Hoofdstuk 4 - Koen

751 26 0
                                    

We kwamen aan op het commissariaat en Eric parkeerde de wagen op een vrije parkeerplaats. Ik bleef doelloos voor me uitstaren, naar wat dat weet ik zelf niet maar ik deed het. Toen werd ik uit mijn gedachten gehaald door Brigitte die zei: 'Koen we zijn er, je mag uitstappen.' Ik draaide mijn hoofd naar haar en knikte. Eenmaal in het gebouw begroette ik zelfs Patrick niet. Hij zal dat wel begrijpen. Onmiddellijk werd ik bij de commissaris geroepen en ik liep samen met Brigitte en Eric naar zijn bureau. 'Kan ik Koen even alleen spreken?' vroeg hij. Eric en Brigitte gingen aan hun eigen bureau zitten en knikten naar mij als aanmoediging. Ik stapte binnen en ging op een vrije stoel zitten. Ik betrapte mezelf erop dat ik op de stoel zat waar Tineke altijd ging zitten en ik dacht weer aan hoe ze daar lag in het ziekenhuis, helemaal bleek, koud en vol met draadjes en buisjes. De commissaris had blijkbaar gezien dat ik tranen in mijn ogen had want hij vroeg of ik een zakdoekje wou. Ik pakte een zakdoekje uit de doos en droogde mijn ogen. 'Wat is er nu juist gebeurd Koen?' vroeg hij. Ik begon moeizaam te vertellen: 'Tineke en ik hadden besloten om te gaan patrouilleren in het bos' Ik stopte even en slikte. 'Toen we daar waren zagen we aan het meer 2 jongens vechten, dus Tineke en ik gingen naar hen en probeerden hen te overmeesteren.' Omdat de commissaris zag dat ik gestopt was, vroeg hij: 'En dan?' 'Ik overmeesterde 1 van de jongens en wou Tineke gaan helpen. Maar toen ik terug kwam zag ik dat die jongen haar aan het schoppen was en toen ik hem probeerde te stoppen...' Ik barstte in tranen uit. Na een aantal minuten had ik weer de kracht om verder te gaan. 'Toen duwde hij haar in het meer' Ik zag dat de commissaris schrok en hij zei: 'Koen ga maar naar huis en laat me weten als je nieuws hebt over Tineke. Wij handelen deze zaak wel af.' Ik knikte en stapte naar buiten. Vrijwel onmiddellijk kwam iedereen me troosten. Mijn mannelijke kant zei dat het niet stoer was om zo te staan huilen als een klein kind, maar mijn hart zei dat het me een goed gevoel gaf. Dus ik liet het toe. Na nog wat geknuffel van de collega's vertrok ik naar huis. Het was stil in de auto, ik had zelfs geen zin om de radio op te zetten. Na een tiental minuten was ik thuis.


Ik deed de deur open en liep recht naar de zetel waar ik inplofte en met mijn handen voor mijn gezicht zat te wenen. Om de 2 seconden keek ik op mijn gsm of het ziekenhuis iets had laten weten. Opeens hoorde ik de bel. Ik had geen zin maar toch ging ik de deur opendoen, het was Floor. 'Hier Koen, ik had bedacht dat je geen zin zou hebben om te koken of te eten, maar je moet iets eten. Dus heb ik macaroni met kaassaus gemaakt.' Dat was mijn lievelingsgerecht maar ik had echt geen zin om te eten. Toch bedankte ik haar. Toen ze weg was zette ik het eten op de keukentafel en ging terug in de zetel zitten. Na een tijdje viel ik in slaap.


Een tijd later werd ik terug wakker gemaakt door iets. Waarom moest ik wakker worden? Het had al zoveel moeite gekost om in slaap te geraken. Opeens schoot me iets te binnen. Het zou toch niet?! Ik pakte snel mijn gsm en ja hoor. Ik werd gebeld! Ik nam hoopvol op en herkende de stem van dokter Verkammen: 'Meneer we hebben nieuws, wilt u zo snel mogelijk naar het ziekenhuis komen?' 'Tuurlijk ik ben daar binnen 20 minuten!' Antwoordde ik. Nadat ik afgelegd had sprong ik recht en liep, nog altijd in mijn politiekleren, naar de deur. De auto startte, naar mijn mening, veel te traag en ik moest stoppen aan elk verkeerslicht dat ik tegenkwam. Maar geduld wordt beloond en uiteindelijk kwam ik aan. Ik parkeerde me op de parking van het ziekenhuis en rende naar binnen. Dokter Verkammen kwam me tegemoet en zei: 'We hebben nieuws over Tineke. Volgt u mij maar.'

Amantes AmentesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu