H5. Aankomst

1.2K 50 5
                                    

Verleden

Het is een grote beslissing. Eentje die letterlijk je leven op je kop zet en er een andere draai aan geeft. Alles zou gaan veranderen. Niets is nog is hetzelfde. Wat is nu nog normaal nu je het normale leven achter je hebt gelaten. Wat is nu nog normaal nu je normen en waarden op de proef worden gesteld, en wat was nu nog normaal nu alles nieuw is. Ik zou het mijn god niet weten. Het was een sprong in het diepe, een onbekende weg en een grote stap op een onbekende bodem. Ik kan er inzakken maar er ook op blijven staan. Ik wist het niet. Ik kon het ook nog niet weten. Zou ik zo maar alles achter me kunnen laten. Fleur, Eva en mijn werk. Of zou ik gek worden van de heimwee?

Ik keek naar het nog steeds ingepakte cadeautje in mijn handen. De strik die er op zat was half uitgetrokken en de plakbandjes waren een beetje los gepulkt. Ik had het papier er af willen trekken maar iets hield mij tegen. Op de achtergrond grond klonken de veiligheid instructies van het vliegtuig. Afwezig keek ik naar de stewardessen die met verschillende attributen het noodplan demonstreerden. De vrouw die twee stoelen bij mij vandaan stond keek verveeld uit haar ogen. Ik durfde te wedden dat ze de opgelezen tape met veiligheidsinstructies kon dromen. Nadat alles twee keer, in twee verschillende talen, was uitgelegd, ging het bordje met stoel riem vast aan en nam de crew plaats. Door het kleine raampje zag ik de startbaan al liggen en verschillende vliegtuigen stonden in een rij om op te stijgen. Toen wij eindelijk aan de beurt kwamen en het vliegtuig de baan opdraaide keek ik van het pakje in mijn hand naar het raampje waarachter de contouren van Schiphol nog te zien waren. Het vliegtuig ging in beweging en al gauw ging het toestel met een rot gang de opstart baan af. Dit was het dan. Ik ging nu toch echt weg. Ik keek weer naar het kleine cadeautje in mijn hand en dacht gelijk terug aan vanochtend. Aan Eva en de tranen die over haar wangen gleden. Weer werd ik overspoeld door een zee van twijfels. Moest ik dit wel doen. Kon ik wel zomaar weggaan en alles achter me te laten. Kon ik zomaar ergens op nieuw beginnen met de gedachte daar de rest van mijn leven te blijven. Ik wist het niet. Ik beet op mijn lip en keek recht voor me uit. Door de snelheid van het vliegtuig werd ik plat in mijn stoel gedrukt. Er kwam een druk op mijn oren en als gek kauwde ik op het droge stukje kauwgom in mijn mond om te slikken. De druk steeg. De druk van woorden en kracht op mijn lichaam. Zou ik het nog uit kunnen gooien. Zou ik nu nog op kunnen staan en keihard ''stop'' roepen. De woorden kwamen omhoog maar werden door het de kracht van het opstijgen dieper in me gedrukt. Ik voelde een zware kracht op mijn borst en even leek het alsof ik met stoelen alde grond in getrokken werd. mijn draaide om en ik wist dat het te laat was. We zaten al in de lucht. Met mijn hoofd in een rare hoek keek ik door het raampje naar benden. De details werden minder naarmate we stegen. We hadden het drukke Schiphol, het volle Nederland, achter ons gelaten en zaten nu hoog in de lucht opweg naar Milaan.

Ik keek weer naar het pakje in mijn hand en scheurde zonder eerst nog te twijfelen, het papiertje er af. Er zat een doosje in. Ik herkende het doosje van een juwelier in Maastricht. Ik negeerde de nieuwsgierige blikken van de persoon naast en maakte het doosje open. Op het kussentje wat in het doosje lag, blikte een gloed nieuw horloge. Mijn mond viel open van verbazing en ik werd ontroerd door het mooie cadeau. Ik keek of er nog een briefje bij zat. Maar buiten de gebruiksaanwijzing zat er niets bij. Ik maakte het oude horloge los, zette de tijd gelijk op het nieuwe en deed hem daarna om. Pronkend hield ik mijn pols omhoog en trok me niks aan vande bewonderende blikken van de mede passagiers naas mij. Het oude horloge borg ik op in het doosje en viste vervolgens mijn telefoon tevoorschijn. Het liefste had ik haar nu gelijk gebeld om haar te bedanken. maar dat ging nu moeilijk. Zo meteen, als ik het vliegtuig uit was en weer met beide benen op de grond stond zou ik haar gelijk bellen. Starend naar mijn nieuwe horloge keek ik hoe wijzers langzaam door tikte. Ik sloot mijn ogen en nestelde me in de stoel. Met het harde geruis van het vliegtuig, een druk op mijn oren en denkend aan Eva dompelde ik weg.

