§11 de droom

402 30 11
                                    

Matthy's POV:
Ik zit tegen de muur in de donkere kelder van Milo.
Als ik goed focus, hoor ik precies wat er allemaal gebeurt buiten de kelder.
Milo opent de deur, zijn ouders stormen naar binnen, waarna Milo zachtjes de deur sluit.
Allebei de ouders stormen de woonkamer in.
"We dachten echt dat we je zelfstandig konden laten leven, Milo. Dit is echt bullshit!" Dat is zijn moeder.
Als ik hoor dat ze iets verder weg gaan staan, open ik voorzichtig de deur van de kelder.
Ik zet de deur op een kiertje, zodat ik mee kan kijken wat er allemaal gebeurt.

"Mam- ik was mijn schrift alleen vergeten." Milo staat precies in mijn zicht, hij is bang.
"Ja, prima, waarom belt hij dan? Zo erg kan het niet zijn, toch? Een schrift vergeten, ja joh. Wat sta je voor wiskunde, een drie?" Milo zijn vader slaat zijn armen over elkaar en kijkt hem aan.
Wiskunde is niet zijn sterkste vak, nee.
"Ik sta een vier, maar-"
Milo zijn moeder springt op.
"Een vier?!"
Milo deinst achteruit, tegen de muur aan.
"Maar wiskunde is het enige vak waar ik een onvoldoende voor sta, echt waar, het gaat prima."
Milo werpt snel een blik naar de kelder, waardoor mijn medelijden met hem groter wordt.
"Blijkbaar niet, we dachten dat we je konden laten gaan, fucking hell, je bent zo ongelofelijk onnozel."
Zijn vader gaat zuchtend op het randje van de bank zitten en kijkt de moeder van Milo aan.
"Onnozel?! Ik leef alleen in een fucking huis, ik heb alles onder controle, alleen wiskunde niet. Weet je hoe zwaar ik het heb, hoe erg ik het allemaal haat?"
Milo is helemaal buiten adem, dit moest eruit.
Het was geen goed plan om dat te zeggen.
"Het is klaar, Milo. Klaar met dit gezeik."
Zijn moeder kijkt hem met een dodende blik aan, alsof ze hem op elk moment kan gaan slaan.
Dat doet ze niet, toch?
Milo slikt en kijkt naar beneden om oogcontact te vermijden.

Het blijft even stil.
"Kijk me aan." De stem van Milo zijn moeder galmt door het huis. Milo zijn huis.
Milo tilt langzaam zijn hoofd op, waardoor zijn ogen die van zijn moeder ontmoeten.
"We geven je nog één kans, als je het verkloot, ga je naar de jeugdzorg. Geen 'maar', geen gezeik."
Door die woorden licht Milo zijn gezicht op.
"Ja?"
Zijn moeder knikt en draait zich om naar de vader.
"Één klacht van iemand, wie dan ook, en het is over. Begrepen, Milo?"
Milo knikt snel, waarna hij snel naar de kelder gluurt.
Hij ziet er nog steeds bang uit, ik zie het aan hem.
"Dan gaan wij maar weer." Zijn vader staat op.
Milo blijft op zijn plek staan, terwijl zijn ouders naar de voordeur lopen.
"Hallo? Ga je ons er ook uit laten?" Galmt door de gang, door het huis.
Milo schrikt op en loopt mee naar de deur, die hij snel opentrekt.
Zijn ouders zeggen niet eens doei, ze lopen naar de auto en ze scheuren weg.
Nu kan ik de kelder uit.

"Oh, Milo." Ik sla mijn armen om hem heen.
Hij barst gelijk in tranen uit.
Tranen die hij al heel lang inhoudt, dat weet ik.
"Ik wil niet dat zij mijn leven bepalen- Matt, ik wil het gewoon niet meer."
Zuchtend kijk ik hem aan. "Je komt er doorheen, je gaat niet naar jeugdzorg, ik ga je helpen."
Milo huilt heel mooi, dat zie je niet vaak.
Als ik huil zie ik eruit alsof ik een marathon heb gelopen, maar Milo huilt echt perfect.
Het klinkt raar, maar het is echt zo.
De tranen blijven maar stromen, maar zijn ogen glimmen en zijn lippen beven.
"Milo, ik- ja, ik ga helpen." Hakkel ik uit mijn mond.
Ik was weer eens aan het staren, kut.

Met mijn hoofd in mijn handen zit ik aan Milo zijn keukentafel. Milo zit zelf op de bank, maar ik ben stiekem zijn huiswerk aan het maken.
Hij heeft het druk genoeg, ik doe het gewoon snel.
Dan heeft hij ook geen gedoe meer, gewoon rust.
Er hangt een grote lamp boven de tafel, die soms zachtjes knippert. Milo heeft een rustig huis, maar wel echt een mooi huis. Groot, ook.
Zijn bank zit echt geweldig, ik snap wel dat hij daar zit, in plaats van aan tafel.

Als ik het huiswerk af heb, sluip ik naar de bank.
Het is vrijdag, dus ik blijf wel gewoon slapen.
Milo leunt met zijn hoofd naar links, met zijn ogen gesloten. Hij is in slaap gevallen, wat lief.
Ik ga stilletjes naast hem zitten en kijk naar zijn borst, die langzaam op en neer gaat.
Mijn adem gaat even snel als de zijne.
Glimlachend pak ik een dekentje, die ik voorzichtig om hem heen sla. Ik wilde hem niet wakker maken, maar toch gaan zijn ogen langzaam open.
Eventjes denk ik dat hij echt wakker is, maar hij schuifelt gewoon dichterbij en laat zijn hoofd op mijn schouder vallen. Hij sliep nog, denk ik.
Met een grote glimlach sluit ik mijn ogen.

Ceilings Dove le storie prendono vita. Scoprilo ora