§2 kauwgom en water

511 32 24
                                    

Mention van zelfbeschadiging!
Niet heel heftig, niemand doet zichzelf pijn in dit hoofdstuk :)

Matthy's POV:
Ik vind het fijn dat Milo ook een trui aanheeft, maar ik wil echt weten waarom.
Doet hij zichzelf pijn, of is hij onzeker?
Misschien is het geen van beide, misschien ben ik de enige van de groep die zulke gedachtes heeft.
Misschien stel ik me gewoon aan.

Ik klik met mijn pen, maar ik merk gelijk dat ik mezelf irriteer met het geluid, dus ik stop.
Het is over 10 minuten pauze, maar ik wil niet.
Ik haat pauzes, zo druk, zoveel mensen, geluiden.
Milo zit naast me aan de touwtjes van zijn trui te friemelen. Ik hoop dat het goed met hem gaat.

Ik heb geen verse wonden. De laatste keer dat ik mezelf echt pijn heb gedaan, is 2 maanden geleden.
Eerlijk gezegd, ben ik daar trots op.
2 maanden clean, terwijl ik me toch zo slecht voel.
De littekens kan je wel heel goed zien, jammer genoeg. Daarom doe ik een trui aan.

"Matt, pak je tas alvast in, dan kunnen we zo weg."
Milo tikt me aan en kijkt me afwachtend aan.
Mensen zeggen altijd tegen me dat ik sloom ben, dat ik mijn tas sneller in moet pakken, sneller moet lopen, sneller moet nadenken over mijn acties.
Zuchtend pak ik mijn tas in.
Milo bedoelt het natuurlijk niet slecht, hij wil gewoon weg uit het lokaal, weg van iedereen.
Ik wil ook niks liever dan dat.

"Het is tijd, tot vrijdag." De Duits docent gaat bij de telefoontas staan, om ervoor te zorgen dat er geen telefoons achterblijven in de tas.
Ik gris mijn telefoon uit een van de vakjes en loop gelijk door naar de kapstok, zodat mijn vrienden niet op me hoeven te wachten.
Pauzes zijn zo verschrikkelijk, vooral met al die mensen om me heen.
Raoul, Rob en Koen willen dan ook altijd op een verschrikkelijke plek zitten, in het midden van de aula.
"Matt, kom je?" Milo blijft stilstaan, terwijl de rest doorloopt.
Ik knik en trek mijn jas over mijn trui heen, waardoor mijn trui kort mijn polsen aanraakt.
Er gaan rillingen door mijn lichaam, maar ik negeer het en ga naast Milo lopen, de gang uit.
De drukke aula in.

"Jongens, we hebben nog net een plekje kunnen claimen, kom snel!" Rob wijst naar twee vrije stoelen naast hem.
Ik en Milo gaan in stilte zitten op de plastic stoeltjes.
De rest praat over de Duits docent, hoe verschrikkelijk ze altijd is. Dan beginnen ze over allemaal andere docenten.
Het gaat me niet zoveel aan, ik weet hartstikke goed wat ik allemaal van die docenten vind.
Ik draai mijn hoofd om te kijken wat Milo doet.
Hij zit in stilte op een kauwgompje te kauwen, met een flesje water die van zijn linker naar zijn rechter hand rolt.
Ik zie hem nooit echt iets eten, hij heeft bijna altijd kauwgom in, en hij drinkt alleen maar water.
Eerlijk, ik begin me echt zorgen om hem te maken.

"Nog 2 minuten, dan hebben we Nederlands." Rob staat op en begint te lopen, gevolgd door Koen en Raoul.
Milo kijkt somber toe hoe ze weglopen.
"Kunnen ze ons niet zien, ofzo? Jezus." Hij zucht.
Hij heeft wel gelijk, ze lopen altijd weg na lessen en na pauzes, alsof wij niet bestaan.
"Ik ben er nog." Ik glimlach voorzichtig.
Hij glimlacht terug, zonder tanden, met gesloten mond. Ik zie dat hij het kut heeft.
En ik voel het ook, ik snap hoe hij zich voelt.
Ik wil hem helpen, maar ik weet niet hoe.
Sterker nog, ik moet mezelf ook nog helpen om op het goede pad te komen.
Misschien kunnen we het samen doen.

De Nederlands docent irriteert zich heel erg aan ons, mij ze is wel aardig soms. Ze is wel heel streng.
We hebben een luidruchtige klas, dus ze heeft de vaste plattegrond van de mentoren erbij gehaald.
Gelukkig is dat de plattegrond waar ik naast Milo zit.
"We hadden huiswerk, toch?" Milo klapt zijn schrift open en bladert erdoorheen.
Ik zie doorgekraste zinnen, gescheurde papiertjes en ook hele betogen in zijn schrift staan.
"Uh, ja. Opdracht 4 van bladzijde 80." Ik klap mijn schrift ook open, wetende dat ik het heb gemaakt.
Ik weet het echt zeker, ik vind Nederlands namelijk niet heel moeilijk en ik maak het snel af.
"Aah, dat heb ik gemaakt." Milo balanceert zijn pen op zijn duim.
De Nederlands docent is heel streng op huiswerk.
Als je ook maar één opdracht niet maakt, zet ze huiswerk vergeten in Magister.
Wij hebben echt geen enkele leuke docent, zo te zien.