Ik keek van het ticket in mijn hand naar het grote bord met tijden. Bagage band 8, haalde ik er uit en liep door de lange gang gevuld met mensen. Na een tijdje gelopen te hebben kwam ik bij de juiste band aan. Ik was niet de eerste. Meerdere mensen stonden al te wachten en hadden de weinige stoelen al in bezet genomen. Voornamelijk de zakenlieden. Mensen keurig in zwart pak met een leren bruine aktetas op hun schoot en met hun neus in een krant. Ik deed mijn zware rugzak af en zette hem op de grond voor mijn voeten. Vervolgens haalde ik mijn telefoon uit mijn zak en zette de vliegstand uit. Na een poosje gewacht te hebben en het gebruikelijke welkom in het buitenland berichtje, te hebben ontvangen, drukte ik de sneltoets in en ging de telefoon over. Ik hield het toestel aan mijn oor en luisterde geduldig naar de toon die een paar keer overging maar niet opgenomen werd. Ze nam niet op. Vast in een verhoor of operatie op het werk. Ik kon een berichtje achterlaten maar dat vond ik niet leuk. Ik wou haar graag spreken en persoonlijk bedanken voor haar mooie cadeau. Ik stopte mijn telefoon weg en kon het niet laten om nog even naar het pronkende horloge om mijn pols te kijken.

'Il bagaglio è già lì?' Ik keek op van een vrouw die vlug langs mij heen liep naar een gezin dat tussen de bezette stoelen en de bagageband in stond. De man schudde zijn hoofd en ratelde door in het Italiaans. Een klein meisje hing aan de arm van de vader en vroeg steeds dezelfde vraag. Een variant op wat haar moeder vroeg. Vast iets over de bagage. Wanneer die zou komen of waar die blijft. Ze zagen er ongeduldig uit. Moe, maar wel voldaan na een lange vakantie met het gezin. De al wat oudere zoon, die ietsje bij het gezin vandaan stond, had zijn telefoon aan zijn neus gekluisterd en scrolde verveeld over het beeldscherm. Vast over zijn facebook pagina of langs alle de berichten die hij de afgelopen dagen op vakantie had moeten missen. ongeïnteresseerd, en puur bedoeld om de tijd te doden. Door dat hij zo in zijn telefoon zat, had hij niet in de gaten dat iemand met een bagagetrolley bijna tegen zijn enkels aan reed. De bestuurder verontschuldigde zichzelf, waar de jongen niets van mee kreeg, en liep haastig verder de hal in waar hij tussen de mensen massa verdween. De band werd in gang gezet en al gauw kwamen de eerste koffers van medepassagiers in het zicht. De mensen vormde een grote kring rond de band en pakte hun eigen stukken bagage er tussen uit. Terwijl ik op mijn koffer stond te wachten keek ik naar de mensen die al op weg naar de uitgang waren. De zakenlieden en gezinnen. De business trips en vakanties. Een retourtje. Heen en terug. Maar voor mij was het enkel heen. Niet terug. Ik viel niet in die twee categorieën. Nee, ik was een categorie apart. Ik ging verhuizen en zou niet meer terug komen, hier mijn leven opbouwen. In een ander land. Een vreemd land, tussen vreemde mensen met een vreemde taal, andere gewoontes en andere culture. Ik was er klaar voor. Ik had er zin in en wilde de uitdaging aangaan.

Met een grote koffer in mijn handen en een rugzak met handbagage over op mijn rug liep ik de aankomst hal in. Mijn ogen speurden de rekken met wachtende mensen af op zoek naar een bekend gezicht. Toen ik haar tussen de mensen massa aan de zijkant op merkte liep ik op haar af. Ze glimlachte. Ik glimlachte breed terug. 'Floris, welkom.' Verwelkomde ze me toen ik bij haar aangekomen was. Ik boog voorover om drie zoenen op haar wang te geven en gaf haar een korte knuffel. 'Heb je een goede reis gehad?' Vroeg ze nadat we elkaar weer losgelaten hadden. Ik knikte hevig. Niet dat ik de beste reis had gehad. Nee, ik zat krap, kreeg een niet te eten vliegtuigmaaltijd en achter mij zat een vervelend kind met mijn stoel te kloten. Een fijne vlucht had ik niet gehad maar dat mocht mijn aankomst niet bederven. Ik vond het fijn dat ik er eindelijk was.

'Ja, prima vlucht. Alleen een beetje stijfjes. Maar dat gaat er wel weer uit door het lopen.' Glimlachte ik en verzweeg de rest. Ik had niets te klagen. Ik was allang blij dat mijn vlucht betaald werd. 'Mooi.' Mompelde Sophia en ging me voor de gang in en begeleide ons naar de parkeer garage. 'Ik vind het leuk dat je er bent.' zei Sophia nadat we de koffer in de achterbak hadden gedaan en we waren in gestapt. Ik klikte mijn gordel vast en keek haar aan. 'Ja ik ook. Z'n kans kon ik niet laten lopen. Het is een geweldige uitdaging.' Ze lachte, legde kort haar hand op mijn bovenbeen en startte vervolgens de auto. Toen we de parkeergarage uit reden viel mijn mond open van verbazing. Met mijn neus zowat tegen het raam aangeplakt keek ik verwonderd naar buiten. In de verte rezen de bergen boven de horizon uit en kwam het prachtige landschap naar voren. Ik keek werkelijk mijn ogen uit. Hier in dit land zou ik gaan wonen. Ik kon het nog steeds niet geloven.


Over de grens   Where stories live. Discover now