§19 het telefoontje

330 30 16
                                    

Milo's POV:
Ik open mijn ogen als ik de deur dicht hoor gaan.
Is Matt net terug, of gaat hij nu weg?
Mijn telefoon ligt nog bij de jeugdzorg, die ben ik echt wel kwijt.
Ik stap uit bed, trek sokken aan en loop de woonkamer in.
Matt is net terug, want hij is boodschappen uit aan het pakken bij het aanrecht.

"Hey." Ik loop naar hem toe, ga achter hem staan en sla mijn armen om hem heen. "Ben je al terug?"
Matthy legt alles neer en gooit zijn hoofd naar achteren, waardoor hij me aankijkt met zijn blauwe glim oogjes. "Ik ben al terug, ja."
Ik ga automatisch lachen. "Ik ben net wakker."
Matthy begint met een glimlach de boodschappen weer uit te pakken.
"Hier, ik heb broodjes." Hij draait zich nu volledig naar me om en geeft me een zak broodjes aan.
Hij kijkt me kort aan, waardoor zijn glimlach weer wegzakt. Huh, wat is er aan de hand?
"Wat?" Ik kijk en vragend aan. "Heb ik iets gedaan?"
Matthy pakt met twee handen mijn gezicht en kijkt me bezorgd aan.
"Nee, nee- Miel, heb je daar wel iets gegeten?"
Ik schraap mijn keel en slik. Natuurlijk niet.
"Nee." Zeg ik zachtjes. "Maar ik ben afgevallen."
Matthy zucht en gaat zachtjes met zijn duim over mijn wang.
"Dat maakt niet uit. Het is gevaarlijk, Miel. Je moet echt eten, anders gaat het echt fout."
Matthy dekt de tafel, terwijl ik zijn boodschappen verder uitpak.
Ik moet inderdaad eten, maar ik denk dat ik eindelijk tevreden ben met mijn lichaam.
Misschien moet ik nog een tijdje stoppen met eten.
Een weekje of twee, dat kan geen kwaad, toch?

"Dankjewel, Matt." Ik glimlach zachtjes naar hem.
Hij gaat tegenover me zitten en vouwt zijn handen in elkaar. "Geen probleem, eet smakelijk."
Hij staat op om de boodschappen uit te pakken, maar dat heb ik natuurlijk al gedaan.
Zodra hij merkt dat ik dat heb gedaan, draait hij zich naar me om met een grote glimlach.
"Miel- heb jij dat gedaan?" Hij lacht.
"Tuurlijk, wie anders, de kabouters?" Ik schud mijn hoofd en staar naar het broodje op mijn bord.
Na 2 dagen niks eten vind ik dit echt lastig. Ik heb geleefd op kauwgom en water, zoals altijd.
Het eten van de jeugdzorg was niet te vreten, ik heb het allemaal in de prullenbak geflikkerd.
Het broodje op mijn bord is al een uitdaging, laat staan mijn lunch, of mijn avondeten.
Matt gaat me wel helpen, toch?

"Miel, heb je al-" Matthy staat stil voor de tafel en kijkt naar mijn bord, waar het broodje nog steeds op ligt. Het is al een kwartier later, maar ik heb nog niks gegeten. Ik kan het echt niet.
Matthy gaat zitten en staart me aan.
"Milo..."
Ik knik en kijk met een schuldgevoel van het broodje naar Matt.
"Sorry, Matt."
Hij kijkt me weer bezorgd aan.
"Milo, je hoeft geen sorry te zeggen. Ik snap helemaal dat het moeilijk is. Neem je tijd, ja?"
Ik glimlach zachtjes naar hem en slik.
"Ja." Fluister ik. "Ik neem mijn tijd."

Ik ben heel laat opgestaan, blijkbaar.
Toen Matt terugkwam had ik geen idee hoe laat het was. Toen ik het net vroeg, was het al 14:34.
Dat betekent dat ik rond 13:30 wakker was.
Het is nu 20:00, hoor ik net van Matt.
Het is zomer, dus het wordt echt laat donker.
Fijn, vind ik.

Matt en ik liggen samen op de bank, starend naar de televisie. Naast de bank is een raam. Het raam kijkt uit op de snelweg, waardoor je soms een paar auto's voorbij ziet razen.
"Miel." Matthy legt zijn hand op mijn knie. "Kijk."
Hij wijst naar de televisie. Het nieuws staat op.

"Goeie avond, en welkom bij het NOS journaal.
Vandaag: steeds meer dieren worden aangereden op de snelweg, jongen is ontsnapt uit de jeugdzorg, en nog meer. Blijf kijken!"

Het intro van het journaal begint af te spelen.
Ik kijk Matt aan. "Serieus, in het nieuws?"
Hij legt zuchtend zijn hoofd op mijn schouder.
"Misschien zijn ze wel aan het zoeken."
Ik denk na over wat hij zegt. Er ontsnappen toch wel vaker kinderen, of ben ik de eerste?
Waarom maken ze er zo'n groot probleem van?
Ik ben geen psychopaat, ik ben hier nu veilig en rustig. Er is geen enkele reden om me daar terug te stoppen, ik heb Matt.

"Miel." Matthy schudt zachtjes mijn knie heen en weer en wenkt naar de televisie.

"Milo ter Reegen, een jongen van 16, is gisternacht ontsnapt uit de jeugdzorg. Hij is geholpen door zijn vriend, waarvan we geen informatie hebben.
Zodra we meer informatie hebben, kunnen we beter zoeken. We zijn nu ook al bezig met zoeken, maar het is hopeloos. Heb je meer informatie, bel dan naar *************. Alvast bedankt!"

Ik zucht en kijk naar Matt, die rustig op mijn schouder naar de televisie aan het staren is.
"Ze vinden ons niet." Mompel ik. "Toch?"
Matt gaat overeind zitten en wil net iets zeggen, maar de telefoon gaat.
Niet een IPhone, of een of andere Nokia, een hele oude telefoon. Aan zo'n lange draad.
Matt springt op en rent naar de telefoon, die hij geschrokken opneemt.
"Met Matthyas het Lam."
Het blijft even stil, ik zie Matt aandachtig luisteren.
Dan valt zijn mond open.
"Nee, ik-"
Hij hangt vliegensvlug op en kijkt in shock naar de telefoon.
"Matt?" Ik sta op en loop naar hem toe. "Matt..."
Hij ademt diep uit en kijkt me geschrokken aan.
"Het was de politie."
Ik slik en leg mijn hand voorzichtig op zijn schouder.
"Ze vroegen of ik iets van je wist."
Lichtjes knijp ik in zijn schouder. "En?"
Matthy kijkt naar de telefoon. "Ik heb nog nooit zo snel opgehangen. Ze vinden me sowieso verdacht."
Ik zucht en sla mijn armen om hem heen.
"Vast niet. En anders vinden ze ons toch niet."
Matthy legt de zijkant van zijn hoofd tegen me aan, met zijn gezicht naar de telefoon.
"Miel, ze hebben de locatie, hè?" Zegt hij zacht.
Ik slik en kijk samen met Matt naar de telefoon.
"Oh."

1021 woorden

————
Ik heb geen idee wat ik hier moet zetten.
Dus, hoe gaat het met jullie? <3
Tot het volgende hoofdstuk, ik hou van jullie🫶🏼🫶🏼

Ceilings Donde viven las historias. Descúbrelo ahora