blijf van me af!

62 7 2
                                    

POV Lisa:

"Er is iets wat wij jouw moeten vertellen" zeg ik tegen Amber.
Brigitte zit naast mij.
"Hoe bedoelen Jullie?" Vraagt Amber onzeker.
Ik geef Brigitte een kus op haar mond.
Albers ogen worden groot.
"Gefeliciteerd Jullie twee" zegt ze blij.
"Dit mag wel niet bij Hanne of Jasper of die gespierde man terechtkomen hoor"
"Nee natuurlijk niet"
We gaan met Sen drieën op het matrasje liggen.
We hebben amper plaats maar we zijn blij dat het ons goed gaat en we bij elkaar kunnen zijn. (Niet in koppel maar gewoon als groepje vrienden)
Ik viel in slaap.

Ik word letterlijk wakker geschud door Amber.
"Ik moest je wakker maken" ze knikt naar de deur waar de gespierde man staat.
Hij kijkt naar ons.
Wij krimpen in een hoekje van de cel.
"Ik heb een iemand nodig.
Beslis zelf wie" zegt de man
We kijken bang naar elkaar.
Ik ben volgens mij het sterkste.
Dus sta ik op.
"Ik ga wel" zeg ik zelfzeker.
"Zeker?" Vormt Brigitte met haar lippen.
Ze weten dat ik kan liplezen.
"Ja zeker" zeg ik en stap naar de deur.

Ik volg de man.
Veel keuze heb ik niet want hij houd mij onder schot.
We komen in een keukentje of zo iets.
"Oke drink maar wat" zegt de gespierde gemaskerde man.
"Of ben je bang dat ik je vergiftig?!" Vraagt hij spottend.
"Ja" zeg ik gespeeld zelfzeker.
Het klopt niet maar ik ben doodsbang hier.
Vroeger deed ik mee aan de toneelgroep van school.
Blijkbaar ben ik een goede acteur.
Vooral improvisatie toneelstukjes vond ik leuk.
"Drink nu in hemels naam Stomme trut"
Hij slaagt met zijn hand op de tafel.
Hij richt zijn geweer op mij.
Hij neemt met mijn kin vast en kust mij.
Ik werk tegen maar dan bijt hij hard op mijn lip.
Als ik geschrokken mijn mond open steekt hij zijn tong in mijn mond.
Ik duw hem van me af en
neem een heel klein slokje.
Ik word moe en duizelig.
De omgeving draait rond mij.
Mijn blik word wazig.
Daarna zwart.

Ik word wakker in de cel.
Ik lig op de matras.
Amber en Brigitte zitten op de grond
En kijken bezorgd naar mij.
"Wat..." zeg ik zwakjes.
"Wat is er gebeurd?" Vraag ik zachtjes.
"OMG Lisa is alles oké bij jou?"
"Wat heeft die man gedaan?"
Brigitte aait mij over mijn been.
"Auw!" Roep ik geschrokken.
De tranen branden in mijn ogen.
Ik trek mijn broek op,
Om te zien wat ik aan mijn been heb.
Ik schrik mijn been is onder de blauwe plekken en krassen.
Ik heb al de hele tijd mijn in mijn onderbuik.
"Heeft hij je verkracht?" Fluistert Brigitte.
Brigitte kijkt bang naar Amber.
"Ik weet het niet ik moest wat water drinken maar het smaakte heel bitter.
Ik heb maar een klein beetje gedronken.
Het was slaapmiddel denk ik.
Want na dat herinner om me niets meer." Vertel ik onzeker.
"Maar ik heb echt pijn aan mijn onder buik" ik trek mijn T-shirt wat omhoog.
Op mijn buik is ook een grootte lelijke blauwe plek.
Maar vandaar komt de pijn niet.
Het is dieper, inweniger.

De deur gaat weer open van de cel.
De gespierde en gemaskerde man komt naar binnen.
"Wat heb je met haar gedaan?!" Brult Brigitte tegen de man.
"Wie ben jij zelf?!" Schreeuwt Amber.
Ik kruip bang tegen de muur aan.
"Ik kom dekens brengen en nog een matrasje" zegt hij.
Dan pas hebben we door dat hij dat allemaal bij heeft.
Hij komt naar mij toe en legt een matrasje op de grond de legt vier wollen dekens op de grond.
"Julie maaltijd komt eraan" zegt hij en loopt weg.

Als hij terugkomt ruik ik warm eten.
"Ik heb wat aardappel puree bij,
Ik ben vandaag goed gezind dus krijgen Jullie dat als verandering" hij grijnst.
"Laat ons alstublieft gaan" smeek ik.
De man rolt met zijn ogen.
"Wie bent u zelf?" Vraagt Amber.
"Ik ben Jullie bewaker en de eigenaar van dit gebouw" antwoord hij.
"Mogen wij je naam weten?" Vraagt Brigitte.
"Alen in de ruil van een kusje van Jullie allemaal met tong" hij grijnst weer gemeen.
"Nooit" roepen wij alle drie tegelijkertijd.
"Mogen wij tenminste eens douchen?" Smeekte Brigitte.
"Ik mag Jullie niet uit het oog laten dus bedenk zelf wat het antwoord is"
"Hoelang moeten wij hier blijven?" Vraag ik rustig.
Ik weet niet wat me bezield maar ik werd heel rustig en kalm.
"Zo lang mogelijk" zegt hij.
Hij loop weer weg.

Zodra dat de deur dicht is barsten we allemaal in tranen uit.
We knuffelen elkaar en proberen elkaar te troosten.
Maar we hebben het zelfde probleem.
We sleuren elkaar door deze periode heen.
Maar zal die ooit eindigen?
We denken allemaal ongeveer dit.
En dat maakt ons weer harder huilen.
Hoe kunnen wij elkaar nu troosten als we zelf ook getroost moeten worden?
We geven bijna meer om elkaar dan op ons zelf.
We offeren ons op voor het welzijn van het ander.
Maar nu kunnen we niets.
Behalve de moed niet verliezen.
Dan kunnen we misschien weer verder.

Dan kunnen we misschien weer verder

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
Terug In De Tijd✅         Lisa 1Where stories live. Discover now