Jamie

384 23 8
                                    

Robbie's POV:

Ik sta tegen Milo aan, naar haar lichaam te kijken. Het leven is oneerlijk, dat is een statement, maar zó oneerlijk? Ik had alles verwacht, maar dit? Tranen lopen over mijn wangen maar het maakt me allemaal niet meer uit. Jamie is weg, voor altijd. Ik kniel weer naast haar en streel zacht over haar wang. 'Als Matthy niet snel terug komt kom ik eraan.' Fluister ik op zo'n toon dat Milo het niet kan horen. 'Ik hou van je. Voor altijd. Doei Jaim.' Snel geef ik nog een kusje op haar neus voor ik terug loop naar Milo, en opnieuw breek in zijn armen. Het lijkt wel de 100ste keer vandaag, maar ik kan er niks aan doen. Bemoedigend aait Milo over mijn bovenarm. 'Ze gaan hem vinden.' Ik herhaal de vier woorden in mijn hoofd. 

"Ze gaan hem vinden, ze gaan hem vinden, ze gaan hem vinden."

Maar wat als ze hem helemaal niet vinden? Ik kijk Milo aan. 'Kunnen we naar huis?' Hij knikt en loopt de kamer al uit. Ik kijk nog even heel snel over mijn schouder naar het lichaam, wat de nodige tranen opwekt, en loop achter Milo aan. De hele weg naar huis zeg ik niks, tot ik me wat bedenk. 'Stop!' Zeg ik opeens. Milo trapt op de rem. 'Wat had ze aan??' De blonde jongen kijkt me vragend aan. 'Weet ik veel..' 'We moeten terug, nu.' Zeg ik vastbesloten. 'Rob laten we nou maar naar huis gaan, je bent moe en morgen is weer een da-' Dit duurt te lang. 'Ga je nog rijden of moet ik het doen??' Vraag ik fel. Zonder iets te zeggen draait hij de auto en rijden we terug naar de Stokstraat. 

Als we aankomen zwaai ik de deur open en trek een sprintje naar het café, waar de politie vreemd opkijkt als ze mij zien. 'M-mag ik even snel bij Jamie kijken?' Vraag ik meteen. Nog steeds kijkt de vrouw me vragend aan, en ik begin mijn geduld te verliezen. 'Ja of nee?' De politie kijkt even snel om maar keurt dan goed. Ik ren naar de kamer en hurk voor de derde keer vandaag naast het levenloze lichaam. Milo staat achter me, zich nog steeds af te vragen wat ik nou precies van plan ben. Ik kijk naar Jamie als ik schrik. 'Miel.' Komt er uit mijn mond. 'Hmh?' Ik trek de stof van Jamie's trui een beetje omhoog. 'D-dit is Matthy's trui. Dit is de trui die Matt aanhad toen hij in het ziekenhuis lag. Dit is de trui die Matt aanhad toen hij voor de laatste keer "tot vanavond Robje" zei. Miel dit is de trui!' Hij hurkt naast me en bekijkt de stof die ik tussen duim en wijsvinger klem. 'J-je hebt gelijk.' Mijn hele lichaam trilt. 'Haal die politie.' Fluister ik. Hij knikt en rent de kamer uit. Ik staar naar de stof die ik nog steeds vast heb. Jamie heeft Matts kleren aan, dat betekend dat óf Matt ook Jamie's kleren aan heeft, óf hij heeft geen kleren aan, óf hij heeft de kleren aan van een vreemd persoon. Ik ril bij alle 3 de opties. Dan komt Milo met de politie binnen rennen.

'Is dit echt de trui van Matthyas? Weet je het zeker?' Vraagt de vrouw voor de zekerheid. 'Ja!' Ik open mijn telefoon en ga naar snapchat, want ik weet zeker dat ik een week geleden een snap in het ziekenhuis heb gemaakt. En ja hoor, daar zit Matthy. Met precies dezelfde trui aan. De vrouw bekijkt mijn snap aandachtig en schrijft wat op. 'E-en nu?' Vraag ik voorzichtig als ik mijn telefoon laat zakken. 'Nu gaan we onderzoek doen met deze trui. Kijken of we vingerafdrukken vinden.' Ik staar naar Jamie's gezicht. 'hmh'. 

~een week later~

Het is een week later, en ik zit aan mijn bureau appjes te beantwoorden. De meeste gaan over Matt en Jamie. Ik zit net midden in de gelogen zin "het gaat goed met me" als de deur open zwaait. 'Hey eerst kloppen mongool.' Zeg ik als ik Raouls hoofd zie. 'Ja sorry, ik kwam ff kijken hoe het met je gaat.' Ik gooi mijn telefoon op mijn bureau en laat me onderuit zakken op mijn stoel. 'Als het goed met je gaat als je vriend vermist is, en als je ex net dood is zonder verklaring, gaat het uitstekend met me Roel.' Hij trekt me van de stoel en zet me op bed. 'Ik snap dat het slecht met je gaat, maar ik bedoel, hoe gaat het met je lijf?' Ik kijk hem vragend aan. 'Snij je jezelf.' Verduidelijkt hij zichzelf. Ik voel mezelf rood worden als ik zeg dat ik daarmee gestopt ben. 'Rob! Ben eerlijk!' Ik zucht diep en voel tranen in mijn ogen prikken. 'Roel?' Hij knikt en pakt mijn handen. 'Ik denk dat ik klaar ben.' Hij staart me aan en er rolt een traan over zijn wang. 'Nee Rob nee dat is niet zo Rob nee.' Komt er onduidelijk uit zijn mond. Ik trek hem in een knuffel. 'S-sorry, maar waarschijnlijk is Matt er niet meer. Jamie is ook weg. Waarom zou ik?' Huil ik tegen zijn schouder. Ik voel hem samentrekken tegen me aan. 'R-rob denk aan K-koen, M-miel en.. mij?' Zegt hij huilend. Ik veeg een traan weg. 'Sorry. Echt sorry. Ik trek het niet meer. Ik kan het niet meer. Ik ben kapot.' Hij staart me aan. Hij weet duidelijk niet wat hij moet zeggen, maar ik weet het zeker. Matt is dood. Jamie had zijn kleren aan, daar moet een reden voor zijn. Als Matt en Jamie dood zijn, wat doe ik hier dan nog? Mijn moeder is er ook niet meer, auto-ongeluk op mijn twaalfde, wat doe ik hier in godsnaam nog? Ik ben veel gelukkiger daarboven. Ik kijk in Raouls natte ogen. 'Ik hou van je. Maar als Matt er over een paar weken niet meer is..' Ik knijp mijn ogen dicht. 'Moeten jullie het zonder me doen.' 

Dan komt Koen binnen, met tranen uit zijn ogen stromend. Die heeft duidelijk gehoord wat hier heeft afgespeeld. Zonder iets te zeggen komt hij aan de andere kant naast me zitten en trekt me in een knuffel. 'A-alsjeblieft R-r-r-rob, doe het dan voor o-ons.' Ik kijk hem aan. 'Ik kan het niet Koentje. Het lukt me niet. Jaim, mam en waarschijnlijk Matt zijn daar. Waarom ik niet?'

"Daar zal ik veel gelukkiger zijn."

Ik verdrink in mezelfWhere stories live. Discover now