"Ik ga even printen, kunnen jullie je gedragen?"
De docent staat afwachtend bij de deur.
"Ja?" Vraagt ze ongeduldig.
Veel kinderen knikken, sommigen zeggen 'ja', waardoor de docent eindelijk het lokaal verlaat.
We hebben 2 keer in de week Nederlands, beide keren een blokuur.
Meestal doen we het eerste halfuurtje de opdrachten nakijken, en het andere halfuurtje maken we nieuwe opdrachten.
We hebben nu nog een kwartier les, maar Milo en ik hebben de opdrachten al af.
Ik zie dat iemand een propje onze kant op gooit.
Wat de fuck, we zitten toch niet in de brugklas?
Het propje belandt op de rug van Milo en stuitert op de grond, voor mijn voeten.
Ik pak het propje op en vouw het open.

Doe die truien uit, emo's

Ik weet niet van wie dit propje komt, maar ik ga dit niet laten zien aan Milo.
Misschien kan het hem kwetsen, weet ik veel.
"Wat de tering was dat?" Milo draait zich naar mij.
Ik hou het papiertje voor mijn neus en bijt op de binnenkant van mijn wang. "Gewoon, kut jongens."
Milo duwt mijn handen omlaag, om vervolgens ondersteboven te lezen wat er op het papiertje staat.
Hij gaat zuchtend weer zitten en trekt zijn linkermouw een stukje omhoog.
Uit alle nieuwsgierigheid bekijk ik zijn arm.
Niks, geen littekens, geen wonden.
Waarom heeft hij dan een trui aan?
Misschien zitten zijn wonden hoger, of zo.
"Trek je er niks van aan." Ik zucht.
Het kan mij niet heel veel schelen, ik ben het wel gewend, en ik snap ze wel.
Ik lijk gewoon op een loser: het is 28° en ik heb een fucking trui aan, natuurlijk noemen ze me een emo.
Milo pakt zijn spullen in, dus het is mijn teken om het ook alvast te doen.
Ik wil zo graag weten wat er aan de hand is, maar ik heb het lef gewoon niet om het te vragen.
Ik durf hem gewoon niet te vragen om te praten.
Stiekem heb ik een vermoeden dat het met onzekerheid te maken heeft, want hij eet amper en hij heeft geen wonden, denk ik.

"Moet jij nog naar je kluisje?" Ik kijk Milo aan.
Hij knikt en hijst zijn tas over zijn schouder. "Jij?"
Ik knik ook. "Ja, nog even Wiskunde eruit halen."
We lopen naar het deel van het gebouw waar onze kluisjes zitten en halen onze Wiskunde boeken er allebei uit.
We hebben alle vakken samen, maar Bio niet.
Ik haat Bio, want dat heb ik samen met helemaal niemand die ik ken.
"Hebben we huiswerk voor morgen?" Vraagt Milo.
Ik knik. "Nou ja, Wiskunde en Frans."
Milo mompelt iets en gooit zijn kluisje dicht.
Is dit het moment dat ik het hem vraag?
Milo wacht tot ik mijn kluisje dichtdoe, en loopt dan voor me uit het gebouw uit.

Onze fietsen staan naast elkaar, gelukkig.
Moet ik hem vragen of het wel goed gaat?
Ik steek mijn fietssleutel in mijn verroeste Cortina.
Milo doet hetzelfde, en zo zitten we tegelijk op ons zadel.
"Hey, uh..." ik trommel met mijn vingers op het stuur van mijn fiets. "Kunnen we praten?"
Milo slikt en kijkt naar de grond. "Uh, ja. Wat dan?"
Ik probeer zijn blik te vangen, maar hij blijft naar de grond kijken met een onschuldige blik in zijn ogen.
"Volgens mij weet je dat wel, Milo." Ik slik. "Toch?"
Hij kijkt eindelijk op, maar hij zegt niks.
"Milo, ik maak me zorgen om je." Zeg ik zachtjes.
Hij knijpt in zijn stuur. "Ik ook om jou."
Mijn ogen worden groot.
Heeft hij mijn wonden gezien?
Ik heb al die tijd toch mijn masker opgezet?
Wat heeft hij door, wat heeft hij gezien?
In stilte staan we voor elkaar in de fietsenstalling.
Twee depressieve vrienden, die het eindelijk van elkaar doorhebben dat ze problemen hebben.

1395 woorden

————
Uh ja, nieuw hoofdstuk.
Ik weet niet wat ik er van vind, een beetje emo.
Maar emo kan er altijd wel bij, toch?😭
Nouja tot het volgende hoofdstuk🫶🏻

Ceilings Where stories live. Discover now