H20. De tijd

1.2K 52 7
                                    

Verleden

Ik weet niet wat mij nou precies heeft overgehaald om terug te gaan. Maar op eens wist ik het. Ik wilde terug naar Nederland. Gek eigenlijk. Net nu het weer goed ging. Net nu ik weer over mijn heimwee heen was en weer van het Italiaanse dagelijks leven kon genieten, wilde ik weer weg. Maanden waren verstreken. Eerder was ik niet terug gegaan. Het mocht niet van mezelf. Ik moest dit afmaken. Ik wilde wel weer terug, maar dat zou ik zonde vinden. Zonde van het gene wat ik hier heb opgebouwd. Want ik heb wat opgebouwd hier. Ik heb een goed verdienende baan maar ik met plezier naar toe ga, een prachtig appartement in de binnenstad van Milaan gelegen in een prachtig land. Ik was verliefd op de stad. Ik ben van de mensen en cultuur gaan houden. Het is mijn thuis geworden. Ik ben hier me thuis gaan voelen in een land wat ooit raar en onbekend voor mij was. Het is bijzonder dat je zo erg kan veranderen in die tijd. Want dat was ik.

De batterij van mijn horloge was leeg. Het was het horloge dat ik van Eva voor mijn vertrek had gekregen. Het horloge wat ik sinds die dag bijna altijd, trouw om mijn pols gedragen had. Ik deed het zo min mogelijk af, bang dat ik het zou verliezen. Zelfs nu de tijd stil stond had ik hem nog steeds om. Ik had het al gemerkt. In de weken er voor tikte het al langzamer. De minuten tikte langzamer voorbij en al gauw liep het klokje 5 minuten achter. Gister stond het stil. De batterij was leeg en zo de tijd voor mij op. Dat was het besef. Ik wilde weer terug.

Ondanks dat ik heel erg van Italië houd, houd nog veel en veel meer van Eva. Ik kan haar niet vergeten hoe graag ik dat ook zou willen. Misschien was het wel goed om even afstand te doen. Ik weet nu dat ik van haar hou. Dat ik veel om haar geef en eigenlijk bij haar wilt zijn. Ik weet dat ik mijn leven met haar wil delen en hoop dat zij dat ook met mij wilt. Want ik mis haar nog steeds elke dag.

Toen ik eenmaal mijn besluit gemaakt had, ging het snel. Binnen een maand had ik ontslag genomen, was mijn huis verkocht en al mijn spullen weer ingepakt. Gisteravond was ik op Schiphol geland. De taxi had me naar Maastricht gebracht. Ik had nog geen huis en mijn spullen stonden ergens in een container in Italië. Ik verbleef in een hotel totdat ik een leuk huis gevonden zou hebben.

Vandaag had ik gesolliciteerd op het bureau en was gelijk aangenomen. Ik was warm ontvangen door Marion, Mechels en Romeo. Tot mijn grote verbazing bleek Eva een tijd geleden ontslag genomen te hebben, en toen ik 's avonds voor haar huis op de stoel stond bleek ze verhuisd te zijn.

