~ 1 ~

2.3K 83 342
                                    

Hoofdstuk 1

____________________

...Alles nieuw, kaal en anders...

---

Volgens mijn vader ben ik een van de weinige tieners die op zo'n mooie zomerdag als deze níét naar buiten gaat, andere mensen ontmoet of sociaal doet met leeftijdsgenoten. Normaal doet dus.

Ik zit liever binnen met mijn weinige, vertrouwde spullen om me heen, dan kan niemand me lastigvallen. Mijn zus daarentegen gaat rustig de hort op en maakt overal waar we zijn wel vrienden, kletst met zowat elk levend wezen dat ze tegenkomt en flirt met iedere jongen...

De enige die vanaf het begin al écht bevriend met me is, is de gekke Jackrussellterriër Petite, die af en toe als een dolle door het huis rent om haar energie te kunnen uiten. Zij is er altijd voor me als ik verdrietig of kwaad of wat dan ook ben.

Of nogal in de war, zoals nu. Het valt nou niet bepaald mee om van de ene stad halsoverkop naar de andere te verhuizen. Het huis dat sinds drie dagen tot ons eigendom behoort, is niet lelijk. Niet klein. Gewoon een twee-onder-een-kapwoning met een grote voortuin (en gelukkig een heg die de tuinen scheidt), beschutte, nog grotere achtertuin, gigantisch park ernaast, normale straat ertegenover met hopelijk normale mensen erin en een stokoude, altijd glimlachende buurvrouw, heb ik meegemaakt. Ik schrok me dood toen ze zomaar uit het niets vlak naast de heg stond en zich krakerig aan ons voorstelde, terwijl we net drie hele stappen richting ons gloednieuwe huis hadden gezet. Met 'we' bedoel ik mijn vader David, mijn oudere zus Sophia en natuurlijk Petite.

Verder is die vrouw wel aardig, denk ik.

'Anna,' begint mijn vader als hij mijn kale kamer binnenwandelt, 'denk je dat je al je spullen voor school bij elkaar hebt?'

Oh ja. Shit. Morgen heb ik mijn eerste schooldag. Ik probeerde het idee eerder vandaag nog zo te negeren door keihard "Some Nights" van Fun. te draaien over de witte, heuphoge boxen die gelukkig wél al in mijn kamer stonden. Sophia schreeuwde vanuit haar kamer, die naast de mijne ligt, dat ik verdomme wat zachter moest doen en dat ze een gehoorletsel nou niet per se kon gebruiken op haar eerste schooldag. Ik had er hard om gelachen, maar zette het nummer toch maar uit toen ze dreigend mijn kamer binnen kwam stampen.

'Ja, ik denk dat ik alles wel heb,' antwoord ik. Ik ga verzitten op mijn bed en kruis blikken met papa. 'Mijn boeken, laptop, etui, tas en wat eten is het belangrijkst.' Ik werp een blik op de in mijn gedachten al creatief vervloekte spullen boven op mijn saaie, lichthouten bureau.

'En een opgeladen telefoon, hè. Zonder kan een zestienjarig verliefd tienermeisje zoals jij niet, natuurlijk.' Papa schenkt me een vlugge knipoog.

'Ik ben helemaal niet verliefd!' schiet ik meteen in de verdediging. Ik kijk zogenaamd beledigd naar hem op.

Hij leunt inmiddels tegen de deurpost en kijkt me aan, uitdrukkingloos. 'Nee, nee, vast niet. Komt nog wel, hoor, dame.' Hij knipoogt nogmaals en vertrekt dan naar Sophia's kamer.

Mijn vader is best wel een charmante man, moet ik zeggen. Ik begrijp dan ook niet goed dat hij niet hertrouwd is nadat hij van mijn moeder scheidde, jaren geleden. Hij heeft voor zover ik weet niet eens een vriendin of zelfs maar iemand op het oog. Mijn moeder is zijn eerste en voorlopig ook zijn laatste vriendin geweest. Urgh, niet aan die vrouw denken. Je hebt al genoeg dingen aan je kop.

Om mezelf iets te doen te geven besluit ik mijn kamer wat op te gaan ruimen. Overal staan nog altijd onuitgepakte of kapotte dozen gestald en het voelt hier nog niet echt gezellig, ook al slaap ik er al twee nachten. Ik maak mijn bed op, die een van de twee smalle muren in mijn kamer in beslag neemt – de andere wordt opgeslokt door mijn erkerraam – en schuif daarna het kleine nachtkastje tegen mijn bedrand aan. Ik vis een leesboek, notitieboek, nachtlamp en mijn wekker uit een doos, plant die op het kastje neer en sluit de apparaten aan op het stopcontact erachter. Aan de muur boven het hoofdeinde van mijn bed hang ik de enorme poster van Avril Lavigne die ik bewaard heb en afkomstig is uit ons vorige huis, en aan de smalle wand naast mijn bed plak ik Billie Eilish en een even grote quoteposter met 'teenagers are the most misunderstood people on the planet – they are treated like children and expected to act like adults' die ik erg toepasselijk vind op mijn leeftijd. Ik struggle nogal vaak met de puberteit en mijn gevoelens namelijk.

