H16. Bedankt

1.2K 49 7
                                    

Verleden

'Bedankt.' klonk er zacht. Ik glimlachte kwam wat verder de logeerkamer in en leunde tegen de deurpost. Eva draaide zich om. Haar haren waren en nat en hingen in losse slierten langs haar gezicht. 'Je hoeft me helemaal niet te bedanken joh, ik vond het leuk dat je er was.' Ze glimlachte. Ik glimlachte terug en keek hoe ze haar kleding uit de kast haalde en op de grond naast de opengelsagen koffer legde. Ze ging zitten, trok zich niets van mij aan en begon aan het opvouwen van de kleding. 'Hoe laat gaat morgen je vliegtuig?' vroeg ik twijfelend. Ik weet zeker dat ik het eerder gevraagd had maar wist het antwoord niet meer voor de geest halen. Ik wilde er toen nog niet aan denken. Ik moest genieten van de tijd nu, nu ze hier nog was. Het vertrek zou wel weer komen. Maar helaas kwam dat sneller dan verwacht. De week was voorbij gevlogen en inmiddels was het alweer vrijdagavond. De avond voor haar vertrek.

'Morgen ochtend 8 uur. 6 Uur ga ik weg.' ik knikte. Slikte en staarde naar mijn voeten. 'Weet je zeker dat ik je niet weg hoef te brengen.' Ze draaide zich om en schudde haar hoofd. 'Dankjewel maar het hoeft niet, ik neem een taxi.' 'Ok.' mompelde ik. Waarom ze zo graag een taxi nam wist ik niet. Ik wilde haar graag weg brengen. Niet in de zin dat ik haar graag weg wou hebben. Nee in de zin dat ik haar best kan afzetten. z'n grote moeite is het niet, en ik had het met liefde voor haar gedaan. Maar wilde niet en nam een taxi. Ik ging op het bed zitten, keek toe hoe Eva haar koffer pakte en luisterde naar de muziek op de achtergrond. Eva zat op het kleed op de grond. De koffer lag open geslagen leeg voor haar. Ze was bezig de kleding opnieuw op te vouwen. Keurig en op kleur, zoals alleen zij dat kon. Alle zwarte kleding lag onderop. Dit vulde het meeste gedeelte van de koffer, waarna de donkerblauwe en grijze kleding kwam.

Vroeger deed Eva altijd de was. Ik waagde me er niet aan. Bang dat ik het verkeerd zou doen. Bang dat het wit er grauwer uit zou komen dan dat het er in ging. Bang dat ik te veel was middel zou gebruiken of te heet zou wassen. En bang dat ik het niet goed zou doen volgens Eva. Nee, ik hield me er nooit mee bezig. Net zoals ook Eva zich niet met het koken bemoeide. Nu ik er zo over nadacht waren we niet alleen op het werk goed op elkaar ingesteld, maar ook thuis, waren we een goed team. De taken waren verdeeld en beiden hadden we het gene waar we goed in waren. Sinds mijn vertrek merkte ik pas hoe veel werk het huishouden eigenlijk is. Alleen heb je dubbel zo veel werk en de klusjes die je normaal niet doet. Het was even wennen. Maar na een maand had ook ik geleerd hoe je het beste de was doet. Op mijn manier. Alles is nog wit en de kleding is redelijk netjes opgevouwen. Het was netjes, al zeg ik het zelf, maar niet perfect. Niet zoals Eva het zou doen. Niet zoals het hoorde, vond ik.

De muziek op de radio was afgelopen en ging over in een Italiaans gebrabbel. Concentratie om er naar te luisteren had ik niet. Eva was interessanter nu. Ze verzamelde de meeste spulletjes van haar nachtkastje, stopte die in de toilettas en legde ook deze even later in de koffer. Het liefste haalde ik hem er meteen weer uit. Net zoals ik de andere kleding er ook uit wilde halen. Dit sloeg nergens op deze gedachte. Hoe kon ik dat nou denken. Hoe kon ik zou egoïstisch zijn dat ik haar hier wilde houden. Hier naast mij, nadat ik zelf ben weggegaan.

'Denk je eigenlijk nog vaak terug aan Nederland.' leek ze mijn gedachtegang te raden. Ik keek haar aan. Ze had haar werk even laten vallen en was mijn kant op gedraaid. Haar ogen keken mij doordringend aan. Scherp en nauwlettend. Ik wist dat ze me probeerde te lezen. Mijn houding, uitdrukkingen en gezicht. Ik slikte even en sloeg mijn ogen neer. 'Ja...' moest eerlijk ik toegeven. 'Wat denk je dan?' Ik haalde mijn schouders op. 'Zoveel.' het was niet specifiek één dingetje maar duizenden. Ik vroeg me af hoe het daar ging. Wat iedereen aan het doen was. Of ze vaak aan mij dachten en me miste. Maar ook kon ik denken aan de gekste kleine dingen. Of de koffie nog steeds zo slap is op het werk of dat er inmiddels een nieuwe machine is gekomen. Dat het schuin hangende straatnaam bordje op de hoek van de straat nog steeds op half 6 hangt of dat de gaten in de oprit naar het bureau eindelijk gemaakt zijn. Allemaal kleine onbenullige dingen die op sommige moment door mijn hoofd gaan. die op dat moment om een één of andere reden er toe doen.