Ik had Marion gesmeekt voor het nieuwe adres. Ik wist zeker dat zei het wist en als ze het niet zou zeggen zou ik het toch opzoeken in de werk computer. Zo stond ik de volgende avond nog bij haar op de stoep. Ik drukte de bel in en deed een stap naar achter om de voorgevel te bekijken. Het was een klein rijtjeshuis aan de rand van het centrum. Ik hoorde voetstappen in de gang en even later werd de deur op een kier open gedaan. Eva's hoofd verscheen om de deur en keek mij geschrokken aan. 'Jij?' Stamelde ze verbaasd. Ik knikte. 'Ik, ja.' Mompelde ik en keek naar de deur. Ze deed de deur verder open, ging mij voor de hal in en twijfelend stapte ik over de drempel. Ik volgde haar naar huiskamer waar ik de warmte in stapte en mijn ogen door de ruimte liet gaan. Het was een kleine knusse ruimte. De gordijnen waren dichtgetrokken en in het donker zag het er rommelig uit. Verhuisdozen stonden langs de muren opgestapeld en de al lege of half uitgepakte dozen stonden open in het midden van de kamer. Pas verhuisd concludeerde ik en keek naar Eva die met haar rug naar mij toe in de open keuken stond. Ik liep naar de tafel en blijf twijfelend staan. 'Jij ook iets?' Mompelde Eva terwijl ze voor haar zelf een glas chocomel in schonk. Ik schudde mijn hoofd. Ze zette het pak terug in de koelkast en draaide zich om. Ik schrok, greep naar stoel vast om me overeind te houden en keek haar verbaasd aan. 'Je...je bent...' ze knikte liep naar de tafel en ging zitten. Verslagen nam ook ik plaats en staarde diep in gedachten naar de haar glas. 'Hoe lang al?' '7 maanden.' 'Hoe, wie.' Vroeg ik verder. Ze bleef stil negeerde mijn vragende blikken. 'Wat doe je hier eigenlijk?' Keek ze plotseling op. Ik slikte even en vouwde mijn handen samen die op tafel lagen. 'Ik kom weer naar Maastricht.' 'Wonen?' Keek ze verbaasd op. Ik knikte. 'Hoezo, je hield toch zo van Italië.' Rolde ze met haar ogen. Weer knikte ik. 'Maar niet zoveel als dat ik van Maastricht houd.' Dat ik Voornamelijk ook voor haar terug kwam hield ik er maar buiten. Er was niks. Ik heb haar al zeker al maanden niet meer gesproken. Misschien heeft ze wel een vriend. De gedachte alleen al maakte me jaloers. Ik beet op mijn lip en keek weg bet zoals zij ook weer weg keek. Zoals zij heel het gesprek mijn blikken al probeerde te negeren.

'Je komt terug voor Maastricht?' Vroeg ze verbaast en bespottelijk. 'Niet alleen dat.' Ze liet haar blik vallen en staarde naar de tafel. Ow wat zou ik nu zo graag haar hoofd op willen tillen en haar recht in haar ogen aan kijken. Ik wil haar twinkeling zien. Ik wil er in verdwijnen. Ik wil dat ze me op kijkt als ik tegen haar praat. Ik wil dat ze ziet dat ik het meen. Maar ze bleef de hele tijd mijn blik negeren.

Ik zag haar gezicht samen trekken. Ze glimlachte kort, wreef over haar buik en ging verder met onafgebroken naar de tafel staren. 'Waarom heb je niks van je laten horen de afgelopen maanden?' Ze zweeg beet op haar lip en frunnikte met haar vingers. 'Ik had er geen behoefte aan. Het deed meer kwaad dan goed, dus waarom zou ik contact houden.' Verbaasd keek ik haar aan. Had ze de gesprekken zo ervaren. Deed het haar kwaad. En dat terwijl ik ze juist fijn vond. Ik slikte. 'Meer kwaad?' Vroeg ik ongelovig. Bang wat ze zei echt waar was. Dat ik het niet verkeerd verstaan had en dat ze het echt meende. Ze zweeg even, ik zag dat de slikte, deed haar mond open en stond op. Even was ik bang dat ze me weg zou sturen. Dat ze wilde dat ik ging staan zodat ze me naar de deur kon begeleiden. Wilde ze me weg hebben? Eva liep naar de keuken waar ze met de rug naar mij toe voor het aanrecht ging staan. Haar schouders gingen regelmatig op en neer en ze had haar handen als steun op het blad gelegd. 'Ik was mijn strip pillen die vakantie vergeten. Wist ik dat het de eerste keer raak zou zijn. Verdomme wolfs.' Draaide ze zich boos om. Haar handen had ze tot vuisten gevormd en boos keek ze me aan. Ik kromp in elkaar. Eindelijk keek ze me aan maar niet op de manier dat ik zou willen. Het maakte me bang. 'Ik kwam er achter dat ik zwanger was...door jou.' Mompelde ze als laatst er zachtjes achteraan. Ik voelde de kou over mijn ruggengraat omhoog gaan. Mijn zicht werd wazig. Ik knipperde hevig en weer scherp beeld. 'Maar je zei dat...' 'Ja. Ik weet wat ik zei ja wolfs.' Ik dacht niet na. Je lag al half op me en ik kon niet meer helder denken. 'Waarom heb je al die maanden niks gezegd!' Stond ook ik nu boos op. 'Waarom heb je dit niet verteld. Heb ik daar het recht niet op.' Kwaad keek ze me aan. Haar ogen spuwde vuur. 'Ja, je hebt daar het recht op

