2. Alle Paarden Willen Me Dood

282 18 35
                                    

19 JUNI

Mijn koffer voelde zwaar in mijn handen. Een zenuwachtig gevoel deed mijn maag samenknijpen, en mijn misselijkheid overtuigde me ervan dat het een goed idee geweest was om licht te ontbijten. We stonden op het punt om naar Caelia te vertrekken, om daar over enkele dagen het Zuidbal te vieren. Ik wilde niet gaan, en het zag ernaar uit dat mijn ouders er al even weinig zin in hadden. We zouden normaal gezien gisterenavond al vertrokken zijn, maar mijn vader had plots wel heel erg veel interesse gehad in een wet die gisteren door ons parlement afgekeurd was. Daardoor hadden we ons vertrek kunnen uitstellen, maar het leek toch niet genoeg.

"Heeft u nog iets nodig, uwe hoogheid?"

Ik schudde mijn hoofd en knikte dankbaar terwijl Louis mijn koffer van me overpakte. Zijn korte, zwarte haren zaten zoals gewoonlijk weer perfect in model, en ook op zijn donkergrijze kostuum was geen vuiltje te bespeuren. Louis knikte naar me als antwoord, en vertrok met mijn spullen. Mariama keek op van haar magazine, en keek met grote ogen naar Louis die uit mijn slaapkamer verdween.

"Ben je van plan om de hele week in Caelia te blijven?"

Ik draaide met mijn ogen, en liet me naast haar op mijn bed vallen. Er lag een zachte groene plaid op, en de kleur van mijn trui was bijna hetzelfde.

"Ik begrijp nog altijd niet waarom je niet met ons meegaat."

Mariama duwde zich overeind op haar elleboog.

"Sommigen onder ons moeten hun diploma nog halen. Of dacht je dat ik voor eeuwig hier op het paleis zou blijven wonen?"

Ik haalde mijn schouders op. Mariama zou hier altijd een plek hebben op het paleis. Ik wist dat ze andere plannen had met haar leven, en ik zou niet degene zijn om haar tegen te houden. Hoewel ik het heel erg verleidelijk vond om de functie 'IT-specialist van het paleis' uit te vinden, speciaal voor haar, wist ik ook dat dat niet was wat ze wilde.

"Prima. Zolang je maar niet vergeet dat je hier altijd welkom bent."

Mariama glimlachte haar tanden bloot, en haalde haar schouders op.

"Tot je die kroon op je hoofd hebt. Je zal het zo druk hebben dat je nooit meer aan me denkt."

Ik schudde mijn hoofd in protest, maar Mariama lachte alleen maar. Ze kwam overeind en trok me mee. Ik wilde me het liefst van al nog langer in mijn bed verstoppen, maar ik wist ook dat dat geen optie was.

"Kom op. Tijd om Caelia te tonen dat er niet met Breienbach gesold wordt."

Ik schudde glimlachend mijn hoofd. Hoewel vandaag allesbehalve geweldig zou worden, was Mariama er toch in geslaagd om me een beetje beter te doen voelen.

***

Het ontvangstcomité in Caelia was uitgebreider dan de laatste keer dat we hier waren. Het was alweer drie jaar geleden sinds ze ons mochten ontvangen voor het Zuidbal, en de Caelianen hadden in die tijd niet stilgezeten. Caelia had haar parlement ontbonden, en alle macht overgedragen aan de huidige koning. Damiano, de kroonprins, was getrouwd en stond op het punt om vader te worden. Het was gek om te zien hoe een van de prinsen waarmee ik opgegroeid was -Damiano was even oud als ik- op het punt stond om kinderen te krijgen. Niet dat ik jaloers was. Ik was tevreden met hoe mijn leven was, en ik wist ook wel dat ik nog alle tijd van de wereld had om te doen wat er van me verwacht werd.

"Dit is hoe een goede ontvangst in elkaar zit."

Ik knikte naar mijn oma, maar luisterde amper naar wat ze te zeggen had. Mijn blik was gefocust op de overdadige bloemenkransen aan de donkere paleismuren. Het leek alsof de del Leria's dit jaar aan iedereen duidelijk wilden maken dat ze het welvarendste land van de Zuiderlanden waren. Ik vond het nogal over de top, maar ja, ieder zijn ding. Mijn ouders liepen voor ons, en werden verwelkomd door het koningspaar van Caelia. De koning, die als twee druppels water op Damiano leek met zijn donkere krullen en scherpe gezicht, glimlachte koel naar mijn vader. De koningin lachte helemaal niet. Ze had haar genen duidelijk doorgegeven aan haar jongste zoon, en ik kon me plots niet meer herinneren of ik haar ooit al had zien lachen. Haar zwarte, sluike haren zaten in een ingewikkelde vlecht, en ze hield haar handen stijf voor haar buik. Ik wist dat ze mijn moeder de hand zou moeten schudden, maar ze perste in plaats daarvan haar zachtroze lippen stijf op elkaar en draaide zich om zodat ze mijn ouders naar de tafel met cadeaus kon begeleiden.

Over Jurken & Tiara'sМесто, где живут истории. Откройте их для себя