14. Zeg Het Me Duizend Keer

Start from the beginning
                                    

"Hoe romantisch."

Ik keek haar vragend aan. Had ze een ander antwoord gelezen dan dat ik gehoord had? Beatrice was beleefd geweest, en had niets laten blijken over een relatie. Mariama keek me glimlachend aan, en schudde haar hoofd.

"Herinner me er even aan hoe ze je noemt? Vivi? Nee dat was—"

"Vie."

Mariama glimlachte alsof ze net de oplossing voor het universum gevonden had. Ze opende Mignonne opnieuw en liet haar perfect gelakte nagel op de zin terechtkomen. J'aime ma vie.

"Mijn Frans is net zo slecht als jouw Italiaans, maar we weten allebei dat dit niet zomaar een ode aan haar leven is, toch?"

Ik draaide met mijn ogen, maar mijn hart hamerde toch in mijn borst. Wat Mariama zei, was vergezocht, maar ik kon mezelf niet tegenhouden om toch te hopen dat ze gelijk had.

"Ik houd van mijn Vie. Ik denk dat het net uitdagend genoeg is voor haar."

Daar had ze een punt. Beatrice deed niets liever dan de wereld uitdagen. Haar wilde haren, haar ontsnappingsdrang van evenementen. Het artikel vermeldde zelfs dat ze meermaals naar de reporter geknipoogd had tijdens het interview. Als Mariama gelijk had, dan... Ik kwam overeind en zocht naar mijn telefoon. Hij leek ergens verloren te zijn gegaan in de rommelhoop van kleren en dekens op mijn bed, maar Mariama bleek mijn redding te zijn.

"Tijd om te gaan."

Ze gaf me mijn gsm met een knipoog en klauterde uit mijn bed. Ik wilde haar vragen om te blijven, en voelde me plots schuldig dat ik de weinige tijd die we nog samen hadden aan een telefoontje met Beatrice wilde spenderen. Mariama glimlachte echter breed, en huppelde praktisch de kamer uit. Het laatste wat ik van haar zag, was hoe ze naar Louis salueerde vooraleer ze uit zicht verdween.


De beltoon ging amper twee keer over voor Beatrices vrolijke stem door mijn telefoon heen schalde.

"Vie! Wat fijn om je te horen."

Ik glimlachte naar mijn telefoon. Er klonk gerommel op de achtergrond, en ik besefte dat Beatrice met iets bezig was.

"Ik stoor toch niet?"

Beatrice lachte kort, en ik kon me zo voorstellen hoe ze zachtjes met haar hoofd schudde.

"Nee, jij stoort nooit. Ik ben mijn klerenkast aan het opruimen, en de kleren aan het inpakken in dozen zodat ze naar het goede doel kunnen. Ik was het al een tijdje van plan, dus bij deze."

Oh. Ik wist dat Beatrice een groot hart had, maar het verwarmde me om te weten dat ze haar woorden ook effectief omzette in daden. Ik voelde me plots stom omdat ik haar van haar werk hield voor zo'n onnozele reden. Ik beet op mijn lip, en draaide een lok van mijn haren om mijn vinger.

"Elke keer wanneer ik denk dat ik je doorheb, bewijs je me toch ongelijk, Beatrice. Je bent veruit de beste troonopvolger van ons allemaal."

Het was even stil aan de andere kant van de lijn, en ik kreeg het gevoel dat ze met haar ogen draaide. Ik meende echter wat ik zei. Als het een wedstrijd zou zijn, dan zouden Damiano en ik niet eens in haar buurt eindigen.

"Ik heb ook mijn gebreken hoor, Vie."

Dit keer draaide ik met mijn ogen.

"Ik heb nooit gezegd dat je die niet had, Beatrice."

Beatrice lachte kort, maar het hield haar niet tegen om toch een opsomming te maken.

"Ik ben impulsief, heb een grote mond en ik haat meer dingen dan ik op mijn vingers kan tellen."

Over Jurken & Tiara'sWhere stories live. Discover now