Recht op ja.' Hield ze haar hand omhoog zodat ik er niet tegen in zou gaan. 'Maar ik was egoïstisch.' Ging ze verder. 'Ik zag het niet zitten. Ik wilde jou niet meer. Ik heb elk contact genegeerd. En ja zelfs al die duizenden e-mails die je naar me gestuurd hebt. Ik wilde jou gewoon vergeten verder met me leven en stoppen met aan jou te denken. Ik koos voor mezelf.' Gooide ze naar buiten en draaide zich kwaad om. Ik liet mijn blik vallen en staarde naar mijn schoenen. Nadenkend over haar gezegde woorden. Ze had het toch wel kunnen zeggen. Ik kon er niet bij waarom ze dit voor mij verborgen wilde houden. Hoe kon ze. 'Eva waarom heb je het in hemelsnaam mij niet verteld?' Ze snoof. 'Ik...ben de vader.' Stamelde ik. 'Hoe kun je nou een vader zijn als je daar zit. Hoe wil je dat doen.' Ging ze er tegen in. Ik zweeg. 'Wil je ze elk weekend over laten vliegen? Door de week bij mama in Nederland en in het weekend bij papa in Italië. Ja, dat is een goed idee. Of wil je ze opsplitsten. Dat kan ook nog. Eén kind bij jou. Eén kind bij mij. Werkt misschien nog wel beter. Net zo effectief. We kunnen dat wel doen. Zie je het al voor je?' Ratelde Eva. 'Wat?' vroeg ik verbaasd. 'het is een tweeling Wolfs. Niet een nee, maar twee kinderen.' Ik zweeg, niet instaat om te reageren. Niet wetend wat. 'Eva.' Boos keek ze weg. 'Dat is geen oplossing en dat weet jij ook.' Ik knikte. 'Waarom wil je dit alleen doen. Ik kan je helpen.' 'ze schudde haar hoofd, lachte en rolde met haar ogen. 'Ik heb hulp. Maar zelfs dan nog kan ik dit best alleen.' 'daar twijfel ik ook niet aan.' viel ik er tussen. Boos keek ze me aan. 'Ik wil geen hulp van jou. Echt helpen kan je toch niet.' 'Ik wil je helpen. En als jij me had ingelicht had ik ook eerder geholpen ook. Hoe bedoel je, helpen kan je toch niet? Hoe weet je dat überhaupt zonder mij in te lichten.' Verhoog ook ik mijn stem nu. Ik wilde niet tegen haar schreeuwen maar ik kon het niet hebben dat ze het niet gezegd heeft. 'Je woont toch daar. Wat wil je doen dan, alimentatie betalen.' 'Bijvoorbeeld, of ik ga weer terug naar Maastricht.' Eva beet op haar lip en keek me boos aan. Ze schudde haar hoofd en draaide zich om. 'Ik zit helemaal niet op jouw geld te wachten en al helemaal niet op jou.' Ik slikte en liet mijn blik vallen. Diep in gedachten staarde ik naar de voeglijnen tussen de stenen keuken vloer. Eva had haar handen op het aanrecht gelegd en haar rug naar mij toe gekeerd. 'Ik wil dat je weg gaat.' Zei ze zachtjes op een hele andere toon dan ze net tegen mij gesproken had. Ik kon het verdriet er in horen. Ik knikte, niet dat ze dat kon zien, en liep twijfelend naar de deur. 'Ik woon weer in Maastricht nu. Ik kan een vader voor ze zijn. Ik wil dat je dat weet en er over nadenkt.' Waren mijn laatste woorden waarna ik die deur uitliep en mijn tranen hun weg naar buiten vochten.


Over de grens   Where stories live. Discover now