Vaak, zeker de helft van de tijd dacht ik terug aan het werk. Ik vroeg me af wat voor zaken er draaiden, waaraan en met wie Eva werkt, en wat ze in haar vrije tijd doet nu ik er niet meer was. Ik kon de gedachte niet uitstaan dat ik niet wist wat ze aan het doen was. Misschien was ze op dat moment wel in een gevaarlijke operatie, stond ze te posten of zat in een lastig verhoor. Ik maakte me wel eens zorgen. Bang dat ze gevaarlijke dingen zou doen of niet goed uitkeek. Of misschien dat haar nieuwe partner niet te vertrouwen was en niet alles voor haar zou geven. Het zat me dwars. Ik wilde niet dat ze met iemand anders werkt. Zo egoïstisch was ik. Deze gedachte sloeg dan ook nergens op. Ik was geen vader voor haar. Ze is een volwassen vrouw, natuurlijk kijkt ze uit wat ze doet. Natuurlijk weet ze wát ze doet. Ze is niet gek.

Eva legde het opgevouwen stapeltje wat ze in haar handen had in de koffer, stond op en ging naast mij op het bed zitten. Iets te dichtbij, maar dat leek ze niet door te hebben. Ze schoof haar armen over elkaar en keek naar de vloer voor haar voeten. 'Ik vind het knap.' verbaasd keek ik haar aan. Ze negeerde mijn blik en bleef naar haar voeten staren. Haar natte haren drupte op haar zwarte jogging broek en maakte donkere plekken in de trui op haar rug. 'Ik zou het nooit gedurfd hebben zo alles achter me laten en weg gaan.' Ik lachte verlegen wat zij natuurlijk niet zag en dat frustreerde mij. Het liefst had ik dat ze me aan keek. Dat ik haar gezicht kon proberen te lezen en kijken wat er in haar omging. Zien wat er door haar hoofd spookt.

'En het gaat goed op het werk, en je spreekt de taal.' lachte ze. 'Ik vind het knap. Ik zou gek geworden zijn van de heimwee.' Momplede ze en keek op. Haar haar dat haar gezicht bedekte schoof ze achter haar oor. Eindelijk kon ik haar gezicht zien. Ze glimlachte flauw en keek me teder aan. Ik kreeg het warm van binnen. Mijn gedachten vlogen door de war en even wist ik niet meer wat ik wou zeggen. 'Dat ik geen heimwee heb zeg wil niet zeggen dat ik Nederland niet mis.' Eva knikte even dat ze het begreep maar ik twijfelde eraan of ze het wel echt begreep. 'Ik mis Nederlandse dingen, ik mis de simpele normen en de waarden die ik heb en of had. Ik mis het om een normaal gesprek te kunnen voeren, zonder diep na te denken op zoek naar woorden, of zonder handen en voeten. En ik mis jou...dat nog wel het meeste. Het is alleen niet dat ik er wakker van lig. Ik heb nu mijn leven hier. Er is zo veel nieuw en zoveel wat ik elke dag weer nieuw leer. Ik geef veel op. Maar ik krijg er ook weer ontzettend veel voor terug.' Weer knikte Eva. Deze keer met meer overtuiging. Deze keer had ik het idee dat ze het begreep. Dat ik mijn gevoel en situatie zo goed mogelijk verklaard had, dat ze het snapte. Misschien dat ze het wel in kon beelden. Misschien dat ze het echt begreep. Ik hoopte het. Eva liet haar blik vallen en keek naar de grond. Ze trok haar knieën op en sloeg haar armen om haar benen heen. Ik liet mijn hand over haar wang glijden en tilde haar hoofd voorzichtig mijn kant op. Ik keek haar recht in haar ogen aan. Ze stonden zacht, van de scherpte Eva was niets te zien. Het was een blik die ik maar zelden zag. Een verbeten blik, een blik van acceptatie en teleurstelling. Had ik haar teleur gesteld? Had ik moeten zeggen dat ik gek werd van de heimwee. Dat ik elke avond wakker lag en alleen maar aan haar dacht. Nee, dan zou ik liegen. Ik dacht wel werkelijk aan haar. Maar dat was geen reden om terug te keren. Ik wilde juist afstand doen van mijn gevoel voor haar. Haar vergeten maar gewoon over mijn gevoelens heen groeien. Ik kan niet terug. Ik heb mijn leven hier nu. Ik kan dit niet achterlaten voor een leven dat ik gehad heb. Dat voorbij is. Ik kan niet terug. Terug gaan is geen optie ook al zou ik dat willen. Er is niets om terug voor te gaan. Eva, maar daar vluchtte ik juist van weg. Als ik terug zou gaan beland ik in het leven wat ik kende. Waar ik een deel van was. Maar niet meer in zou passen. De tijd heeft niet stil gestaan en gaat ook in Nederland gewoon door. Verder zonder mij. Mijn terugkomst zou als falen gezien worden. Mijn dromen waren te groot. Te onwerkelijk. Ik heb ze niet waar kunnen maken en draag die teleurstelling de rest van mijn leven met me mee. Nee, terug gaan was geen optie. Niet nu ik hier mijn leven aan het opbouwen ben en het gewoon goed gaat.

Geheel onverwachts liet ze haar benen zakken en sloeg haar armen om mij heen. Ze drukte zich dicht tegen mijn borst aan en ik nam haar dieper in mijn armen. Haar natte haar kriebelde maar dat maakte mij niet uit. Ik verborg mijn hoofd in haar haar en rook sterk de zo bekende geur van haar shampoo. De geur die ik maar zelden van dichtbij kon ruiken. De geur van de persoon die ik maar zelden zo dicht in mijn armen kon sluiten. Ze keek op. Ik keek haar aan, ze kwam wat dichterbij en ik sloot om mijn ogen.


Over de grens   Kde žijí příběhy. Začni objevovat