Verrassend genoeg was Jesse niet eens de langste jongen daar. Een boom van een kerel met twee getatoeëerde armen stond naast mijn buurjongen en stak zo'n vijf centimeter boven hem uit! Dat ik dit nog eens mocht meemaken. Iemand die langer was dan Jesse, wie had dat nou gedacht? Veel tijd om erover na te denken had ik niet, want een wat oudere man blies op zijn fluitje en alle jongens kwamen bij hem staan. Ik zag dat Jesse even opkeek van de bespreking en zijn ogen doorzochten de tribune. Hij lachte even toen hij mij zag en ik voelde mijn wangen rood worden. 
"Ken je Hastings?" hoorde ik opeens naast me. Zonder ik het had gemerkt was er iemand naast mij komen zitten.
"Uh, yeah," zei ik. "Hij is een vriend van me."
De man knikte en ik nu pas zag ik dat hij één van de scouts was. Hij had zijn colbertje uit gedaan en speelde met de pet in zijn handen. "Hij heeft veel potentie. Kan je me wat meer over hem vertellen? Van de meeste jongens heb ik wel wat achtergrond informatie, maar van Hastings weet ik helemaal niks, behalve dat hij goed kan tackelen."
Ik had geen idee wat ik tegen hem moest zeggen. Ondertussen waren de jongens verspreid over het veld. Ze gingen geen wedstrijd spelen, wat ik eerst had verwacht. Op het veld stonden verschillende 'obstakels' die je moesten volbrengen. Nu wist ik dat Jesse voor de possie (positie) van flanker ging, dus hij zou het waarschijnlijk goed moeten doen bij het tackelen. Om een flanker te zijn, moet je lang, zwaar en sterk zijn. Drie woorden die Jesse op het lijf geschreven waren. "Sure. Wat wil je weten?"
"Vertel me eens wat over zijn karakter."
Jesse stond ondertussen  met vier andere jongens bij het hardlopen, waar ze deden opmeten hoe hard je kan rennen. "Eh, Jesse is heel behulpzaam. Hij is betrouwbaar en betrokken. Hij is ook heel erg zorgzaam... ik weet niet zo goed wat ik verder nog kan zeggen."
"Hij klinkt als een top bloke." (goede kerel)
Ik kwam een beetje op dreef. "Dat is hij ook. En ik heb zoveel respect voor zijn doorzettingsvermogen. Hij is al weken bezig met deze auditie. Hij heeft zelfs een speciaal trainingskamp gevolgd."
De man lachte. "Klopt. Hij was daarvoor uitgekozen door ons, maar dit is de eerste keer dat ik hem echt bezig ga zien. Ik heb wel verhalen over hem gehoord."
Net voordat ik daarop wilde reageren, zag ik dat Jesse begon. Samen met de andere vier jongens stond hij voor een witte lijn in de starthouding om te rennen. De lange gozer zat ook bij Jesse in de groep. Een fluitje klonk door de lucht, waarop ze begonnen te rennen. Ik kon zien dat Jesse zijn uiterste best deed, maar hij was niet de snelste. Maar eigenlijk was dat ook niet zo gek, Jesse had veel meer gewicht om mee te sjouwen dan andere deelnemers. Gelukkig was hij wel sneller dan de lange gozer en nog een andere deelnemer. Hij zat dus in elk geval nog in de top 3.
Ik was zo geconcentreerd op Jesse dat ik niet door had dat de man naast mij aan het praten was.
"Sorry, what's that?" vroeg ik. (Wat zei je?)

De man lachte. "Ik vroeg of je hem wel eens hebt zien spelen."
"Helaas niet," zei ik hoofdschuddend. "Ik ken hem nog niet zo heel lang, maar ik weet wel dat hij heel goed schijnt te zijn. Mijn broertje heeft het vaak over Jesse's rugbyskills."
Hij knikte goedkeurend. "Wat zegt hij dan zoal?"

Love Like a BoomerangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu