§3 het eendenpark

494 36 21
                                    

Milo's POV:
Het was al bloedheet, maar nu heb ik het nog warmer. Matthy weet dat ik niet oké ben, maar ik weet dat ook van hem.
Wat moet ik zeggen, dat ik niet hoef te praten?
Moet ik vragen of ik kan helpen?
In stilte staan we in de fietsenstalling, met de zon recht boven ons.

"Misschien moeten we even ergens zitten."
Matthy zet één been op zijn trapper, hij heeft dus duidelijk plannen om oprecht te praten met me.
"Waarheen dan?" Ik doe hetzelfde, en zo beginnen we allebei te fietsen, het schoolterrein af.
Matthy slaat linksaf. "Ik weet wel een plek."

We staan stil bij een park met een meertje en een bankje, die waarschijnlijk bloedheet is door de zon.
We gaan zitten en staren naar de eenden, die vrolijk in het meertje rondzwemmen.
"Dus..." Matthy zucht diep. "Moet ik beginnen?"
Ik kijk hem vragend aan. "Waarmee?"
Hij slikt en pakt zijn eigen mouw vast.
"Met mijn verhaal, wat er mis met me is."
Mijn vragende blik gaat naar een zachte blik.
Ik heb zoveel medelijden met hem, maar ik ben wel echt benieuwd wat hem mankeert.
Ik wil hem echt helpen, echt waar.

"Milo, ik weet niet hoe ik het moet zeggen."
Matthy haalt diep adem en rolt zijn mouw omhoog.
Ik zie witte littekens, dat betekent dat hij het lang geleden heeft gedaan, dat hij al best lang clean is.
"Oh, Matt." Ik slik. "Sorry- ik wist het echt niet."
Matthy rolt zijn trui weer omlaag en schudt zijn hoofd snel. "Je had het niet kunnen weten."
Hij kijkt me glimlachend aan, alsof hij blij is dat hij het met me heeft gedeeld.
Ik glimlach zachtjes terug, met 2 armen om mijn eigen middel heen geslagen.
"Weet je waarom ik het altijd deed?" Vraagt Matt.
Ik schud mijn hoofd. "Nee."
Matthy gooit een steentje in het water, die net niet op een eendje terechtkomt.
"Omdat ik mijn agressie eruit wilde.Ik was zo dom, ik haatte iedereen om me heen, maar ik haatte vooral mezelf. Ik heb het verborgen door mezelf pijn te doen." Matthy zucht.
Ik heb geen idee hoe ik moet reageren.
Moet ik hem knuffelen, of zo?
Moet ik hem geruststellen?
Er spoken zoveel vragen door mijn hoofd, ik word helemaal gek van mezelf.
"Durf jij jouw verhaal te delen?" Vraagt Matt.
Ik zucht en knik. "Dit wordt een lang verhaal."

"Ongeveer 3 jaar geleden, toen wij allang bevriend waren, werd ik onzeker. Het is heel normaal, onzeker worden, maar het was echt heftig bij mij.
Ik durfde niet naar school, zo onzeker was ik.
Het kwam allemaal door mijn ouders.
Vooral door mijn moeder. Ze heeft me vaak genoeg hints gegeven.
"Let je wel een beetje op?"
"Misschien moet je iets minder gaan eten."
"Als je zo onzeker bent, doe er dan iets aan."
"Ga je dat allemaal opeten?"
Ik werd fucking gek, ik wilde niet meer eten.
Toen begon ik met workouts, maar het werd er echt niet beter op.
Soms ging ik hardlopen, rende ik te veel en viel ik bijna flauw.
Ik ben er later ook achtergekomen dat ik astma heb.
Ongeveer 1,5 jaar geleden ging het al beter.
Ik dronk alleen nog maar water, ik at gezond...
Maar voor mijn moeder was het nog niet goed genoeg, ze bleef doorgaan.
Vorig jaar ben ik begonnen aan wat ik nu doe.
Het enige wat ik eet en drink is kauwgom en water, en avondeten.
Ik krijg geen andere hap door mijn keel dan 's avonds, en ik weet dat het slecht is, maar ik ben het nu zo gewend en ik kan niet anders."

Ik voel dat er een traan over mijn wang stroomt.
Nog nooit heb ik dit gedeeld, wat de fuck.
"Jezus, Milo." Matthy kijkt me bezorgd aan.
Ik haal mijn schouders op. "Tja, het is eruit."
Matthy stamelt een beetje. Hij weet niet wat hij moet doen, en dat snap ik helemaal.
"Ik- uh, kan ik je helpen?" Matthy schuift dichterbij.
Wat moet ik daarop antwoorden?
Ja graag, maar hoe? Hoe kan je me helpen?
"Hoe dan?" Vraag ik zachtjes.
Matthy zucht. "Weet ik niet, Milo. Ik weet het niet,"
Ik kijk naar het glimmende water in de zon, zo vredig en mooi. Ik wou dat ik vredig en mooi was.
"Matt." Ik staar naar de eenden. "Zullen we elkaar helpen? Gewoon, elkaar checken of het goed gaat."
Ik leg mijn been over mijn andere been.
Matthy zit knikkend naast me.
"Ik vind het een goed plan." Zegt hij. "Maar jij gaat andere dingen eten dan kauwgom en water."
Ik knik zachtjes. "Ja, dat moet je checken."
Matthy legt voorzichtig zijn hand op mijn schouder.
"Ik ga je checken, let maar op." Hij glimlacht.
Hierdoor moet ik ook glimlachen.
"Moet ik jou nog ergens op checken?" Vraag ik.
Matthy zijn blik gaat naar zijn mouw en weer terug naar mij.
Ik begrijp wat hij bedoelt, ik moet zijn armen checken.
"Elke dag?" Vraag ik snel.
Matthy schudt zijn hoofd lachend.
"Nee, als je denkt dat het slecht gaat."
Ik knik langzaam en sta op, waardoor Matt ook opstaat van het bankje.
We lopen sloffend naar onze fietsen en rijden samen het parkje uit.

Na 10 minuten fietsen, splitsen onze wegen.
Matthy stopt met fietsen en staat stil op de kruising.
"Milo." Hij roept me na, dus ik sta stil en rij terug.
"Matt, wat is er?" Ik ga voor hem staan.
Hij kijkt me glimlachend aan. "Dankjewel."
Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Waarvoor?"
Matthy begint te lachen.
"Dat je het durfde te vertellen, maar ook dat ik mijn eigen verhaal aan je kon vertellen."
Nu begin ik ook te glimlachen. "Geen probleem, het is alleen maar goed."
Matthy knikt. "Je doet het goed, Milo, praten."
Ik schud langzaam mijn hoofd. "Ik hou er niet van."
Matthy gaat op zijn zadel zitten.
"Ik ook niet, maar praten met jou viel me niet tegen, eigenlijk."
Ik stap ook op en sta klaar om weg te fietsen.
"Tot morgen, Matt."
"Tot morgen, Milo."
Met een grote glimlach op mijn gezicht fiets ik de straat uit, met Matthy aan de andere kant.
Allebei onze eigen wegen, met allebei ons eigen verhaal.

1031 woorden

————
Ik had niet zoveel tijd om te schrijven vandaag, dus ik heb snel ff hoofdstuk 3 afgeschreven😭
Tot het volgende hoofdstuk💓

Ceilings Onde histórias criam vida. Descubra agora