Zes dagen te vroeg

398 27 16
                                    

Koens POV:

Ik zit op de houten bank, en voel Milo's hand strak om die van mij. Ik hoor Raouls woorden, Raouls woorden voor Robbie. Ik heb net mijn speech gehad, en heb hem maar net kunnen afmaken, het werd me teveel. Milo aait bemoedigend over de rug van mijn hand, terwijl hij aandachtig naar Roels speech luistert. Het zijn mooie woorden. Hij heeft al zijn gevoel, en al Robs gevoel op 1 blaadje weten te proppen. Heel langzaam voel ik mezelf weer rustig ademen. Ik kijk naar recht, Robs vader en zusje. Ik kijk naar links, Milo. Roel, Miel en ik hebben alle 3 het zelfde zwarte pak aan, dat vonden we wel zo netjes. Op de stoel naast die van Raoul staat een fotolijstje, een fotolijstje met Matthy's hoofd. Dat verdient Rob, hij verdient dat Matt er nog 1 keer bij kan zijn.

Het is een uur later, en we zitten in Milo's auto, terug naar huis. Omdat de begrafenis in Eindhoven was moeten we nu anderhalf uur rijden, maar dat is niet erg. Ik lig met mijn hoofd tegen Raouls schouder, op de achterbank, als Milo's telefoon gaat. Hij kijkt op het scherm en schrikt. 'Politie..' Stamelt hij. 'Kan jij hem opnemen?' Hij geeft de telefoon aan Raoul. Roel knikt en legt de telefoon aan zijn oor. 'Met Raoul de Graaf?' Nog geen 2 seconden later valt de telefoon met een klap op de grond. Roel staart voor zich uit, en wordt langzaam wit. Meteen draait Milo de auto op de vluchtstrook, en komt daar met piepende remmen tot stilstand. 'WAT IS ER?' Vraagt hij geschrokken. Hij antwoordt niet, en blijft voor zich uit staren. Ik pak zijn schouders beet en rammel hem door elkaar. 'ROEL!' Dan komt hij uit zijn trans.

'Hij is terecht.'

Ik staar hem aan, en voel mijn mond openzakken. Ik voel mijn ogen langzaam overstromen. Ook Milo weet niet wat hij moet zeggen. 'R-rob had 6 d-dagen moeten w-wachten.' Is vreemd genoeg het enige dat er op dit moment uit mijn mond komt. Milo knikt, terwijl er een verwaarloosde traan over zijn wang drupt. Dan besef ik het me. Matt is terug. Matt is niet dood. 'Waar is hij?' Stamel ik. Op dit moment is het enige dat ik wil naar hem toe. Roel haalt zijn schouders op en pakt de telefoon weer op, waarbij de politie vreemd genoeg nog steeds aan de lijn is. 'Uh ja daar ben ik weer, de verbinding viel weg.' Zegt Raoul glimlachend.

5 minuten later hangt hij op. 'Hij is in een auto gevonden, in Maastricht. Hij ligt daarom ook in UMC Maastricht. Hij ligt nu in coma, maar kan echt elk moment wakker worden, dan gaan ze kijken hoe het verder met hem gaat. Hij is veel bloed verloren.' Zegt Roel in shock.

Ik kan het niet geloven. Holy fuck. Matt is terug. Na 2 maanden, waarna de politie het eigenlijk al opgegeven had, is het onwaarschijnlijke gebeurd. Ik hoor nu blij te zijn, ik hoor te huilen van blijdschap, ik hoor te gillen en te schreeuwen van opluchting, maar het lukt me niet. Rob had zes dagen moeten wachten. Zes fucking dagen. Zes fucking dagen en hij had Matt tegen zich aan kunnen trekken. Matt ligt daar zo in het ziekenhuis, naar de twee zwaarste maanden uit zijn leven, en dan moeten we hem ook nog gaan vertellen dat degene die hem eindelijk gelukkig maakte, zes dagen eerder zelfmoord heeft gepleegd, omdat hij niet geloofde dat Matt nog leefde. Dat kan je hem toch godverdomme niet aandoen?? Matt heeft volgehouden, twee maanden lang. Het enige waar hij nu nog op wacht is de aanraking met Rob. Robs huid tegen de zijne voelen. Dat kan niet meer, maar ja, hoe ga je een jongen die net twee maanden ontvoerd is geweest dat uitleggen? Ik voel een traan over mijn wang rollen.

Matthy's POV:

Ik voel iets zachts. Iets dat ik de afgelopen tijd nooit ook maar een beetje gevoeld heb. Ik hoor piepjes. Mijn hand heeft iets vast, en het voelt verdomd veel als een andere hand. Zachtjes probeer ik het te aaien. Ik weet niet waarom, maar het voelt vertrouwd. Zou ik gevonden zijn? Zal dit alles over zijn? Zal ik Robbie weer kunnen knuffelen? Ik krijg het al warm bij dat idee. Warm bij het idee van zijn lijf tegen de mijne, en zijn zachte lippen die subtiele kusjes op mijn kaak drukken. Warm bij het idee van uberhaupt Robje. Mijn kleine Robje. Hij is hier bij me, ik voel het gewoon. Ik krijg het voor elkaar om een ooglid omhoog te trekken, en kijk recht in de bezorgde helderblauwe ogen van Milo.

Milo's POV:

Jesus apentering hij leeft. Er rolt meteen een traan over mijn wang bij het zien van zijn ogen. Ik heb nog nooit in mijn lang zal ze leven zo'n dubbel gevoel gehad. Aan de ene kant ben ik ongelofelijk verschrikkelijk blij dat hij nog leeft, aan de andere kant doet het me zoveel pijn dat ik weet dat Rob deze ogen nooit meer zal zien, en dat hij zes dagen langer had moeten vechten.

Langzaam komt Matt omhoog, ik kan me niet meer inhouden. 'Maatje.' Huil ik, en ik laat me enigzins voorzichtig in zijn armen vallen. Ik voel zijn handen op mijn rug, en ik voel hem ontspannen. Op dit moment wil hij maar een ding, naar Rob. Hoe gaan we dit in godsnaam uitleggen..

Matthy's POV:

Het voelt vertrouwd, in Milo's armen liggen. Na een poosje laat ik hem los, en kijk in zijn rode ogen. 'D-d-d-dankjewel.' Verlaat mijn mond. Hij glimlacht. Dan word ik terug op bed geduwd door de armen van Koen en Roel, die me ook kapot knuffelen. Ik glimlach, de leukste wordt voor het laatst bewaard kennelijk. Ik laat weer los en kijk om me heen. 'Rob mag tevoorschijn komen hoor.' Lach ik. De andere jongens kijken me met waterige oogjes aan. 'I-ik zal het maar meteen vertellen Matt..' Zegt Milo, bijna fluisterend.

'Hij heeft zelfmoord gepleegd, voor jou.'

Ik verdrink in mezelfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu