Proloog

31K 409 60
                                    

© 2017, SezenDenizz

Uitgegeven in eigen beheer

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Ik zie zwart. Mijn hoofd doet pijn. Ik voel aan eraan en zie robijnrood. Bloed. Huh? Hoe is dit gebeurd?

Ik probeer mij te concentreren. Focus Ela. Focus.

Slapen. Ik wil zo graag slapen.

Er vallen miljoenen druppels uit de hemel.

Grip. Ik probeer grip te krijgen. Ik moet, zal winnen van mijn bewustzijn.

'Verdomme,' klinkt een diepe melodieuze stem.

Verward kijk ik omhoog. Ik zie zilvergrijze ogen. Gehypnotiseerd door zijn ogen vergeet ik, dat mijn gezichtsveld vervaagt. Dat ik van mezelf verlies. En voor ik het weet zie ik weer zwart.

Ik schrik wakker en heb knallende hoofdpijn. Automatisch grijp ik naar mijn hoofd en voel dat er een verband is aangelegd.

Flashbacks schieten me te binnen.

Motor. Waar?

Botsing. Hoe?

Bloed. Hoeveel?

Grijs.

Zwart.

Op weg naar school moet ik zijn aangereden. Ik frons om de vage herinnering beter terug te kunnen halen. Een zwarte motor. Ja. Het was een zwarte motor. Ik zag hem aankomen, maar hij zag mij niet! Toen ik naar hem uitriep was het al te laat.

Waarschijnlijk ben ik op mijn hoofd gevallen. Ik kreun en zie dat mijn rechterarm onder de blauwe plekken en schaafwonden zit.

En de klap heeft mijn arme rechterhelft opgevangen.

Ik realiseer me nu pas, dat ik in een zwart satijnen king-sized bed ben.

Waar ben ik?

De kamer waarin ik verblijf is net zo groot als mijn appartement. Ongeïnteresseerd over de luxe, die de enorme kamer mij te bieden heeft loop ik met mijn sportschoenen in mijn handen de deur uit.

Ik hoor van ver geluiden komen en bevries ter plekke.

Weg. Je moet nu weg weg weg.

Ik loop de gang in en kijk geschrokken naar het meisje tegenover mij. Een snee ontsiert haar vol roze lippen. Haar donkerbruine ogen zien er dof en uitgeput uit. Haar normaal gesproken kastanjekleurige haar zit nu in een rommelig viesbruin knotje op haar hoofd.

Dat meisje tegenover mij. Dat ben ik. Ik staar ongelovig naar mijn spiegelbeeld.

Na enkele seconden hoor ik zachte voetstappen. Ik vervloek mezelf, doordat ik tijd heb verloren door naar mezelf te staren. Ik haal diep adem en loop gauw door. Ik wil niet te lang blijven hangen, straks merkt hij nog dat ik weg ben.

Eenmaal bij de voordeur laat ik opgelucht mijn adem los. Net wanneer ik de deur wil openen versteen ik.

'Waar denk jij heen te gaan?' klinkt weer dezelfde fluwelen stem.

Geschrokken door zijn diepe lage stem draai ik mij niet om. Ik overweeg mijn mogelijkheden en maak een beslissing, maar hij lijkt mijn intenties te kunnen lezen en is mij voor.

'Je waagt het niet die deur uit te lopen,' zegt hij op gevaarlijk lage toon, waardoor ik ril.

Zijn dreigement komt er rustig uit, maar ik hoor aan zijn stem dat hij bloedserieus is.

Ik gooi de deur open en sprint zo hard als ik kan. Zo snel als ik kan. Ik hoor zijn voetstappen mij achterna gaan. Net wanneer ik bij de lift aankom schiet er een snijdende pijn door mijn hoofd en ik val. Ik val op mijn knieën. Stomme Ela. Stom. Stom. Stom.

Ik heb weer moeite om bij bewustzijn te blijven en zie twee lange benen in een blauwe spijkerbroek mijn gezichtsveld binnenkomen. Langzaam om niet nog een pijnscheut te krijgen laat ik mijn ogen omhoog glijden. Zijn witte T-shirt plakt tegen zijn gespierde bovenlijf aan.

Ik ben niet bang. Ik ben niet bang.

Hij kruist zijn armen overal elkaar, waardoor zijn slanke maar gespierde armen zeer intimiderend overkomt. Ik ben bang verdomme. Zijn zachtroze lippen zijn gekruld in een zelfgenoegzaam lachje. Alsof hij mijn angst kan voelen. Klootzak. Ik zie dat zijn koperkleurige haar net niet voor zijn ogen vallen. Zijn ogen. Mijn adem stokt. Zilvergrijs. net zoals bij het ongeluk. De persoon die mij heeft aangereden en mij vervolgens een hoofdwond heeft bezorgd is hij. Ik herinner me zijn eigenaardige opmerking.

Verdomme

Ik kijk hem woedend aan. In plaats van dat hij mij zijn excuses aanbood zat hij op me te vloeken!

Hoe durft hij!

Het kost me moeite op mijn hoofd erbij te houden. Mijn zicht wordt met de seconde vager en waziger.

Ik probeer het te negeren en spreek de man aan. 'Jij hebt mij aangereden!' Ik ben trots dat mijn stem niet trilt.

De man zakt tot z'n knieën en kijkt me enigszins ongeïnteresseerd aan. 'Je ziet eruit alsof je elk moment flauw kunt vallen, dus ik zou het op prijs stellen als je alvast begint te lopen, kleintje,' zegt hij enigszins geamuseerd.

Ik kijk hem verward aan en hij zucht. Hij haalt een hand door zijn verwarde haar.

Voor ik het in de gaten heb word ik als een zak aardappelen over zijn schouder gegooid. Dit zorgt weer dat er een pijnscheut door mijn lijf heen trekt, en in elkaar krimp.

'Laat mij onmiddellijk los!' Ik ben woest. Zijn ijzeren greep geeft geen kik wanneer ik mezelf eruit probeer te wurmen. Hij loopt zijn gigantische appartement weer in en gooit de deur met een harde klap dicht.

Vervolgens loopt hij naar de grote zwartleren bank die in zijn woonkamer staat, en gooit me er hardhandig op.

'Zoals je wenst prinses,' zegt hij, zijn stem druipend van sarcasme.

Ik kijk om mij heen en merk dat we alleen zijn. Ik probeer door de brok in m'n keel heen te slikken.

'Kijk ik heb geen zin in meer gedoe dus ik zal vergeten dat je mij bijna hebt vermoord,' Ik probeer met veel moeite op te staan. Eenmaal opgestaan probeer ik mijn angst niet te laten zien. Trek een muur. Van de hardste materiaal die je kent. Groot en sterk. Ik kijk hem strak aan en probeer op elk detail alert te zijn. 'Als je het niet erg vind ga ik nu,' zeg ik enigszins vermoeid.

Mijn hoofd bonkt als een razende samen met mijn hart.

Ik wil slapen.

'Zitten nu,' Zijn stem koud. Ik zie aan zijn ogen dat hij geïrriteerd is. 'Je kunt nergens naartoe voordat je bent opgeknapt,' zegt hij met finaliteit. Ik kijk hem verbaasd aan.

Waarom kan het hem wat schelen?

Zwart Wit GrijsWhere stories live. Discover now