Daarna gooi ik de lege dozen die ik niet meer nodig heb op de gang en verschuif ik met flink wat moeite mijn kledingkast met afgebladderde verf (geen mode, slechts ouderdom jammer genoeg) naar het stuk muur tussen de kamerdeur en mijn bureau voor het raam, waar ik vind dat hij beter op zijn plek is. Mijn lage kast met mijn dvd-speler, muziekinstallatie en de afgedankte tv erop laat ik staan tegen de wand waar Avril zich ook bevindt, met de boxen ernaast. Ik loop vervolgens om mijn bureau heen, schud de enkele kussens in mijn erkerraam op en slaak een tevreden zucht, terwijl ik mijn handen in mij zij zet en eens even mijn harde werk bekijk. Dat ziet er al stukken beter uit. Verdere aanpassingen doe ik de komende weken wel.

Ik ben net op tijd klaar, want mijn vader roept me voor het avondeten. 'Oh, Anna, waarom kwak je die dozen hier nou zomaar neer?' vraagt hij direct daarna. 'Petite zit erin te spelen. Die dingen konden we nog gebruiken.'

'Sorry.' Ik roep Petite terug en het hondje komt na een paar keer roepen mijn kamer binnengedribbeld. 'Ik moest gewoon even wat te doen hebben en wist niet waar ik ze zo snel kon laten...' zeg ik zacht.

Sophia komt op dat moment haar kamer uit. Haar halflange, golvende blonde haren hangen over haar slanke lichaam, haar volle mascarawimpers omlijsten haar ijsblauwe ogen en haar kleding is al-tijd tiptop in orde. Ik heb die kille blauwe ogen ook, draag ook die volle wimpers – enkel zónder make-up – en... nou ja, of ik zo'n goeie kledingstijl heb, weet ik niet, maar goed. Datgene dat opvalt aan mij is echter mijn volle, roodbruine haar dat steil over mijn schouder hangt tot ongeveer halverwege mijn rug. Daarin verschil ik zeker met mijn twee jaar oudere zus, naar wie ik al mijn leven lang opkijk.

'Dag, zusje. Zin in morgen?' Haar glimlach is altijd zo vriendelijk, daar ben ik nog steeds vreselijk jaloers op.

'Niet echt, eigenlijk. De vijfde klas, volledig nieuwe school, nieuwe klootzakkerige mensen, bakken met huiswerk, leraren die aan je kop zeuren. Nou, kan het nog leuker?' Ik sla mijn ogen ten hemel.

Ze gniffelt. 'Nee. Nu heb je alle tijd om nieuwe mensen te leren kennen, vrienden te maken, naar feestjes te gaan, dat soort dingen. Dat kan gewoon niet leuker.'

Ik schiet in de lach. 'Ieuw, echt niet. Je weet dat ik daar helemaal geen zin in heb.'

Ze slaat haar armen over elkaar en zet in tegenstelling tot net een poeslieve, neppe glimlach op. 'Nou, blijf jij dan maar lekker tot je tachtigste single en moederziel alleen, goed?'

'Doe ik.' Ik loop grijnzend de brede, open trap af naar de gigantische keuken, die grenst aan de woonkamer links achter me. Papa zet net de borden op de lange tafel, die zich ook in de keuken bevindt, en begint porties spaghetti op onze borden te scheppen.

Als we eenmaal aan tafel zitten, begint papa het typische "ik ben een 'coole' ouder dus ik moet gesprekken voeren waarvan ik denk dat ze wel 'cool' zullen zijn"-gesprek. 'Gaan jullie nog leuke jongens ontmoeten dit jaar, denken jullie?' Hij neemt een hap van zijn spaghetti.

'Zij wel, ik niet,' zeg ik monotoon, en ik steek mijn vork in mijn mond, die halfleeg is omdat alles er natuurlijk vanaf valt.

'Hoezo ga ik nog leuke jongens ontmoeten?' Sophia's verontwaardigde blik maakt me aan het lachen.

'Omdat jij altijd zóóó veel jongens ontmoet en niet normaal veel vriendjes hebt. Ik weet niet hoe je het doet.'

Ze stopt met eten en kijkt me aan. 'Dat heet nou sociaal zijn. Moet je ook eens doen.'

'Ouch,' mengt mijn vader zich. Oké, mijn vader weet dan weer wel wanneer je gedist wordt. Hij is cooler dan je zou denken.

'Pff, ik ben heus wel sociaal. Ik zal je bewijzen dat ik dit jaar wél bevriend zal raken met mensen.'

'Mensen zijn géén honden, hè? Géén.' Ze kijkt me met een overdreven serieus gezicht aan en schudt haar hoofd met opgetrokken wenkbrauwen.

'En misschien vind ik ook nog wel een keer een vriendje,' flap ik eruit om papa en Sophia wat te bewijzen.

'Kijk maar wat er op je pad komt, lieverd. Niks moet.' Papa glimlacht naar me. Er zit wat saus op zijn linkerwang en ik buig me over de tafel om het weg te vegen.

Ja... misschien verlopen dit jaar voor de verandering dingen op een andere manier dan voorgaande jaren... Nieuw huis, nieuwe school, nieuwe mensen. Genoeg kansen die geduldig op me liggen te wachten. Dat schreeuwt om wat actie, nietwaar?

---

__________1__________

de wolk uit de zevende hemel 1.0Where stories live. Discover now